Home

Hoge Raad, 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:118, 20/02968

Hoge Raad, 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:118, 20/02968

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
4 februari 2022
Datum publicatie
4 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:118
Formele relaties
Zaaknummer
20/02968

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Vrijwaringszaak. Samenhang met hoofdzaak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/02968

Datum 4 februari 2022

ARREST

In de zaak van

DELOITTE ACCOUNTANTS B.V.,gevestigd te Rotterdam,

EISERES tot cassatie,

hierna: Deloitte,

advocaten: J. de Bie Leuveling Tjeenk en G.J. Harryvan,

tegen

1. HARLINGEN HOLDING INDUSTRIES B.V.,gevestigd te Harlingen,

2. [verweerder 2],wonende te [woonplaats],

3. [verweerder 3],wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie,

hierna gezamenlijk: HHI c.s.,

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

  1. het vonnis in de zaak C/17/136561 / HA ZA 14-350 van de rechtbank Noord-Nederland van 19 juli 2017;

  2. het arrest in de zaak 200.252.264/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 maart 2020.

Deloitte heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen HHI c.s. is verstek verleend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

-

verwerpt het beroep;

-

veroordeelt Deloitte in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van HHI c.s. begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 4 februari 2022.