Home

Besluit mandaat, volmacht en machtiging integratie, inburgering en coördinatie integratie minderheden

Geldig van 6 maart 2007 tot 11 maart 2007
Geldig van 6 maart 2007 tot 11 maart 2007

Besluit mandaat, volmacht en machtiging integratie, inburgering en coördinatie integratie minderheden

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 11-03-2007]
[Regeling ingetrokken per 06-05-2007]

Aanhef

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

In overeenstemming met de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;

Gelezen de schriftelijke instemming van de directeur Inburgering en Integratie;

Gelet op het Koninklijk Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot integratie, inburgering en coördinatie integratie minderheden, en op de artikelen 10:3 en 10:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1 [Nog niet in werking]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  2. directeur Inburgering en Integratie: directeur van de directie Inburgering en Integratie van het directoraal-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Justitie, als bedoeld in artikel 21 van de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007;

  3. directeur-generaal Wonen: directeur-generaal van het directoraat-generaal Wonen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, als bedoeld in artikel 3.25 van het Organisatiebesluit VROM 2005.

Artikel 2 [Nog niet in werking]

1.

Aan de directeur Inburgering en Integratie wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aan de Minister toekomende bevoegdheden in het kader van de aangelegenheden op de terreinen van integratie, inburgering en coördinatie integratie minderheden.

2.

De directeur Inburgering en Integratie is bevoegd zijn machtiging door te verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen, voor zover deze de bevoegdheid betreft de Minister te vertegenwoordigen in het kader van bestuursrechtelijke geschillen.

Artikel 3 [Nog niet in werking]

Aan de directeur-generaal Wonen wordt mandaat en machtiging verleend tot het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten, genomen op grond van artikel 2, en het vaststellen en ondertekenen van alle op die beslissingen betrekking hebbende stukken.

Artikel 4 [Nog niet in werking]

Artikel 5 [Nog niet in werking]

Artikel 6

Artikel 7