Home

Burgerlijk Wetboek BES Boek 2

Geldig van 8 juli 2020 tot 1 juli 2026
Geldig van 8 juli 2020 tot 1 juli 2026

Burgerlijk Wetboek BES Boek 2

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 08-07-2020 tot 01-07-2026]

Boek 2. Rechtspersonen

Titel 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

De bepalingen van deze titel gelden voor de in dit boek in afzonderlijke rechtsvormen geregelde rechtspersonen: de stichting, de stichting particulier fonds,de vereniging, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap.

2.

Artikel 3 geldt ook voor andere rechtsvormen die als rechtspersoon hebben te gelden. Voor zover het tegendeel niet uit de wet voortvloeit en de aard van de rechtspersoon zich niet daartegen verzet kunnen de overige bepalingen van deze titel analogisch worden toegepast op die andere rechtspersonen.

3.

Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken voor zover dat uit de wet blijkt.

Artikel 2

1.

Een rechtspersoon ontstaat niet bij het ontbreken van een door een notaris ondertekende akte, voor zover door de wet voor de totstandkoming vereist. Het ontbreken van kracht van authenticiteit aan een door een notaris ondertekende akte verhindert het ontstaan van de rechtspersoon niet, tenzij het gaat om een uiterste wilsbeschikking.

2.

Vernietiging van de rechtshandeling waardoor een rechtspersoon is ontstaan, tast diens bestaan niet aan. Het vervallen van de deelneming van een of meer oprichters van een rechtspersoon heeft op zichzelf geen invloed op de rechtsgeldigheid van de deelneming der overblijvende oprichters.

3.

Is ten name van een niet bestaande rechtspersoon een vermogen gevormd, dan verklaart de rechter op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie dat dit vermogen toebehoort aan een bij die beschikking in het leven geroepen rechtspersoon in de voorgewende rechtsvorm. Tenzij een andere oplossing de rechter geraden voorkomt ontbindt de rechter die rechtspersoon bij dezelfde beschikking.

Het zesde tot en met het achtste lid van artikel 24 vinden overeenkomstige toepassing. De andere oplossing kan bestaan in het alsnog vaststellen van statuten door de rechter en het aanwijzen van bestuurders, commissarissen, leden of aandeelhouders.

4.

Is het niet ontstaan van de rechtspersoon geheel of gedeeltelijk te wijten aan de grove schuld of de grove nalatigheid van een of meer personen die voor de ontbinding hebben gefungeerd als oprichter, bestuurder, commissaris, lid of aandeelhouder, dan zijn deze jegens de ontbonden rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor een bij de vereffening blijkend tekort.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Titel 2. De stichting

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 51a

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Titel 3. De vereniging

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Titel 4. De coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92

Artikel 93

Artikel 94

Artikel 95

Artikel 96

Artikel 97

Artikel 98

Artikel 99

Titel 5. De naamloze vennootschap

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 100
Artikel 101
Artikel 102

Afdeling 2. De aandelen

Artikel 103
Artikel 104
Artikel 105
Artikel 106
Artikel 107
Artikel 108
Artikel 109
Artikel 110
Artikel 111
Artikel 112
Artikel 113

Afdeling 3. Het vermogen en de jaarrekening

Artikel 114
Artikel 114a
Artikel 115
Artikel 116
Artikel 117
Artikel 118

Afdeling 4. De jaarrekening bij de grote vennootschap

Artikel 119
Artikel 120
Artikel 121
Artikel 122
Artikel 123
Artikel 124
Artikel 125
Artikel 126

Afdeling 5. De algemene vergadering van aandeelhouders

Artikel 127
Artikel 128
Artikel 129
Artikel 130
Artikel 131
Artikel 132
Artikel 133
Artikel 134
Artikel 135

Afdeling 6. Het bestuur

Artikel 136
Artikel 137

Afdeling 7. De onafhankelijke raad van commissarissen

Artikel 139
Artikel 140
Artikel 141
Artikel 142
Artikel 143
Artikel 144

Titel 6. De besloten vennootschap

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 200
Artikel 201
Artikel 202

Afdeling 2. De aandelen

Artikel 203
Artikel 204
Artikel 205
Artikel 206
Artikel 207
Artikel 208
Artikel 209
Artikel 210
Artikel 211
Artikel 212
Artikel 213

Afdeling 3. Het vermogen en de jaarrekening

Artikel 214
Artikel 215
Artikel 216
Artikel 217
Artikel 218
Artikel 219

Afdeling 5. De algemene vergadering van aandeelhouders

Artikel 227
Artikel 228
Artikel 229
Artikel 230
Artikel 231
Artikel 232
Artikel 233
Artikel 234
Artikel 235

Afdeling 6. Het bestuur

Artikel 236
Artikel 237
Artikel 238

Afdeling 7. De aandeelhouder-bestuurde vennootschap

Artikel 239
Artikel 240
Artikel 241
Artikel 242

Titel 7. Uitkoop, uittreding en gedwongen overdracht

Artikel 250

Artikel 251

Artikel 252

Artikel 253

Artikel 254

Artikel 255

Artikel 256

Artikel 257

Titel 8. Omzetting, fusie en splitsing

Afdeling 1. Omzetting

Artikel 300
Artikel 301
Artikel 302
Artikel 303
Artikel 304
Artikel 305

Afdeling 2. Algemene bepalingen omtrent fusie

Artikel 309
Artikel 310
Artikel 311
Artikel 312
Artikel 313
Artikel 314
Artikel 315
Artikel 316
Artikel 317
Artikel 318
Artikel 319
Artikel 320
Artikel 321
Artikel 322
Artikel 323
Artikel 323a

Afdeling 3. Bijzondere bepalingen voor fusies van naamloze en besloten vennootschappen

Artikel 324
Artikel 325
Artikel 326
Artikel 327
Artikel 328
Artikel 331
Artikel 333
Artikel 334

Afdeling 4. Algemene bepalingen omtrent splitsingen

Artikel 335
Artikel 336
Artikel 337
Artikel 338
Artikel 339
Artikel 340
Artikel 341
Artikel 342
Artikel 343
Artikel 344
Artikel 345
Artikel 346
Artikel 347
Artikel 348
Artikel 349
Artikel 350
Artikel 351
Artikel 352
Artikel 353
Artikel 354

Afdeling 5. Bijzondere bepalingen voor splitsingen waarbij een naamloze of besloten vennootschap wordt gesplitst of opgericht

Artikel 355
Artikel 356
Artikel 357
Artikel 358
Artikel 359
Artikel 360
Artikel 361
Artikel 362
Artikel 363