Aflevering 11

Gepubliceerd op 1 september 2020

USZ 2020/200 - De vooronderstelling dat de aanwezigheid tijdens reguliere arbeidsuren op een reguliere werkplek van de betrokkene rechtvaardigt dat de betreffende persoon ook daadwerkelijk op geld waardeerbare arbeid verricht gaat in dit geval niet op

USZ 2020/201 - Geen verwijt aan het niet openen van de brief met een oproep voor een gesprek op de volgende dag

USZ 2020/204 - Niet aannemelijk dat het bij het vermogensonderzoek gemaakte onderscheid wordt gerechtvaardigd door zeer gewichtige redenen

USZ 2020/214 - Anders dan voorheen ziet de Raad geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval uit art. 6:13 Awb voortvloeit dat het beroep van appellant zich moet beperken tot de nadelige wijziging bij het bestreden besluit van zijn rechtspositie