De minister verstrekt in de jaren 2010 tot en met 2013 aan het bevoegd gezag van instellingen aanvullende bekostiging ten behoeve van de intensivering van het taal- en rekenonderwijs in de instellingen, dat erop gericht is om structureel een verhoging te realiseren van de taal- en rekenvaardigheden van deelnemers.
Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo
Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo
Opschrift
Aanhef
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 2.2.3, tweede en derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8, of een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de wet;
armoedeprobleemcumulatiegebied: een cumulatiegebied zoals gehanteerd in de Armoedemonitor 2005 van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek, zoals geactualiseerd op basis van het Regionaal Inkomensonderzoek;
deelnemer: een deelnemer die op 1 oktober van een kalenderjaar is ingeschreven aan een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de wet, die daadwerkelijk de opleiding volgt en op grond van artikel 2.3.2 van het Uitvoeringsbesluit WEB voor bekostiging wordt meegeteld;
apc-deelnemer: een deelnemer die woonachtig is in een postcodegebied dat valt in een armoedeprobleemcumulatiegebied;
taal: de Nederlandse taal;
CFI: uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
steunpunt: het tijdelijke Steunpunt taal en rekenen mbo verbonden aan de Stichting Innovatie Beroepsonderwijs.
Artikel 2. Te bekostigen activiteiten
De aanvullende bekostiging wordt besteed aan één of meer van de volgende activiteiten:
aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs;
toetsing van deelnemers;
extra onderwijstijd;
nieuwe of aangepaste faciliteiten;
professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal- en rekenonderwijs;
andere activiteiten die gericht zijn op intensivering van taal- en rekenonderwijs.
Artikel 3. Bekostigingsplafond en verdelingswijze
Voor het kalenderjaar 2010 is € 58.099.000 [Red: voor het kalenderjaar 2012 € 51.609.000,-] beschikbaar. De bedragen voor de kalenderjaren 2011 tot en met 2013 worden voorafgaand aan het kalenderjaar bekend gemaakt.
In 2010 is voor de compensatiebedragen bedoeld in artikel 6 een bedrag van € 6.448.900 beschikbaar, in 2011 een bedrag van € 4.299.267 en in 2012 een bedrag van € 2.149.633
Voor de berekening van de bedragen naar rato van het aantal deelnemers op grond van artikel 5 wordt uitgegaan van het bedrag dat voor het betreffende kalenderjaar voor het verstrekken van aanvullende bekostiging resteert nadat het bedrag genoemd in het derde lid alsmede het totaalbedrag voor de apc-deelnemers voor het betreffende kalenderjaar, berekend op grond van artikel 4, in mindering is gebracht op het bedrag, genoemd in het eerste lid.
Voor de berekening bedoeld in de artikelen 4 en 5 maakt de minister gebruik van de gegevens bedoeld in artikel 4b.2.3, eerste lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WEB.
Bij de berekening bedoeld in de artikelen 4 en 5 wordt het aantal deelnemers in een deeltijdse opleiding in de beroepsopleidende leerweg vermenigvuldigd met 0,35.