Home

Verordening PT algemene heffing handel groenten en fruit 2003

Geldig vanaf 15 februari 2003
Geldig vanaf 15 februari 2003

Verordening PT algemene heffing handel groenten en fruit 2003

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2015]

Aanhef

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 14, 15 en 19 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998;

gehoord de sectorcommissie Groenten en Fruit, d.d. 12 september 2002;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

1.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen 1 en 2 van de instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998.

2.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.

de voorzitter

:

de voorzitter van het Productschap Tuinbouw;

b.

het bestuur

:

het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

c.

de handel

:

het aankopen en verkopen van producten aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften;

d.

het bewerken

:

alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt , zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren;

e.

de ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in de verse of bewerkte producten:

1e fruit, met uitzondering van slaggrondnoten en kopra; 2e groenten, met uitzondering van zaden van groenten;

f.

de aankoopwaarde handel

:

het bedrag van de door de ondernemer gedurende een kalenderjaar aangekochte producten;

g.

de heffingsplichtige

:

de ondernemer die ingevolge deze verordening heffing verschuldigd is;

h.

een afzetorganisatie

:

de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde producten verkoopt;

i.

uien

:

alle uien met uitzondering van zilveruien.

3.

Met de ondernemer als bedoeld in het tweede lid, onder e, wordt gelijk gesteld de natuurlijke of rechtspersoon die groenten en fruit van telers of van buitenlandse handelaren aankoopt en deze zonder tussenkomst van andere handelaren verkoopt aan consumenten. Voor de aankoopwaarde handel wordt in dat geval uitsluitend in aanmerking genomen hetgeen van telers of buitenlandse handelaren op deze wijze is aangekocht.

4.

Met de ondernemer bedoeld in het tweede lid, onder e, wordt ook gelijkgesteld de telersvereniging of afzetorganisatie die producten van telers aankoopt en deze vervolgens verkoopt aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 13

Artikel 14