Onze Minister kan ten behoeve van cultuuruitingen als bedoeld in artikel 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid projectsubsidies verstrekken.
Besluit op het specifiek cultuurbeleid
Besluit op het specifiek cultuurbeleid
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 november 2009, nr. WJZ/164386 (8253), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;
De Raad van State gehoord (advies van 23 december 2009, nr. W05.09.0464/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 maart 2010, nr. WJZ/199438 (8253), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Subsidies ten behoeve van cultuuruitingen
Artikel 1
Artikel 2
Een subsidie of een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 5 ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.