Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-06-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2105, 200.195.968_02

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-06-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2105, 200.195.968_02

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
11 juni 2019
Datum publicatie
13 juni 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:2105
Formele relaties
Zaaknummer
200.195.968_02

Inhoudsindicatie

bewijswaardering, bewijs geleverd van stelling dat met het autobedrijf van gedaagden sub 2 en 3 is afgesproken dat de oldtimer ’s avonds binnen in de bedrijfsruimte gestald zou worden. Veroordeling tot vergoeding van geleden schade.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer gerechtshof 200.195.968/02

arrest van 11 juni 2019

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

advocaat: mr. H.J.W. Weekers te Roermond,

tegen

1 [verzekeringen] Verzekeringen B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

advocaat: mr. W.A.M Rupert te Rotterdam,

2. [geïntimeerde 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

niet verschenen,

3. [geïntimeerde 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

niet verschenen,

geïntimeerden,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] ,

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 24 april 2018 hier over. In dat tussenarrest is geoordeeld dat de grieven 1 en 3 (voor zover betrekking hebbend op [geïntimeerde 1] ) falen en dat het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd, met veroordeling van [appellante] in de kosten van de procedure in hoger beroep.

Voor zover de grieven betrekking hebben op [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] heeft het hof in het tussenarrest geoordeeld dat [appellante] wordt toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat door of namens [appellante] met [carcleaning] /de heer [geïntimeerde 2] in of omstreeks juli 2012 de afspraak is gemaakt dat de personenauto van [appellante] , merk Mercedes, kenteken [kenteken] gedurende de periode dat [geïntimeerde 2] de auto voor [appellante] zou proberen te verkopen, ’s avonds binnen in het bedrijfspand van [carcleaning] zou worden gestald.

Daarop heeft [appellante] de volgende getuigen laten horen:

- de heer [getuige 1] (de zoon van [appellante] );

- de heer [getuige 2] ,

- de heer [getuige 3] .

1.2

Vervolgens heeft [appellante] afgezien van het nemen van een memorie na enquête. Daarna heeft [appellante] de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2 De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1.

Naar het oordeel van het hof blijkt uit de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] dat met [carcleaning] in de persoon van [geïntimeerde 2] is afgesproken dat de Mercedes 450 SL met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) ’s nachts binnen in het bedrijfspand zou worden gestald. [getuige 1] heeft verklaard dat hij tegen [geïntimeerde 2] heeft gezegd dat ‘hij wel moest zorgen dat de auto binnen gezet zou worden. [geïntimeerde 2] zei dat dat goed was en dat hij de auto ’s avonds binnen zou zetten.’ Deze verklaring wordt bevestigd door de verklaring van [getuige 2] , die heeft verklaard: ‘Ik stond in de deuropening van het kantoor. [getuige 1] heeft in dat kantoor vaak gezegd dat de auto ’s avonds binnen gezet moest worden in verband met het risico op diefstal. De baas heeft daarop geantwoord dat de auto altijd ’s avonds binnengezet zou worden.’

Met deze verklaringen is [appellante] geslaagd in het bewijs van haar stelling dat door of namens [appellante] met [carcleaning] /de heer [geïntimeerde 2] in of omstreeks juli 2012 de afspraak is gemaakt dat de auto van [appellante] gedurende de periode dat [geïntimeerde 2] de auto voor [appellante] zou proberen te verkopen, ’s avonds binnen in het bedrijfspand van [carcleaning] zou worden gestald.

2.2.

Van de getuige [getuige 3] bevinden zich twee schriftelijke verklaringen in het dossier. De ene verklaring is in het geding gebracht door [appellante] , de andere door [geïntimeerde 2] . Deze verklaringen lijken elkaar tegen te spreken. De getuige [getuige 3] heeft ook ter zitting van het hof een verklaring afgelegd. Ook in deze verklaring is de getuige [getuige 3] niet erg duidelijk over wat hij nu wel of niet weet van de afspraken tussen [getuige 1] en [geïntimeerde 2] . Gelet op de tegenstrijdigheden en onduidelijkheden in diens verklaringen heeft het hof deze verklaringen niet gebruikt voor het bewijs.

2.3.

Door de auto in strijd met de gemaakte afspraken niet binnen te plaatsen zijn [carcleaning] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] contractueel tekortgeschoten jegens [appellante] . [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] zijn gehouden de schade als gevolg van dit tekortschieten te vergoeden.

2.4.

Tussen partijen is niet in geschil dat de auto is gestolen vanaf het parkeerterrein van [carcleaning] . Als gevolg van deze diefstal heeft [appellante] schade geleden.

[appellante] vordert een bedrag ter zake schadevergoeding ter hoogte van primair een bedrag van € 18.500,00, althans subsidiair € 15.000,00, althans een door het hof in goede justitie te begroten bedrag. Het primair gevorderde bedrag is de getaxeerde waarde conform het taxatierapport van 16 juli 2010. Het subsidiair gevorderde bedrag van € 15.000,00 betreft het bedrag waarvoor [carcleaning] zou proberen om de auto minimaal te verkopen.

2.5.

Het hof wijst de primaire vordering af omdat deze is gebaseerd op een taxatierapport dat ten tijde van de diefstal op 5 november 2012 ruim twee jaar oud was. Onvoldoende duidelijk is dat de auto ten tijde van de diefstal nog diezelfde waarde had.

[appellante] heeft onweersproken gesteld dat zij [carcleaning] de opdracht had gegeven de auto voor minimaal € 15.000,00 ter verkopen. Als gevolg van de diefstal kan de auto niet meer voor dit bedrag verkocht worden, dus heeft [appellante] schade geleden ter hoogte van dit bedrag. Het hof zal de schadevergoeding tot dit bedrag van € 15.000,00 dan ook toewijzen. Als ook niet weersproken zal het hof de wettelijke rente vanaf de dag der inleidende dagvaarding toewijzen.

3 De slotsom

4 De beslissing