Home

Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

Geldig van 11 september 2015 tot 1 januari 2016
Geldig van 11 september 2015 tot 1 januari 2016

Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 11-09-2015 tot 01-01-2016]
[Regeling ingetrokken per 01-08-2027]

Aanhef

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. minister: minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. onderwijsinstelling:

    1. 1°.
    2. 2°.

      instelling met een diploma-erkenning als bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    3. 3°.
    4. 4°.
  3. zorgopleiding:

    1. 1°.

      beroepsopleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel i, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die met een in bijlage 1 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    2. 2°.

      beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel i, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die met een in bijlage 2 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    3. 3°.

      voltijds of deeltijds opleiding als bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die met een in bijlage 3 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

    4. 4°.

      duale opleiding als bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die met een in bijlage 4 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  4. stageplaats:

    1. 1°.

      de praktijkuren van de deelnemer in het kader van de beroepspraktijkvorming, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet Educatie en beroepsonderwijs, voor een zorgopleiding als bedoeld in onderdeel c, onder 1° en 2°, bij een voor de opleiding van de deelnemer bevoegd leerbedrijf, als bedoeld in artikel 4.1.2, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

    2. 2°.

      de tijdsduur gedurende welke een deelnemer als onderdeel van een zorgopleiding als bedoeld onderdeel c, onder 3° of 4°, ingevolge artikel 7.6, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek een bepaald vak onder leiding in praktijk brengt op grondslag van een overeenkomst, gesloten door de deelnemer, de stageaanbieder en de onderwijsinstelling, waarin ten minste is opgenomen de aanvangsdatum en einddatum van de periode en het aantal te volgen praktijkuren;

  5. studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daarop volgende jaar voor zover het betreft een zorgopleiding, bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 2°, of tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar voor zover het betreft een zorgopleiding, bedoeld in onderdeel c, onder 3° of 4°;

  6. deelnemer: natuurlijke persoon die in het studiejaar bij een onderwijsinstelling ingeschreven staat of heeft gestaan voor een volledige zorgopleiding waarbij, indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast op jaarbasis ten minste 300 uren omvat en indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast van het door de onderwijsinstelling verzorgde onderwijsprogramma op jaarbasis ten minste 200 uren omvat;

  7. stageaanbieder:

    1. 1°.
    2. 2°.

      degene die:

    3. 3°.

      jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet;

    4. 4°.
  8. gerealiseerde stageplaats: het aantal uren tijdens de periode van de stageplaats volgens de overeenkomst, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of onderdeel d, onder 2°, tot ten hoogste 1280 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel 1440 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, gedeeld door 1280 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel door 1440 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, en vermenigvuldigd met de periode van de stageplaats tijdens het studiejaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt gedeeld door de volledige periode van de stageplaats, met dien verstande dat uitsluitend acht wordt geslagen op de uren en de periode van de stageplaats die binnen de looptijd van de overeenkomst vallen.

Artikel 2

1.

De minister kan aan een stageaanbieder jaarlijks op aanvraag een subsidie verstrekken voor het realiseren van stageplaatsen. De subsidie voor een zorgopleiding als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1° en 3°, bestaat uit een tegemoetkoming in de begeleidingskosten en voor een zorgopleiding als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 2° en 4°, uit een tegemoetkoming in de loonkosten.

2.

De subsidie wordt per studiejaar verstrekt.

3.

De subsidie wordt voor het eerst verstrekt voor het studiejaar dat begint in 2011.

4.

Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies bedraagt per studiejaar € 112.000.000, waarvan:

  1. 40% gelijkelijk wordt verdeeld over het aantal gerealiseerde stageplaatsen voor zorgopleidingen die blijkens de bijlagen 1 tot en met 4 behoren tot categorie A, tot ten hoogste € 2.700 per gerealiseerde stageplaats;

  2. 33% gelijkelijk wordt verdeeld over het aantal gerealiseerde stageplaatsen voor zorgopleidingen die blijkens de bijlagen 1 tot en met 4 behoren tot categorie B, C of D, tot ten hoogste € 1.800 per gerealiseerde stageplaats;

  3. 26% gelijkelijk wordt verdeeld over het aantal gerealiseerde stageplaatsen voor zorgopleidingen die blijkens de bijlagen 1 tot en met 4 behoren tot categorie C, tot ten hoogste € 3.000 per gerealiseerde stageplaats.

  4. 1% gelijkelijk wordt verdeeld over het aantal gerealiseerde stageplaatsen voor zorgopleidingen die blijkens de bijlagen 1 tot en met 4 behoren tot categorie D, tot ten hoogste € 1.400 per gerealiseerde stageplaats.

5.

Tenzij de stageaanbieder bij de aanvraag een ander aantal gerealiseerde stageplaatsen opgeeft, ontleent de minister, door tussenkomst van Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven, het aantal gerealiseerde stageplaatsen, bedoeld in het vorige lid:

  1. voor een zorgopleiding bij een onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, aan het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht;

  2. voor een zorgopleiding bij een onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, 3° of 4°, aan gegevens die de minister zijn verstrekt door de onderwijsinstelling.

6.

Indien de stageaanbieder bij de aanvraag een hoger aantal gerealiseerde stageplaatsen opgeeft en de aanvraag uitgaande van de maximumbedragen per gerealiseerde stageplaats een subsidie betreft van meer dan € 150.000 voor stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 1e, of van meer dan € 150.000 voor stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 2e, is de aanvraag voorzien van een assurancerapport van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, overeenkomstig een door de minister vastgesteld controleprotocol en modelassurancerapport.

7.

Indien de stageaanbieder bij de aanvraag een hoger aantal gerealiseerde stageplaatsen opgeeft en de aanvraag uitgaande van de maximumbedragen per gerealiseerde stageplaats een subsidie betreft van niet meer dan € 150.000, is de aanvraag voorzien van een overzicht, overeenkomstig een door de minister vastgesteld model, van alle gerealiseerde stageplaatsen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd alsmede afschriften van de overeenkomsten tussen de deelnemers, de stageaanbieder en de onderwijsinstellingen. De stageaanbieder kan in plaats van het overzicht en de afschriften een assurancerapport als bedoeld in het zesde lid overleggen.

8.

Indien de aanvraag is voorzien van een assurancerapport, draagt de stageaanbieder er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens de Auditdienst Rijk in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden.

9.

Het assurancerapport heeft of het overzicht en de afschriften hebben betrekking op:

  1. alle gerealiseerde stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 1e, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, indien het hoger aantal gerealiseerde stageplaatsen dat bij de aanvraag is opgegeven uitsluitend stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 1e, betreft;

  2. alle gerealiseerde stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 2e, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, indien het hoger aantal gerealiseerde stageplaatsen dat bij de aanvraag is opgegeven uitsluitend stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 2e, betreft;

  3. alle gerealiseerde stageplaatsen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, indien het hoger aantal gerealiseerde stageplaatsen dat bij de aanvraag is opgegeven zowel stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 1e, betreft, als stageplaatsen als bedoeld in artikel 1, onder d, onderdeel 2e.

Artikel 3

1.

De subsidie wordt op aanvraag vastgesteld.

2.

Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

3.

De aanvraag wordt uiterlijk 1 oktober na afloop van het desbetreffende studiejaar ontvangen.

4.

De aanvraag wordt ondertekend door een persoon die daartoe bevoegd is.

5.

Een aanvraag die na de datum, bedoeld in het derde lid, wordt ontvangen, wordt afgewezen.

6.

Een verzoek tot verhoging van het in de aanvraag vermelde aantal gerealiseerde stageplaatsen dat na de datum, bedoeld in het derde lid, wordt ontvangen, wordt afgewezen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Bijlage 1. Codes beroepsopleidende leerweg Centraal register beroepsopleidingen (BOL)

Bijlage 2. Codes beroepsbegeleidende leerweg Centraal register beroepsopleidingen (BBL)

Bijlage 3. Codes opleidingen Centraal register opleidingen hoger onderwijs (voltijd en deeltijd)

Bijlage 4. Codes opleidingen Centraal register opleidingen hoger onderwijs (duaal)