Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1637, 200.189.534/01

Gerechtshof Amsterdam, 25-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1637, 200.189.534/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 april 2017
Datum publicatie
12 september 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1637
Zaaknummer
200.189.534/01

Inhoudsindicatie

Appel van ECLI:NL:RBAMS:2016:134. Adviesrelatie bank-beleggers. Renteswap. Mismatch, overhedge, schending zorgplicht van de bank? Anders dan de eerste rechter oordeelde, treft de bank verwijt en is zij verplicht tot schadevergoeding. Nadere instructie ter begroting van de schade.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.189.534/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/580014 / HA ZA 15-87

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 25 april 2017

inzake

1 WAVER HOLDING B.V.,

gevestigd te Bruinisse, gemeente Schouwen-Duiveland,

2. VASTGOED C.V. “STAETELAAN”,

gevestigd te Bruinisse, gemeente Schouwen-Duiveland,

appellanten,

advocaat: mr. G.J. Brugman te Den Haag,

tegen

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd Amsterdam,

geïntimeerde,

advocaat: mr. F.R.H. van der Leeuw te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Waver, Staetelaan en ABN AMRO genoemd.

Waver en Staetelaan zijn bij dagvaarding van 22 maart 2016 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 januari 2016, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Waver en Staetelaan als eiseressen en ABN AMRO als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, tevens houdende wijziging eis, met een productie;

- memorie van antwoord, met producties.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 2 december 2016 doen bepleiten, Waver en Staetelaan door mr. Brugman voornoemd en ABN AMRO door mr. Van der Leeuw voornoemd en mr. R. Chetouani advocaat te Amsterdam, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. De door Waver en Staetelaan op 1 december 2016 ingediende ‘akte wijziging eis’ was tardief en is geweigerd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

Waver en Staetelaan hebben geconcludeerd zoals omschreven op bladzijde 49 e.v. van de memorie van grieven, tevens houdende wijziging eis. ABN AMRO heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen, met uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van Waver en Staetelaan in de kosten van het hoger beroep, met nakosten en rente.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2, 2.1 tot en met 2.5.3, de feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Met grief 1 betogen Waver en Staetelaan dat de rechtbank een onvolledige opsomming van feiten heeft gegeven. De grief kan hen niet baten, omdat het de rechtbank vrijstaat alleen die feiten vast te stellen die zij voor haar beslissing nodig acht. De vastgestelde feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt, aangevuld met overige gestelde en niet (voldoende) betwiste feiten.

3 Beoordeling

4 Beslissing