Hoge Raad, 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1449, 22/02997
Hoge Raad, 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1449, 22/02997
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 oktober 2023
- Datum publicatie
- 13 oktober 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:1449
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:591, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2022:1401, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/02997
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Aansprakelijkheid bezitter opstal. Art. 6:174 BW. Is verhuurder van bedrijfsruimte aansprakelijk voor schade die huurder heeft geleden als gevolg van gebrek aan vloer?
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/02997
Datum 13 oktober 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: P.J. Tanja,
tegen
GAZELEY NETHERLANDS COÖPERATIEF U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Gazeley,
advocaat: G.J. Harryvan.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 6961269 \ CV EXPL 18-4457 van de rechtbank Noord-Holland van 29 mei 2019;
b. de arresten in de zaak 200.265.491/01 van het gerechtshof Amsterdam van 24 september 2019 en 10 mei 2022.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof van 10 mei 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Gazeley heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor [eiseres] mede door M.W. Bakker.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Gazeley begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 13 oktober 2023.