Home

Besluit op het specifiek cultuurbeleid

Geldig vanaf 11 april 2017
Geldig vanaf 11 april 2017

Besluit op het specifiek cultuurbeleid

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 11-04-2017]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 november 2009, nr. WJZ/164386 (8253), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

De Raad van State gehoord (advies van 23 december 2009, nr. W05.09.0464/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 maart 2010, nr. WJZ/199438 (8253), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Subsidies ten behoeve van cultuuruitingen

Artikel 1

1.

Onze Minister kan ten behoeve van cultuuruitingen als bedoeld in artikel 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid projectsubsidies verstrekken.

2.

Een projectsubsidie is een subsidie die anders dan per boekjaar wordt verstrekt.

Artikel 2

Een subsidie of een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 5 ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk 2. Specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Hoofdstuk 3. Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19