Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4677, 200.227.132

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4677, 200.227.132

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 mei 2018
Datum publicatie
28 mei 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:4677
Formele relaties
Zaaknummer
200.227.132

Inhoudsindicatie

Arbeidszaak, Wwz

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.227.132

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 6016663)

beschikking van 23 mei 2018

in de zaak van

[verzoekster] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

verzoekster in hoger beroep,

in eerste aanleg: verweerster, tevens verzoekster in het tegenverzoek,

hierna: [verzoekster] ,

advocaat: mr. drs. J.P. Dikker,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Ecofys Netherlands B.V.,

gevestigd te Utrecht,

verweerster in hoger beroep,

in eerste aanleg: verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek,

hierna: Ecofys,

advocaat: mr. B.J. Bongaards.

1 Het verloop van het geding

1.1

Voor het eerder verloop van het geding verwijst het hof naar de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 31 oktober 2017, waarbij dat hof zich onbevoegd heeft verklaard van de zaak kennis te nemen en de zaak ter verdere behandeling en beslissing heeft verwezen naar dit hof.

1.2

Daarna is het verloop van de procedure als volgt:

- het verweerschrift met producties, ter griffie ingekomen op 19 december 2017;

- de op 14 maart 2018 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.

1.3

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof beschikking bepaald op

25 april 2018 of zoveel eerder als mogelijk is.

1.4

[verzoekster] heeft in haar hoger beroepschrift verzocht de beschikking van de kantonrechter te Utrecht van 19 juli 2017 te vernietigen en bij uitvoerbaar bij voorraad te geven beschikking:

1. Ecofys te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van een billijke vergoeding van

€ 212.440,32 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vanaf twee dagen na betekening van de in deze zaak te geven beschikking;

2. Ecofys te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties.

2 De feiten

2.1

In hoger beroep staan de volgende feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, vast.

2.2

Ecofys is een internationaal energie- en klimaatadviesbureau. Zij ontwikkelt innovatieve oplossingen en strategieën en adviseert overheden, bedrijven en NGO’s bij vraagstukken rondom de energie- en klimaattransitie.

2.3

[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] , is per 1 augustus 2010 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Ecofys in de functie van Senior Consultant (later genaamd: Managing Consultant). Het laatstverdiende loon bedroeg € 5.464,- bruto per maand exclusief vakantietoeslag. De opzegtermijn voor Ecofys bedroeg twee maanden.

2.4

Tot medio 2015 was [verzoekster] bij Ecofys werkzaam op het terrein “Government and NGO’s”, onder leiding van de heer [persoon A] (hierna: [persoon A] ). Vervolgens is zij op eigen verzoek overgeplaatst naar een andere afdeling, te weten servicegroep Sustainable Industries & Services (SIS), praktijkgroep Industries & Large Corporations. Haar leidinggevende werd toen de heer [persoon B] (hierna: [persoon B] .

2.5

Ten aanzien van de financiële doelstellingen van een Managing Consultant wordt gestuurd op declarabiliteit en verkoopresultaat. Jaarlijks worden de targets voor beide aspecten in januari of februari vastgesteld.

2.6

In 2013 heeft [verzoekster] haar targets behaald, zowel op declarabiliteit als op verkoopresultaat (“sales”). Haar totale functioneren is in de eerste jaren van het dienstverband beoordeeld op 3, op een schaal van 5. In 2014 heeft zij ruim boven sales target gepresteerd, maar niet de declarabiliteitsdoelstelling behaald. Over het geheel werd haar functioneren dat jaar ook op 3 beoordeeld.

2.7 (

Onder meer) in november 2014 heeft [persoon A] [verzoekster] expliciet en uitvoerig aangesproken op haar functioneren en gedrag, met name haar gebrek aan zelfreflectie en onvermogen om te gaan met feedback. Hij schrijft op 4 november 2014:

Start

It may happen in life that there is a difference between self assessment and perception of others. When working in companies and teams, perception of others plays an important role and finally determines your status in the group. In the past, I recognised a couple of situations where your self assessment did not match the perception others had of you. I also recognised that when confronted with according feedback you showed a very emotional reaction, feeling primarly hurt. This bears the risk that you miss the chance people want to give you, and as a consequence can be in your way of improvement.

Therefore I recommend you to start reflecting on the perception other people have of you in different situations and identify concrete lessons tot be learned from it.

Stop

On some occasions, both in projects and team situations, I sometimes got unexpected, even inappropriate reactions from your side. People coming to me as your manager shared similar impressions with me. In general, I value the contributions you are making a lot. But both me and others perceive a certain unpredictability in your attitude – as if all of a sudden strong emotions were crossing your way, absorbing a lot of your attention and focus, preventing you from delivering as good as you could do, and as people know you can do.

What may help is building up an explicit distance between the personal, emotionally driven side of yourself, and the role your are playing in the professional context.”

2.8

Volgens het in maart 2015 opgemaakte verslag van de beoordeling over 2014 heeft [persoon A] tegen [verzoekster] gezegd dat de feedback formulieren van haar collega’s veel nuttige aanwijzingen en advies bevatten en dat het goed zou zijn die formulieren van tijd tot tijd in te zien, en meer feedback te vragen.

2.9

Over het jaar 2015 werd het functioneren van [verzoekster] over het geheel beoordeeld met 2,5. [verzoekster] heeft dat jaar ver onder sales target gepresteerd. Volgens de in februari 2016 over 2015 opgemaakte beoordeling was [persoon B] van oordeel dat de managementvaardigheden van [verzoekster] verdere ontwikkeling behoefden en dat haar verkoopresultaten te ver achterbleven.

2.10

In de midyear review 2016 heeft [persoon B] aan [verzoekster] concrete feedback gegeven en heeft hij geconcludeerd dat er twee belangrijke verbetergebieden waren: de kwaliteit van haar inhoudelijk werk en de manier van samenwerking/communicatie met klanten en collega’s. [persoon B] heeft [verzoekster] gevraagd aan de hand van zijn feedback een persoonlijk ontwikkelplan (PIP) op te stellen.

2.11

Nadat [verzoekster] een algemeen plan om de kennis binnen de financiële sector van Ecofys te vergroten, had ingeleverd, heeft [persoon B] op 16 september 2016 het volgende per e-mail aan [verzoekster] bericht:

“(…)

Thank you for this first draft. However, I’m afraid that I have interpreted our conversation completely differently than you apparently have. The focus was (and should be) on your personal effectiveness and performance – not on how we will become more successful in the financial sector, or your concrete actions related to that. Yes, any improvement plan should finish with clear actions however before that, it requires more introspection.

(…)”

2.12

In zijn e-mail van 22 september 2016 heeft [persoon B] aangegeven welke competenties behorende tot de functie Managing Consultant verbetering behoeven bij [verzoekster] :

“(…)

Please find below the general feedback, evaluation and observations I provided to you in the follow-up talk tot the MYR. I have included examples to support the general evaluation, although clearly it is the pattern that matters most.

Based on this, I would like to continue our conversation next week. This would also be the basis of the Personal Improvement Plan we talked about. As I said during our meeting, these two areas of improvement are fundamental to our work. Currently, this hampers me in awarding you - with confidence - the project leadership for major projects and clients. We must overcome this. (…)”

2.13

In een e-mailbericht van 10 oktober 2016 schrijft [verzoekster] het volgende aan [persoon B] :

“(…) I much appreciate the feedback I have received. However, since it came late, in a high dose and in written form, I initially felt attacked also, which may have hampered the dialogue in recent weeks. It would have been helpful to receive more casual remarks and suggestions along the way. (…)”

2.14

De beoordeling over 2016, die plaatsvond op 9 februari 2017, was ook onvoldoende. Het functioneren van [verzoekster] werd toen over het geheel weer beoordeeld met 2,5. [persoon B] schreef onder meer het volgende:

“Sales credits 83k -> deep underperformance (…)

During our MYR, we already discussed your mode of communication and collaboration with manager, team members en clients which is not effective. Often misunderstandings happen, in combination with a negative tone of voice, and emerging distrust. (…)

In our MYR, we discussed the urgent need for you to step up in performance. After that, you received ample time and support to work on your development. It took quite long for “the message to sink in”, and I have seen too limited actions from your side to realize the desired change. Don’t forget: in the end, you are the owner of your own development! (…)

Unfortunately, your performance in 2016 is significantly below expectations. First and foremost with a very weak score on the Clients dimension. Secondly, you struggle taking solid content leadership. Finally, I regret to see limited progress on these dimensions, in spite of feedback and support given.”

2.15

Op 9 februari 2017 heeft [persoon B] aan [verzoekster] bericht dat het de intentie van Ecofys is het dienstverband te beëindigen. Dat heeft hij als volgt toegelicht:

“This afternoon we have had your annual appraisal talk.

(…)

. I am not satisfied with your overall performance, as also reflected in the PMDP scores for 2015 and 2016.

Specifically:

. Sales have been significantly below target

. Your mode of communication and collaboration with manager, team members and clients is not effective and below the level expected for Senior Consultant (…)

. Content leadership, both regarding quality of problem solving and creative thinking as well as your ability to drive projects to high-quality output, is below the level expected form Senior Consultant

. I have indicated this to you in our Mid Year Review talk, yet I have not seen sufficient improvement in the areas indicated

(…)”

2.16

Daarop heeft [verzoekster] een gesprek met de Managing Director van Ecofys, de heer [persoon C] , verzocht. Deze heeft met [verzoekster] gesproken op 23 februari, 10 maart en

14 maart 2017. Op 2 maart 2017 heeft [verzoekster] ook een gesprek gehad met de HR manager [persoon D] , die aan [verzoekster] een compilatie van de feedback heeft gezonden. [persoon C] heeft [verzoekster] uitgenodigd om met een concreet verbeterplan te komen met doelen, die zij in een periode van drie maanden zal kunnen bereiken. Hij heeft dit bevestigd in een e-mail van 16 maart 2017:

“(…)

On Tuesday 14 March 2017 we had a conversation in which I discussed with you two options:

1.We’ll start the discussion to terminate your employment contract at the short term, as this is the clear recommendation of line management based on 2.5 years feedback.

2.We start with an improvement period of 3 months based on a very clearly developed PDP (Personal Development Plan) with clear milestones to be achieved after 3 months. If these milestones are not achieved, we will proceed with the process to terminate your employment contract. Contrary to line management’s advice, I’m considering giving you a last chance. (…)

In our talk today we continued to discuss the options I shared with you on Tuesday. You clearly indicated to me today that you prefer option 2 (PDP). However, you did not show me any kind of draft PDP yet (acknowledging that you’re working on it), although I clearly asked you for this on Tuesday.

I feel that this doesn’t show the right urgency to take immediate steps for improving your performance as a Managing Consultant of our company.

Giving you a last chance, in our talk today I stated that I want to see a PDP which is measurable, actionable and closes the bridge based on the feedback of your managers and feedback I gave you during our various conversations and the requirements we’ve set for

the level of Managing Consultant (see also competency framework).

(…)”

2.17

Op 20 maart 2017 heeft [verzoekster] een verbeterplan aangeleverd. Ecofys heeft het als onvoldoende beoordeeld, omdat geen concrete acties zijn genoemd hoe [verzoekster] de sales target gaat halen, zij onvoldoende heeft aangegeven wat zij gaat veranderen in haar gedrag en hoe zij van plan is om te gaan met feedback op haar functioneren. Er zijn volgens Ecofys onvoldoende duidelijke mijlpalen opgenomen in het verbeterplan, op basis waarvan verbetering kan worden gemeten. [persoon C] heeft dit toegelicht in een gesprek met [verzoekster] op 21 maart 2017.

2.18

Bij brief van 27 maart 2017 heeft Ecofys aan [verzoekster] bericht dat zij er geen enkel vertrouwen in heeft dat [verzoekster] in staat is haar functioneren te verbeteren en dat zij heeft besloten de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

2.19

Sinds 12 mei 2017 is [verzoekster] vrijgesteld van werkzaamheden, met behoud van loon.

2.20

In een schriftelijk stuk van 23 juni 2017 heeft [persoon A] het volgende verklaard:

“I have been informed that there is an on-going legal issue with Ms [verzoekster] .

She is since 2015 no longer a direct report, but I was her manager for several years.

Apparently, she claims that I have always been very satisfied with her performance during that time. I do feel it is appropriate to comment on her statements with regard to that period of time, because they do not reflect the full picture.

Difficulties in internal cooperation due to a lack of self-reflection, sales result and billable hours have been issues and topics within our conversations at the time I was her manager.

As it shows in the PMDP over 2014, difficulties in her cooperation with internal clients were already specifically mentioned “internal clients in a number of cases ( [persoon E] , [persoon F] , [persoon G] ) found it difficult to work with you (as discussed with you during the year / documented in feedback forms)”.

Also further back in time (2013) I already pointed out in a PMDP the need to improve her teambuilding role in Utrecht. Overall, it was clear that [verzoekster] was struggling in her role. The nature of our talks werd problematic. (…)

Summarizing I do not recognize at all [verzoekster] ’s line of defence that I have been satisfied about her performance and that the performance review of 2014 just contained a simple (isolated) remark about making use of the feedback forms by her colleague. She did not want to agree to the scores I gave her and did not take my feedback seriously. (…)”

3 De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan

3.1

Ecofys heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] te ontbinden per het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd bij opzegging (artikel 7:671b lid 8 sub a BW) en wel op grond van het bepaalde in artikel 7:671b en 7:669 lid 3 sub d (disfunctioneren) en sub g (verstoorde arbeidsrelatie).

3.2

[verzoekster] heeft afwijzing van het verzoek van Ecofys bepleit en op haar beurt de kantonrechter verzocht Ecofys te veroordelen om haar weder te werk te stellen in de functie van Managing Consultant, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag. Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, heeft [verzoekster] verzocht rekening te houden met de voor Ecofys geldende opzegtermijn van twee maanden en aan haar de wettelijke transitievergoeding toe te kennen, alsmede een billijke vergoeding van € 40.000,- dan wel een door de kantonrechter toe te kennen billijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten.

3.3

De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking van 19 juli 2017, die uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 september 2017, het meer of anders verzochte afgewezen en de proceskosten tussen de partijen gecompenseerd.

4 De beoordeling in hoger beroep

5 De beslissing