Rechtbank Rotterdam, 17-07-2013, ECLI:NL:RBROT:2013:6174, C-10-410723 - HA ZA 12-904
Rechtbank Rotterdam, 17-07-2013, ECLI:NL:RBROT:2013:6174, C-10-410723 - HA ZA 12-904
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 17 juli 2013
- Datum publicatie
- 7 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2013:6174
- Zaaknummer
- C-10-410723 - HA ZA 12-904
Inhoudsindicatie
Aanvaring bij brug van Sas van Gent tussen Duits binnenvaartschip en Nederlands duwstel. Ter plaatse geen sprake van engte in de zin van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Schuld binnenvaartschip aangenomen omdat zij o.a. te snel voer. Bewijsopdracht medeschuld en schadecijfers.
Uitspraak
vonnis
Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/410723 / HA ZA 12-904
Vonnis van 17 juli 2013
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
EILTANK SCHIFFAHRT GMBH & CO FLÜSSIGTRANSPORT KG,
gevestigd te Aschaffenburg (Duitsland),
eiseres,
advocaat mr. J.C. van Zuethem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LUTANA WATERTRANSPORT B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde,
advocaat mr. B.S. Janssen.
Partijen zullen hierna Eiltank en Lutana genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het tussenvonnis van 6 maart 2013
- -
-
het proces-verbaal van comparitie van 24 mei 2013, waaraan door beide partijen overgelegde foto`s zijn gehecht.
Door zowel mr. Van Zuethem als mr. Van de Beek zijn per brief opmerkingen gemaakt over de inhoud van het proces-verbaal.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Eiltank is eigenaresse van het motortankschip “Julius Rütgers”.
Lutana is eigenaresse van de duwboot “Credo”.
Op 9 november 2011 heeft in het Kanaal van Gent naar Terneuzen nabij de brug van Sas van Gent een aanvaring plaatsgevonden tussen de lege Julius Rütgers (110 m lang en 11,45 m breed) en een duwstel van de duwboot Credo (30,67 m lang en 5,96 m breed). De Credo duwde op het moment van de aanvaring twee naast elkaar gekoppelde en met erts beladen duwbakken: aan bakboordzijde de CFNR 953 (90,04 m lang en 11,44 m breed) en aan stuurboordzijde de CFNR 755 (76,50 m lang en 11,45 m breed).
Het duwstel van de Credo was opvarend. De Julius Rütgers was afvarend en nam de middelste doorvaartopening van de brug. Net boven de brug is de kop van de duwbak CFNR 953 kort na middernacht tegen het bakboordmiddenschip van de Julius Rütgers gevaren.
Als gevolg van de aanvaring heeft de Julius Rütgers, die destijds in tijdbevrachting voer voor Hansatank Luxemburg S.A.R.L., schade geleden. Na de aanvaring is zij naar de werf gevaren alwaar het schip van 11 tot en met 21 november 2011 is gerepareerd.
3 Het geschil
Eiltank vordert samengevat - veroordeling van Lutana tot betaling van € 103.569,40 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2011, alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 2.842,00, met veroordeling van Lutana in de kosten van het geding.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten baseert Eiltank deze vordering op de volgende stellingen:
De Credo had bij de brug moeten wachten totdat de engte vrij was en heeft door haar vaarwijze artikel 6 lid 5 (en lid 1) van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen overtreden. Ook heeft de Credo artikel 9 lid 2 van dit reglement overtreden door plotseling hard bakboord het vaarwater gedeeltelijk over te steken en de Julius Rütgers genoodzaakt haar koers te wijzigen om een aanvaring te voorkomen.
Door de aanvaring heeft Eiltank schade geleden bestaande uit cascoschade ad € 65.596,00, expertisekosten ad € 3.267,00 en tijdverletschade ad € 34.706,40. Hansatank en casco- en LOH verzekeraars hebben aan Eiltank last verstrekt voor het incasseren van geleden/ vergoede schade.
Deze stellingen worden door Lutana betwist. Volgens Lutana overtrad de Julius Rütgers het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, in het bijzonder de artikelen 9 lid 1, 8 lid 1, 6 lid 8 sub c en 8 lid 2. De Julius Rütgers hield immers niet haar stuurboordwal maar voer - zonder te communiceren - op of over het midden van het vaarwater en voer harder dan de toegestane maximumsnelheid, en volhardde daarin ook toen zij de brug naderde en toen – als gevolg van haar al onzeemanschappelijk vaargedrag – gevaar voor aanvaring dreigde.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.