Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:3030, 200.248.300

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:3030, 200.248.300

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 maart 2021
Datum publicatie
6 april 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:3030
Formele relaties
Zaaknummer
200.248.300

Inhoudsindicatie

Bevoegdhedenovereenkomst. Vaststellen van bestemmingsplannen. Toerekenbare tekortkoming. Geen onrechtmatige daad.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.248.300

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, NL 17.9719)

arrest van 30 maart 2021

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Holding Het Koningsbed B.V. (thans genaamd: Voordier B.V),

gevestigd te Groenekan,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: Het Koningsbed,

advocaat: mr. P. van den Berg,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon

Gemeente De Bilt,

zetelend te Bilthoven,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: de Gemeente,

advocaat: mr. J.S. Procee.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 6 juli 2018 dat de rechtbank Midden-Nederland heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de memorie van grieven met producties,

- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep met producties,

- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met producties,

- de schriftelijke pleitnotities van Het Koningsbed met producties,

- de schriftelijke toelichting van de Gemeente met producties.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 Samenvatting en beslissing rechtbank en hof

In dit hoger beroep staat de vraag centraal of de Gemeente is tekortgeschoten in de nakoming van de anterieure overeenkomst dan wel of de Gemeente onrechtmatig tegenover Het Koningsbed heeft gehandeld vanwege de vernietigingen van bestemmingsplan I, bestemmingsplan II en het herstelbesluit en of zij gehouden is de door Het Koningsbed geleden schade te vergoeden.

Bij de rechtbank heeft Het Koningsbed de aansprakelijkheid van de Gemeente geënt op de eerste grondslag. De rechtbank heeft als toetsingsmaatstaf voor een toerekenbare tekortkoming ‘aantoonbare nalatigheid’ (op grond van artikel 12.3 van de anterieure overeenkomst) genomen en heeft beslist dat de Gemeente wat betreft het vaststellen van de bestemmingsplannen I en II niet aantoonbaar nalatig heeft gehandeld. Dat is anders ten aanzien van het nemen van het herstelbesluit van 29 oktober 2015. Daarvoor heeft de rechtbank wel aantoonbare nalatigheid van de zijde van de Gemeente aangenomen en de Gemeente voor de gevolgen ervan aansprakelijk geacht. Voor de daaruit voortvloeiende schade heeft de rechtbank de zaak naar de schadestaatprocedure verwezen.

In hoger beroep heeft Het Koningsbed haar vordering (naast de toerekenbare tekortkoming uit hoofde van de anterieure overeenkomst) ook gebaseerd op onrechtmatig handelen van de Gemeente in de zin van artikel 6:162 BW. Het hof beslist net als de rechtbank dat de Gemeente wat betreft het vaststellen van de bestemmingsplannen I en II niet aantoonbaar nalatig is geweest, maar dat zij dat wel is geweest ten aanzien van het nemen van het herstelbesluit. De Gemeente heeft volgens het hof niet onrechtmatig gehandeld door deze (naderhand vernietigde) besluiten te nemen. Het hof zal hierna uiteenzetten hoe hij tot dit oordeel is gekomen. De schade die Het Koningsbed heeft geleden als gevolg van de aantoonbare nalatigheid van de Gemeente bij het vaststellen van het herstelbesluit zal het hof, anders dan de rechtbank, zelf begroten. Het gaat dan enkel om de kosten die Het Koningsbed heeft gemaakt voor het inschakelen van een deskundige.

4 De achtergrond van het geschil

6 De beslissing