Home

Besluit beslagvrije voet

Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2027
Geldig van 1 januari 2024 tot 1 januari 2027

Besluit beslagvrije voet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2027]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 oktober 2018, nr. 2018001874;

Gelet op de artikelen 475d, eerste lid, 475da, zevende lid, 475db, tweede lid, 475e, derde lid, en 475i, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2018, nr. W12.18.0326/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 februari 2019, nr. 2019-0000017812,

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aangiftetijdvak: tijdvak van vier weken of één maand waarop de aangifte op basis waarvan de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen betrekking heeft of, als de inhoudingsplichtige over een afwijkend tijdvak aangifte doet, het tijdvak waarover loon is betaald herleid tot één maand;

  • arbeidsvoorwaardenbedrag: het aan de werknemer toegekende en in geld uitgedrukte toekomstige loonbestanddeel, niet zijnde een afzonderlijke opbouw van vakantiebijslag, dat is opgebouwd ingevolge afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover dit toekomstige loonbestanddeel kan leiden tot loon als bedoeld in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

  • inkomstenverhouding: rechtsverhouding waaraan een vordering tot periodieke betaling is verbonden als bedoeld in artikel 475c, eerste lid, onderdelen a tot en met i, van de wet;

  • loon LB/PH: inkomen waarover de loonbelasting en premie volksverzekeringen wordt berekend voor het aangiftetijdvak;

  • Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • wet: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

2.

De in artikel 475ab van de wet opgenomen begripsbepalingen zijn van toepassing op dit besluit en de daarop berustende bepalingen.

Artikel 2. Belastbaar inkomen

1.

Voor de berekening van het belastbaar inkomen wordt gebruikgemaakt van het loon LB/PH.

2.

Het loon LB/PH wordt:

  1. verminderd met een binnen het aangiftetijdvak uitbetaalde vakantiebijslag of een uitbetaald bedrag ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag; en

  2. vermeerderd met een reservering in verband met vakantiebijslag of opbouw ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag binnen het aangiftetijdvak.

3.

Als het aangiftetijdvak niet gelijk is aan een maand, wordt de uitkomst naar een maandinkomen herleid.

Artikel 3. Reële afspiegeling belastbaar inkomen

1.

Bij de beoordeling, bedoeld in artikel 475d, eerste lid, en artikel 475db, tweede lid, van de wet wordt enkel het belastbaar inkomen in de aangiftetijdvakken betrokken:

  1. die vallen binnen de laatste vier maanden gerekend vanaf de eerste dag van de maand van opvraag; en

  2. waarvan de aangiftetermijn op het moment van bevraging is verstreken.

2.

Bij de beoordeling wordt per inkomstenverhouding het belastbaar inkomen over het meest recente aangiftetijdvak vergeleken met het gemiddeld belastbaar maandinkomen berekend op basis van het belastbaar inkomen over de aangiftetijdvakken.

3.

Als het meest recente belastbaar maandinkomen van de inkomstenverhouding afwijkt van het gemiddelde belastbaar maandinkomen van deze inkomstenverhouding, wordt het gemiddelde belastbaar maandinkomen gebruikt voor de berekening van de beslagvrije voet.

Artikel 4. Woning zonder huurtoeslag

Artikel 5. Bedrag vermindering beslagvrije voet

Artikel 6. Woonlandfactor

Artikel 7. Model beslagvrije voet

Artikel 8. Ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet

Artikel 9. Ondersteuning door de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders

Artikel 10. Uitkeringen

Artikel 10a. Overgangsbepaling

Artikel 11. Inwerkingtreding

Artikel 12. Citeertitel

Bijlage [Vervallen per 01-01-2022]