Home

Besluit draagkrachtcriteria rechtsbijstand

Geldig van 2 juli 1997 tot 15 juni 2000
Geldig van 2 juli 1997 tot 15 juni 2000

Besluit draagkrachtcriteria rechtsbijstand

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 01-07-2009]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 20 oktober 1993, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 401654/93/6, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Gelet op de artikelen 25, 34 en 35 van de Wet op de rechtsbijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 28 december 1993, no. W03.93.0706);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 januari 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 419551/93/6, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de wet: de Wet op de rechtsbijstand;

  2. inkomen: het inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag, na aftrek van de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremie;

  3. vermogen: de waarde van de bezittingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, verminderd met de waarde van de schulden als bedoeld in artikel 9 tweede lid;

  4. alleenstaande: een persoon, die geen gezamenlijke huishouding voert noch minderjarige kinderen heeft die tot de huishouding behoren;

  5. gezamenlijke huishouding: een huishouding die gevoerd wordt door twee personen van gelijk of verschillend geslacht, gehuwd of ongehuwd, niet zijnde bloedverwanten in de eerste of tweede graad, die gezamenlijk voorzien in huisvesting en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.

Artikel 2

Indien de rechtzoekende minderjarig is, wordt ter bepaling van de draagkracht het inkomen en vermogen van de ouder(s) in aanmerking genomen, tenzij:

  1. de minderjarige 16 jaar of ouder en uitwonend is;

  2. de minderjarige thuiswonend is en de ouder(s) geen kinderbijslag voor hem ontvangen;

  3. de rechtsbijstand waarvoor de toevoeging wordt verzocht, betrekking heeft op een geschil met de ouder(s).

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk II. De vaststelling van de draagkracht in het inkomen en vermogen

§ 1. De draagkracht in het inkomen

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

§ 2. De draagkracht in het vermogen

Artikel 8

Artikel 9

Hoofdstuk III. Vrijstelling en vermindering van de eigen bijdrage

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Hoofdstuk IV. De verklaring omtrent inkomen en vermogen

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Hoofdstuk V. Inkomens- en vermogenstoets bij verlengde spreekuurvoorziening

Artikel 16

Hoofdstuk VI. Opvragen van gegevens bij de belastingdienst

Artikel 17

Hoofdstuk VII. Slotbepalingen

Artikel 18

Artikel 19