Gerechtshof Den Haag, 15-09-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1734, 200.256.223/01
Gerechtshof Den Haag, 15-09-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1734, 200.256.223/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 15 september 2020
- Datum publicatie
- 29 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:1734
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2018:14015, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1454, Meerdere afhandelingswijzen
- Zaaknummer
- 200.256.223/01
Inhoudsindicatie
Heeft de Staat - naast een onrechtmatige verlenging van een bevel krachtens artikel 8 lid 4 KWZi - onrechtmatig jegens een drietal cardiologen gehandeld? Verder gaat het om de vraag welke schade in causaal verband staat met de verlenging van het bevel.
Uitspraak
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer rechtbank: C/09/544211 / HA ZA 17-1251
1 [cardioloog 1] ,wonende te [plaatsnaam 1] ,2. [B.V. 1] ,gevestigd te [plaatsnaam 1] ,appellanten in het principaal hoger beroep,geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep, hierna gezamenlijk te noemen: [cardioloog 1] ,advocaat: mr. J.G. Sijmons te Zwolle,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van VWS),
zetelend te Den Haag,
geïntimeerde in het principaal hoge beroep,
appellant in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de Staat,
advocaat: mr. K. Teuben te Den Haag,
en in de zaak van 200.256.237/01 (zaak II)
1 [cardioloog 2] ,
wonende te [plaatsnaam 2] ,
2. [B.V. 2] ,
gevestigd te [plaatsnaam 2] ,
appellanten in het principaal beroep,
geïntimeerden in het incidenteel beroep,
hierna gezamenlijk te noemen: [cardioloog 2] ,
advocaat: mr. E. Pasman te Amsterdam,
tegen:
De Staat der Nederlanden (Ministerie van VWS),
zetelend te Den Haag,
geïntimeerde in het principaal beroep,
appellant in het incidenteel beroep,
hierna te noemen: de Staat,
advocaat: mr. K. Teuben te Den Haag,
en in de zaak van 200.256.820/01 (zaak III)
[cardioloog 3] ,
wonende te [plaatsnaam 2] ,
appellant in het principaal beroep,
geïntimeerde in het incidenteel beroep,
hierna te noemen: [cardioloog 3] ,
advocaat: mr. M. van Gastel te Hellevoetsluis,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van VWS),
zetelend te Den Haag,
geïntimeerde in het principaal beroep,
appellant in het incidenteel beroep,
hierna te noemen: de Staat,
advocaat: mr. K. Teuben te Den Haag.
1 Het geding
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- -
-
de procesdossiers van de eerste aanleg, waaronder het tussen partijen gewezen vonnis van 28 november 2018 van de rechtbank Den Haag;
- -
-
de dagvaardingen in hoger beroep van 26 februari 2019, respectievelijk 27 februari 2019 en 27 maart 2019;
- -
-
de afzonderlijke memories van grieven met producties;
- -
-
de akte van rectificatie van [cardioloog 1] in zaak I;
- -
-
de afzonderlijke memories van antwoord tevens inhoudende incidenteel appel, met producties,
- -
-
de afzonderlijke memories van antwoord in incidenteel appel;
- -
-
in zaak II de akte van de Staat van 25 mei 2020 met producties 45 en 46, de brief van mr. Pasman van 25 mei 2020 waarin bezwaar is gemaakt tegen de overlegging daarvan en een nieuwe versie van de akte van 26 mei 2020, waarin gegevens onleesbaar zijn gemaakt;
- -
-
de pleitnota’s ten behoeve van het op 5 juni 2020 gehouden pleidooi in hoger beroep en het van het pleidooi opgemaakte proces-verbaal;
- -
-
in alle zaken de brief van mr. Beijering-Beck van 25 juni 2020 met een reactie op de inhoud van het proces-verbaal;
- -
-
de brief van mr. Teuben van 26 juni 2020 met een reactie op de inhoud van het proces-verbaal.
De overlegging van de akte van de Staat van 26 mei 2020 is door het hof tijdens het pleidooi toegestaan. Op het pleidooi is een datum voor het arrest bepaald.