Home

Wet medezeggenschap op scholen

Geldig van 1 augustus 2014 tot 4 maart 2015
Geldig van 1 augustus 2014 tot 4 maart 2015

Wet medezeggenschap op scholen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-08-2014 tot 04-03-2015]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 te vervangen door een nieuwe wet, aangezien het, in het belang van het goed functioneren van de school, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, wenselijk is het overleg met en de vertegenwoordiging van het personeel en de ouders en leerlingen van de school te verbeteren mede in het licht van de vergroting van de autonomie van besturen van die scholen, dat het tevens wenselijk is de medezeggenschap bij centrale diensten als bedoeld in genoemde wetten en regionale expertisecentra als bedoeld in de Wet op de expertisecentra zoveel mogelijk dienovereenkomstig te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze wet verstaat onder:

  1. «Onze Minister»: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Economische Zaken;

  2. «school»: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Experimentenwet onderwijs;

  3. «centrale dienst»: een centrale dienst als bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 69 van de Wet op de expertisecentra en artikel 53b van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  4. «samenwerkingsverband»: een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  5. «bevoegd gezag» voor wat betreft:

    1. een school: het bevoegd gezag, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Experimentenwet onderwijs;

    2. een centrale dienst: het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 69 van de Wet op de expertisecentra en artikel 53b van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    3. een samenwerkingsverband: het bestuur van een samenwerkingsverband;

  6. «leerlingen»: leerlingen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  7. «ouders»: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen;

  8. «schoolleiding»: de directeur, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra en de rector, directeur of de leden van de centrale directie, bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, alsmede de conrectoren of de adjunct-directeuren;

  9. personeel»: het personeel dat in dienst is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag en dat werkzaam is op de school, bij de centrale dienst, dan wel het samenwerkingsverband en personeel dat is benoemd of ten minste 6 maanden te werk gesteld zonder benoeming dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school;

  10. «onderwijswet»: de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  11. «geleding»: de afzonderlijke groepen van leden, bedoeld in artikel 3, derde lid.

Artikel 2. Aard bepalingen

De bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften, voor zover zij de scholen en de samenwerkingsverbanden betreffen, zijn regels voor het openbaar onderwijs en voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder onderwijs.

Artikel 3. Medezeggenschapsraad

Artikel 4. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel 4a. Ondersteuningsplanraad

Artikel 5. Voorzitter (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad

Hoofdstuk 2. Algemene bevoegdheden, taken, en informatierechten

Artikel 6. Algemene bevoegdheden medezeggenschapsraad en vertegenwoordiging bevoegd gezag

Artikel 7. Algemene taken medezeggenschapsraad

Artikel 8. Algemeen informatierecht medezeggenschapsraad

Artikel 9. Van overeenkomstige toepassing verklaring van de artikelen 6 , 7 en 8

Hoofdstuk 3. Instemmings- en adviesbevoegdheden

Artikel 10. Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel 11. Adviesbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel 12. Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad

Artikel 13. Instemmingsbevoegdheid ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad bij een school als bedoeld in de WPO en de WEC, met uitzondering van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs

Artikel 14. Instemmingsbevoegdheid ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad bij een school als bedoeld in de WVO of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC

Artikel 14a. Instemmingsrecht ondersteuningsplanraad

Artikel 15. Tenuitvoerlegging bepaalde besluiten

Artikel 16. Bevoegdheden (geledingen) gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel 17. Adviesaanvrage

Artikel 18. Nadere regels bijzondere bevoegdheden

Artikel 19. Overeenkomstige toepassing t.a.v. GMR

Hoofdstuk 4. Organisatie medezeggenschap

Artikel 20. Specifieke inrichting medezeggenschapsstructuur

Artikel 21. Medezeggenschapsstatuut

Artikel 22. Inhoud medezeggenschapsstatuut

Artikel 23. Medezeggenschapsreglement

Artikel 24. Inhoud medezeggenschapsreglement medezeggenschapsraad

Artikel 25. Geldigheidsduur bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad en bijzondere bevoegdheden ingevolge toepassing artikel 24, tweede en derde lid

Artikel 26. Reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel 27. Mogelijkheid regeling voor specifieke gevallen

Artikel 28. Faciliteiten

Artikel 29. Afwijking in verband met eigen aard

Artikel 29a. Bepalingen van overeenkomstige toepassing op ondersteuningsplanraad

Hoofdstuk 5. Regeling geschillen

Artikel 30. Commissie voor geschillen

Artikel 31. Competentie commissie

Artikel 32. Geschillen instemmingsbevoegdheid

Artikel 33. Geschil inhoud medezeggenschapsreglement en medezeggenschapsstatuut

Artikel 34. Geschil adviesbevoegdheid raad

Artikel 35. Geschil interpretatie

Artikel 36. Procesbevoegdheid en beroep

Artikel 37. Overeenkomstige toepassing

Hoofdstuk 6. Overige bepalingen

Artikel 38. Inhouding bekostiging

Artikel 39. Wet op de ondernemingsraden

Hoofdstuk 7. Invoerings- en overgangsbepalingen

Artikel 40. Niet langer van toepassing zijn WMO 1992 ; Besluit medezeggenschap onderwijs

Artikel 41. Overgangsrecht medezeggenschapreglement en medezeggenschapsstatuut

Artikel 42. Geldigheidsduur ontheffing/toestemming op grond van art. 31 WMO 1992

Artikel 43. Aantreden nieuwe commissie; beslissing aanhangige geschillen

Artikel 44. Voorlopige medezeggenschapsraad

Artikel 45

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 46. Evaluatie

Artikel 47. Inwerkingtreding

Artikel 48. Citeertitel