Home

Gerechtshof Den Haag, 06-07-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1228, 200.275.983/01

Gerechtshof Den Haag, 06-07-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1228, 200.275.983/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
6 juli 2021
Datum publicatie
13 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:1228
Formele relaties
Zaaknummer
200.275.983/01

Inhoudsindicatie

Uitleg statutaire bepaling dat (uitsluitend) een openbaar nutsbedrijf voor maximaal 33% aandeelhouder kan zijn. Is er dispensatie verleend? Kostenveroordeling is door de in het ongelijk gestelde partij deels ten laste gebracht van de wederpartij.

Uitspraak

Zaaknummer : 200.275.983/01

Zaaknummer rechtbank : C/10/570673 / HA ZA 19-288

arrest van 6 juli 2021

inzake

1 Holding Gasservice B.V.,

2. Stichting Administratiekantoor Gasservice Kennemerland,

beide gevestigd in Heemskerk,

appellanten in het principaal appel,

geïntimeerden in het incidenteel appel,

hierna te noemen: Gasservice, respectievelijk STAK; gezamenlijk: Gasservice c.s.,

advocaat: mr. M.A. Oostendorp te Velp (Gld),

tegen

Eneco B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellante in het incidenteel appel,

hierna te noemen: Eneco,

advocaat: mr. H.E. Eelkman Rooda te Rotterdam.

1 Waar deze zaak over gaat

Eneco is sinds 8 september 2008 houdster van certificaten van ongeveer 30% van de aandelen van Gasservice. De statuten van Gasservice bepalen dat niemand houder kan zijn van meer dan 13% van het geplaatste kapitaal van Gasservice en dat alleen een openbaar nutsbedrijf (maximaal) 33% kan houden. Gasservice c.s. zijn van mening dat Eneco sinds 2017 niet langer een openbaar nutsbedrijf is in de zin van de statuten van Gasservice en dat Eneco daarom een deel van haar certificaten moet prijsgeven. Eneco bestrijdt dit standpunt.

2 Het verloop van het geding

2.1

Bij exploot van 12 februari 2020 zijn Gasservice c.s. in hoger beroep gekomen tegen een tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 november 2019. Gasservice c.s. hebben bij memorie van grieven drie grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht en producties overgelegd.

2.2

Bij memorie van antwoord tevens eis in onvoorwaardelijke reconventie heeft Eneco de grieven bestreden en producties overgelegd. Eneco heeft daarbij haar reconventionele vordering vermeerderd.

2.3

Partijen hebben op 8 juni 2020 hun zaak via een Skypeverbinding doen bepleiten door hun advocaten aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.

2.4

Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

3 Inleiding

4 Beoordeling van het hoger beroep

5 Beslissing