UWV mocht voorschot arbeidsongeschiktheidsuitkering niet verhalen op schoonmaakbedrijf

UWV mocht voorschot arbeidsongeschiktheidsuitkering niet verhalen op schoonmaakbedrijf

Gegevens

Nummer
2023/48
Publicatiedatum
9 maart 2023
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2023:316
Rubriek
Uitspraak

Het UWV mocht voorschotten op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor zieke medewerkers niet verhalen op een schoonmaakbedrijf dat eigenrisicodrager is. Dit oordeelde de CRvB deze week (ECLI:NL:CRVB:2023:316). Deze zaak speelde voor de aanpassing van art. 84 WIA op 1 januari 2022 (art. 84, lid 3 WIA). Deze uitspraak is dus alleen van belang in zaken die spelen voor de wetsaanpassing.

Het schoonmaakbedrijf is een zogenaamde eigenrisicodrager voor de WIA. Dit betekent dat bij ziekte van een werknemer het bedrijf zelf de WIA-uitkering betaalt. Het aanvragen van een uitkering gaat wel via het UWV. Het UWV beoordeelt het recht op uitkering, betaalt de WIA-uitkering aan de werknemer en brengt vervolgens maandelijks de kosten in rekening bij de werkgever. 

In afwachting van de WIA-keuringen keerde het UWV daarom voorschotten uit aan de werknemers van het schoonmaakbedrijf. De voorschotten behoorden volgens het UWV tot het eigen risico van het schoonmaakbedrijf en werden daarom bij het bedrijf in rekening gebracht. Tegen dit besluit ging het bedrijf in beroep. Bij de CRvB krijgt het schoonmaakbedrijf gelijk. Uit de WIA, zoals die luidde tot 1 januari 2022, volgt niet dat voorschotten op een WIA-uitkering vallen onder het eigen risico van de eigenrisicodrager en bij de eigenrisicodrager in rekening gebracht kunnen worden.  

Op 1 januari 2022 is de WIA gewijzigd (Stb. 2021, 627) waarbij het derde lid van art. 84 WIA van overeenkomstige toepassing is verklaard op het in rekening brengen van voorschotten bij eigenrisicodragers. Deze uitspraak ziet niet op de gewijzigde bepaling, maar op zaken die spelen voor 1 januari 2022. 

Bron: Persbericht CRvB, 8 maart 2023