Home

Kaderbesluit subsidies I en M

Geldig vanaf 1 juli 2015
Geldig vanaf 1 juli 2015

Kaderbesluit subsidies I en M

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2015]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 8 juli 2014, nr. IenM/BSK-2014/135720, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 september 2014, no.W14.14.0233IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 9 februari 2015, nr. IenM/BSK-2015/22855, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanvrager: natuurlijk persoon of rechtspersoon die een subsidie aanvraagt op grond van een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 2;

  • algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard («de algemene groepsvrijstelling») (PbEU 26.6.2014, L187/1), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • de-minimis verordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L352/1), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

    Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de visserij -en aquacultuursector (PbEU 28.6.2014, L190), Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 2017 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, (PbEU 1.7.2014, L193) dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft vastgesteld;

  • ondernemer: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een onderneming in stand houdt;

  • onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • penvoerder: de door een samenwerkingsverband aangewezen natuurlijk persoon of rechtspersoon die als gemachtigde van het samenwerkingsverband optreedt;

  • samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van uitvoering van activiteiten;

  • wet: Kaderwet subsidies I en M.

Hoofdstuk 2. Verstrekken van subsidie

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Hoofdstuk 3. Subsidiabele kosten

Artikel 6

Artikel 7

Hoofdstuk 4. Subsidieplafond en wijze van verdelen

Artikel 8

Artikel 9

Hoofdstuk 5. Indienen van de aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 10

Hoofdstuk 6. Afwijzingsgronden

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Hoofdstuk 7. Subsidieverstrekking

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Hoofdstuk 8. Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Hoofdstuk 9. Betaling en bevoorschotting

Artikel 23

Hoofdstuk 10. Subsidievaststelling

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 11. Samenwerkingsverbanden

Artikel 26

Hoofdstuk 12. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 27

Hoofdstuk 12*. Slotbepalingen en overgangsbepalingen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32