Home

Rechtbank Amsterdam, 13-01-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:134, C/13/580014 / HA ZA 15-87

Rechtbank Amsterdam, 13-01-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:134, C/13/580014 / HA ZA 15-87

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
13 januari 2016
Datum publicatie
18 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2016:134
Zaaknummer
C/13/580014 / HA ZA 15-87

Inhoudsindicatie

Renteswap. Verwijten van mismatch, overhedge, zorgplichtschending. Vordering tegen bank afgewezen.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/580014 / HA ZA 15-87

Vonnis van 13 januari 2016

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WAVER HOLDING B.V.,

gevestigd te Bruinisse, gemeente Schouwen-Duiveland,

2. de commanditaire vennootschap

VASTGOED C.V. "STAETELAAN",

gevestigd te Bruinisse, gemeente Schouwen-Duiveland,

eiseressen,

advocaat: mr. G.J. Brugman te Den Haag,

tegen

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat: mr. F.R.H. van der Leeuw te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Waver, Staetelaan en ABN AMRO worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 6 mei 2015,

-

het proces-verbaal van comparitie van 5 november 2015.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[naam] is ondernemer en exploiteert sinds begin jaren ’80 een vakantiepark te Bruinisse dat in de loop der tijd is uitgebreid en doorontwikkeld. Deze onderneming is ondergebracht in Waver, van welke vennootschap [naam] enig aandeelhouder en bestuurder is. De onderneming van [naam] bankiert al jaren bij ABN AMRO.

2.2.

Rond 2005 is [naam] gaan nadenken over een manier om te komen tot een scheiding tussen zakelijk en particulier vermogen, zulks met het oog op een fiscaal gunstige wijze van terbeschikkingstelling van een deel van het vermogen aan zijn kinderen, alsook met het oog op zijn eigen pensioen.

2.3.

In 2007 hebben de wensen van [naam] geleid tot het aangaan van een commanditaire vennootschap, Staetelaan, bedoeld voor het particuliere vermogen. [naam] is door middel van een stichting beherend vennoot van Staetelaan geworden, terwijl zijn kinderen stille vennoten zijn. Als verdere uitwerking van de wensen van [naam] heeft Staetelaan in 2007 een aantal van 22 vakantiewoningen van Waver gekocht, en deze vervolgens weer verhuurd aan een dochtervennootschap van Waver. De aankoop door Staetelaan werd gefinancierd door middel van een met ABN AMRO gesloten kredietovereenkomst: een vijf-jarige Euribor-lening ad € 4,5 miljoen. Verder sloot Waver een gelijksoortige kredietovereenkomst, ad € 5,5 miljoen, zulks in verband met benodigde herfinanciering harerzijds. Ter afdekking van het aan deze kredieten verbonden variabele-renterisico sloten Waver en Staetelaan elk een renteswap af met ABN AMRO, waardoor Waver en Staetelaan effectief een vaste rente voor de door hen afgenomen kredieten gingen betalen.

2.4.

In 2008 was het de bedoeling dat nog eens 18 vakantiewoningen door Waver aan Staetelaan zouden worden verkocht, voor € 3,5 miljoen. Verder wilde Waver haar onderneming uitbreiden door aankoop van een aan het vakantiepark grenzende camping, waarvoor Waver € 2 miljoen wilde aantrekken. [naam] heeft ABN AMRO weer om financiering verzocht. ABN AMRO kwam na een kredietanalyse tot de conclusie dat Staetelaan een krediet van hooguit € 1 miljoen zou kunnen krijgen, terwijl voor Waver ruimte was tot een kredietverlening van méér dan de gevraagde € 2 miljoen. [naam] heeft vervolgens besloten om Waver een krediet van € 4 miljoen te laten afnemen, om Waver een bedrag van € 2,5 miljoen daarvan te laten doorlenen aan Staetelaan (hierna: de Onderlinge Lening) en ten slotte om Staetelaan een krediet van € 1 miljoen van ABN AMRO te laten afnemen. Zo is het ook gegaan. De door Waver en Staetelaan van ABN AMRO afgenomen kredieten waren weer van dezelfde soort als de in 2007 afgenomene, op basis van Euribor derhalve, en wederom sloten Waver en Staetelaan ter afdekking van het variabele-renterisico hiervoor renteswaps af met ABN AMRO:

-

Waver sloot op 20 juni 2008 een renteswap af met ABN AMRO, gebaseerd op een hoofdsom van € 4 miljoen (gelijk aan de kredietsom) en met een looptijd van 1 april 2009 tot 1 januari 2013;

-

Staetelaan sloot op 20 juni 2008 een renteswap af met ABN AMRO, gebaseerd op een hoofdsom van € 987.500,00 (iets lager dan de kredietsom) en met een looptijd van 1 juli 2009 tot 1 april 2013.

2.5.

Over de Onderlinge Lening schreef ABN AMRO op 9 juli 2008 aan [naam] :

(…)

Door middel van dit schrijven bevestigen wij u kennis te hebben genomen van de inhoud en afspraken in de leningovereenkomst, totaal groot EUR 2.500.000,=, tussen [Waver] en [Staetelaan].

De kredietverstrekker [Waver] zal hiertoe aan de kredietnemer [Staetelaan] een rentetarief in rekening brengen gebaseerd op het Eenmaands euribor vermeerderd met een individuele opslag van 1,25 % per jaar.

(…)

Op basis van onze ervaringen en inzichten ten aanzien van de kredietnemer én gebruikelijke afspraken in de huidige markt, achten wij het overeengekomen rentetarief en de aanvullende afspraken alleszins marktconform en reëel voor een zakelijke leningsovereenkomst.

(…)

2.5.1.

Staetelaan heeft ter dekking van het renterisico op de met Waver overeengekomen Onderlinge Lening een renteswap met ABN AMRO gesloten:

 Staetelaan sloot op 11 juli 2008 een renteswap af met ABN AMRO, gebaseerd op een hoofdsom van € 2,5 miljoen en met een looptijd van 1 april 2009 tot 1 april 2014.

Een kort telefoongesprek heeft plaatsgevonden voor het afsluiten van deze swap.

2.5.2.

De kenmerken van de Onderlinge Lening zijn neergelegd in een brief van 7 augustus 2008 van Waver aan Staetelaan, welke brief door [naam] is ondertekend namens beide vennootschappen. In de brief staat, voor zover hier van belang:

(…)

Bij deze bevestigen wij u namens [Waver] de gemaakte afspraken van 19 juni 2008 inzake de aan u te verstrekken lening als onderstaand.

- De 5-jarige Euribor lening in hoofdsom groot € 2.500.000,-- wordt opgenomen naarmate de investering vordert, waarbij de lening uiterlijk opgenomen dient te zijn op 01.07.2009.

- Aflossing in 15 opeenvolgende driemaandelijkse termijnen van elk € 12.500,--, gevolgd door een slottermijn van € 2.312.500,-- op 01.04.2013. De eerste termijn vervalt op 01.07.2009.

- Rente is gebaseerd op het éénmaands Euribor vermeerderd met een individuele opslag van 1,25% per jaar. (…)

2.5.3.

ABN AMRO heeft de swap onder 2.5.1 hiervoor schriftelijk bevestigd in september 2008.

3 Het geschil

3.1.

Kort gezegd vordert Waver veroordeling van ABN AMRO tot betaling van € 414.227,00 vermeerderd met rente en kosten, en vordert Staetelaan betaling van € 276.393,97 vermeerderd met rente en kosten.

3.2.

De vordering heeft betrekking op de in 2008 afgesloten renteswaps van € 4 miljoen (Waver) en € 2,5 miljoen (Staetelaan). Het verwijt aan ABN AMRO is drieledig.

3.2.1.

Ten eerste heeft ABN AMRO het ertoe geleid dat er voor een te hoge hoofdsom renteswaps zijn afgesloten (overhedge). Op het aan Waver verstrekte krediet van € 4 miljoen is immers voor een hoofdsom van € 6,5 miljoen aan renteswaps afgesloten: een renteswap van € 4 miljoen op het door ABN AMRO aan Waver verstrekte krediet en een renteswap van € 2,5 miljoen op de door Waver aan Staetelaan verstrekte Onderlinge Lening. Die laatste renteswap was onnodig; ABN AMRO had moeten adviseren om voor de Onderlinge Lening een vaste rente af te spreken, dan wel moeten adviseren om Waver een renteswap voor € 1,5 miljoen en Staetelaan een renteswap voor € 2,5 miljoen te laten afsluiten.

3.2.2.

Ten tweede heeft ABN AMRO ten onrechte aan Staetelaan geadviseerd om, ter afdekking van het aan de Onderlinge Lening verbonden renterisico, een renteswap af te sluiten met een zodanige looptijd dat deze nog een jaar lang doorliep ná eindiging van de looptijd van de Onderlinge Lening (mismatch).

3.2.3.

Ten derde mocht ABN AMRO aan Staetelaan geen renteswap adviseren: ABN AMRO had geen informatie ingewonnen ter vaststelling van het beleggersprofiel van Staetelaan, zodat het advies per definitie als niet-passend moet worden aangemerkt; en als ABN AMRO wél de benodigde informatie over het beleggersprofiel van Staetelaan had verzameld, had zij moeten concluderen dat een renteswap ongeschikt was omdat Staetelaan niet in de financiële positie verkeerde om te voldoen aan een eventuele margin call dan wel aan een verplichting een negatieve waarde van de renteswap te betalen. Een juist advies zou dus zijn geweest dat Staetelaan een ‘normale’ lening, met een vaste rente, met Waver zou moeten afsluiten, welk advies door Staetelaan zou zijn opgevolgd, want [naam] koos in het verleden (vóór 2007) altijd voor ondernemingsleningen met een vaste rente. Door het advies van ABN AMRO om Staetelaan een renteswap te laten aangaan, schoot ABN AMRO dus tekort althans handelde zij onrechtmatig jegens Staetelaan (schending van de [bijzondere] zorgplicht).

3.2.4.

De gevorderde schadevergoeding is gebaseerd op de situatie dat op de Onderlinge Lening geen renteswap van € 2,5 miljoen zou zijn gesloten, maar dat in plaats daarvan de Onderlinge Lening op voorwaarde van een vaste rente was aangegaan. Verder is de schadevergoeding gabseerd op de notie dat de mismatch zich niet had voorgedaan.

Aldus kort samengevat de gronden van de eis.

3.3.

ABN AMRO voert gemotiveerd verweer tegen het verwijt dat zij haar zorgplicht heeft geschonden. Zij voert verder de volgende verweren tegen de verwijten van overhedge en mismatch.

3.3.1.

De financieringsconstructie van 2008 was het product van maandenlang overleg. Het initiatief voor de constructie van de Onderlinge Lening lag geheel bij [naam] . Op 20 juni 2008 werden de renteswaps afgesloten voor de kredieten van € 4 miljoen (aan Waver) en € 1 miljoen (aan Staetelaan). Eerst nadien, begin juli 2008, kregen de plannen voor de Onderlinge Lening meer vorm. Het was van belang dat de Onderlinge Lening in fiscale zin als een zakelijke lening zou kwalificeren. Op instigatie van [naam] is toen aangesloten bij de voorwaarden die golden voor de door ABN AMRO aan Waver en Staetelaan verstrekte leningen, oftewel een lening op basis van Euribor. Bij de besprekingen over de optuiging van de Onderlinge Lening kwam tevens ter sprake dat het voor Staetelaan, gelet op haar exploitatieprognose, nodig was om het renterisico op de Onderlinge Lening af te dekken. Daartoe werd op 11 juli 2008 door Staetelaan een renteswap afgesloten. De renteswap liep geheel synchroon met het beeld van de Onderlinge Lening zoals door [naam] tijdens de besprekingen geschetst. De overeenkomst waarin de Onderlinge Lening is vastgelegd, is uiteindelijk op 7 augustus 2008 ondertekend, geheel buiten ABN AMRO om. ABN AMRO had voordien geen concept van die overeenkomst ontvangen en was niet betrokken bij de daadwerkelijke optekening ervan.

3.3.2.

Er is geen sprake geweest van een overhedge, want de renterisico’s van Waver en Staetelaan, die om fiscale motieven volledig los van elkaar staan, moeten afzonderlijk van elkaar worden bekeken. De door Waver afgesloten renteswap ad € 4 miljoen is geheel verklaarbaar gezien het renterisico dat Waver over de kredietsom van € 4 miljoen liep. En de door Staetelaan afgesloten renteswap was, bezien vanuit Staetelaan, ook geheel begrijpelijk gegeven het renterisico in combinatie met de exploitaitieprognose. Het afsluiten van deze twee afzonderlijke renteswaps is ook logisch gezien de volgtijdelijkheid van de gebeurtenissen: toen de lening van ABN AMRO aan Waver werd afgerond (rond 20 juni 2008) was nog niet bekend tegen welke voorwaarden de Onderlinge Lening definitief zou worden afgesloten; dit bleek eerst enkele weken later en op dat moment was het vanuit Staetelaan bezien verklaarbaar om een renteswap af te sluiten ter zake van de Onderlinge Lening. Ten slotte is van belang dat [naam] zelf voor de renteswaps heeft gekozen; ABN AMRO heeft het afsluiten van renteswaps nooit als voorwaarde gesteld voor het verstrekken van de kredieten aan Waver en Staetelaan van € 4 miljoen respectievelijk € 1 miljoen.

3.3.3.

Er is geen sprake geweest van een mismatch. ABN AMRO is niet betrokken geweest bij de optekening van de overeenkomst voor de Onderlinge Lening en heeft ook niet geadviseerd over de opzet van de Onderlinge Lening. ABN AMRO heeft slechts begin juli 2008 de hoofdkenmerken van de Onderlinge Lening besproken. Ook nadien heeft ABN AMRO nooit een kopie van de overeenkomst van de Onderlinge Lening ontvangen. ABN AMRO was er dus niet van op de hoogte, ten tijde van het schrijven van 9 juli 2008 of op enig ander moment voorafgaand aan het sluiten van de renteswap, dat de Onderlinge Lening eigenlijk een looptijd tot 1 april 2013 had. ABN AMRO is slechts uitgegaan van de informatie die begin juli 2008 van de zijde van [naam] is gegeven over de modaliteiten van de Onderlinge Lening. ABN AMRO had ook geen reden om te twijfelen aan de aan haar verstrekte informatie, nu aan haar was medegedeeld dat Staetelaan slechts € 50.000,00 per jaar op de Onderlinge Lening zou aflossen; dit geringe aflosbedrag wekte bij ABN AMRO de indruk dat de Onderlinge Lening een veel langere looptijd dan vijf jaar zou hebben althans een lange looptijd. ABN AMRO was daardoor niet ervan op de hoogte dat de renteswap en de Onderlinge Lening niet op elkaar aansloten. Tijdens het telefoongesprek waarbij de renteswap wordt afgesloten worden altijd nog even de hoofdkenmerken, zoals hoofdsom en looptijd, doorgenomen.

Aldus nog steeds het verweer van ABN AMRO.

4 De beoordeling

5 De beslissing