De minister kan aan een organisatie eenmalig een subsidie verstrekken ten behoeve van kosten die het gevolg zijn capaciteitsreductie tot ten hoogste de in de voor de desbetreffende instelling in de bijlage aangegeven capaciteitsreductie.
Subsidieregeling sanering leegstand gesloten jeugdhulp
Subsidieregeling sanering leegstand gesloten jeugdhulp
Opschrift
Aanhef
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
Artikel 1 [Nog niet in werking]
In deze regeling wordt verstaan onder:
accommodatie: accommodatie als bedoeld in artikel 29k, eerste lid van de Wet op de Jeugdzorg;
gesloten jeugdhulp: gesloten jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
organisatie: aanbieder van gesloten jeugdhulp van accommodaties die in 2014 als zodanig zijn aangewezen;
capaciteit: vermogen tot het verlenen van gesloten jeugdhulp in een accommodatie, uitgedrukt in aantal voltijdsplaatsen op jaarbasis;
capaciteitsreductie: terugbrengen van de capaciteit;
huisvestingslasten: kosten voor huur, rente en aflossing;
minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 2 [Nog niet in werking]
De subsidie bestaat uit een bedrag dat ontstaat uit vermenigvuldiging van het aantal daadwerkelijk te reduceren capaciteitsplaatsen met € 136.000 tot het in de bijlage opgenomen maximum per organisatie.
Indien de geraamde kosten van de capaciteitsreductie meer bedragen dan het bedrag van de subsidie, bedoeld in het tweede lid, kan het subsidiebedrag worden verhoogd voor zover deze kosten in verband staan met de huisvestingslasten.
Een organisatie kan uitsluitend in aanmerking komen voor verhoging van het subsidiebedrag indien in de in verband met de capaciteitsreductie staande kosten van de huisvestingslasten niet op andere wijze kan worden voorzien.
Alvorens te beslissen op een aanvraag tot verhoging van de subsidie bedoeld in het derde lid vraagt de minister advies aan een onafhankelijk deskundige.