Hoge Raad, 12-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1599, 15/00892
Hoge Raad, 12-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1599, 15/00892
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 juni 2015
- Datum publicatie
- 12 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1599
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:502, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:1073, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/00892
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Faillissementsrecht. Summierlijk blijken van vorderingsrecht aanvrager. Steunvordering. Processtukken.
Uitspraak
12 juni 2015
Eerste Kamer
nr. 15/00892
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster],wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,
t e g e n
[verweerster],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en [verweerster].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak C/16/382310/FT RK 14/2804 van de rechtbank Midden-Nederland van 30 december 2014;
b. het arrest in de zaak 200.162.364 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 februari 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geen verweerschrift ingediend.
De zaak is voor [verzoekster] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 29 april 2015 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.