Home

Omzetbelasting; verzorging en verpleging van in een inrichting opgenomen personen

Geldig van 22 september 2017 tot 29 december 2018
Geldig van 22 september 2017 tot 29 december 2018

Omzetbelasting; verzorging en verpleging van in een inrichting opgenomen personen

Besluit BLKB2017-7334

Voorafgaande besluiten
DGB2010/270M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 22-09-2017 tot 29-12-2018]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 6 februari 2010, nr. DGB2010/270M. Het besluit is aangepast aan jurisprudentie van het Hof van Justitie (onderdelen 3.1, en 3.3). Ook is het begrip ‘verzorgingsflat’ in onderdeel 3.1 verduidelijkt. In onderdeel 3.2 is de reikwijdte van de vrijstelling voor prestaties die nauw samenhangen met de verzorging en verpleging van in een inrichting opgenomen personen verduidelijkt. Dit besluit bevat ook beleidswijzigingen (onderdeel 4.1). In onderdeel 4.1 is de goedkeuring voor commerciële verpleeg- en verzorgingsinrichtingen aangepast. Deze geldt nu ook voor het verstrekken van spijzen en dranken. Ook is aangegeven dat commerciële verpleeg- en/of zorginstellingen die ervoor kiezen geen gebruik (meer) te maken van de goedkeuring op die keuze niet kunnen terugkomen. Onderdeel 4.3 is gewijzigd naar aanleiding van de met ingang van 1 januari 2014 in werking getreden gewijzigde tekst van Bijlage B, post 23 behorende bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Als gevolg hiervan is de term ‘andere instellingen’ in post 23 komen te vervallen. De goedkeuring voor de dienstverlening door apothekers in onderdeel 4.4 van het besluit van 6 februari 2010, DGB2010/270M is ingetrokken. De goedkeuring is overbodig omdat apothekers die adviseren over het individuele medicijnverbruik van in een inrichting opgenomen personen (ook als de apotheker deze medicijnen niet levert) diensten verrichten die als gezondheidskundige verzorging zijn aan te merken en daarom al zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1e, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Daarnaast werd in de praktijk een (niet gewenste) ruimere uitleg aan de goedkeuring gegeven doordat de goedkeuring bijvoorbeeld ook wel werd toegepast op het samenstellen van protocollen voor de medicijnverstrekking.

1. Inleiding.

De wet bevat een vrijstelling van btw voor prestaties die zien op het verzorgen en verplegen van de in een inrichting opgenomen personen en handelingen die daarmee nauw samenhangen (artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de omzetbelasting 1968). Voorwaarde voor de vrijstelling is dat met de prestaties geen winst mag worden beoogd.

Als de (zorg)inrichting ook andere prestaties verricht, dan kan op die prestaties een andere vrijstelling van toepassing zijn. De belangrijkste zijn de medische vrijstelling (artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de omzetbelasting 1968) en de sociaal-culturele vrijstelling (artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verbinding met artikel 7, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 en de bij dat besluit behorende Bijlage B, onderdeel b, post 9, 13 en 23). Een voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 is dat met de prestaties geen winst wordt beoogd.

Onderdeel 3 van dit besluit gaat in op de reikwijdte van de vrijstelling. Onderdeel 4 bevat enkele goedkeuringen. In onderdeel 5 zijn de besluiten opgenomen die bij de inwerkingtreding van dit besluit worden ingetrokken. Onderdeel 6 regelt de inwerkingtreding van dit besluit.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen.

2. Juridisch kader.

3. Reikwijdte van de vrijstelling.

3.1. Verzorgen en verplegen in een inrichting.

3.2. Nauw samenhangende prestaties.

3.3. Laboratoria.

4. Goedkeuringen.

4.1. Commerciële verpleeg- en verzorgingsinrichtingen.

4.2. Verstrekken van spijzen en dranken aan anderen dan in de inrichting opgenomen personen.

4.3. Verstrekken van maaltijden.

5. Ingetrokken regelingen.

6. Inwerkingtreding.