In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
- b.
de wet: de Vleeskeuringswet;
- c.
hoofdinspecteur: de veterinair hoofdinspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit;
- d.
keuringsdierenarts: persoon, bedoeld in de eerste zinsnede van artikel 25 van de wet, belast met keuring van slachtdieren en van vlees;
- e.
de richtlijn: richtlijn nr. 64/433/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG 1964, L 121);
- f.
vlees: alle voor menselijke consumptie geschikte delen van als landbouwhuisdier gehouden runderen (de soorten Bubalus bubalis en Bison bison daaronder begrepen), varkens, schapen, geiten en eenhoevigen;
- g.
vers vlees: vlees, ook vacuüm of in gecontroleerde atmosfeer verpakt, dat, buiten de koudebehandeling, geen behandeling ter bevordering van de houdbaarheid heeft ondergaan;
- h.
separatorvlees: vlees dat machinaal is afgescheiden van beenderen met daaraan vastzittend vlees;
- i.
karkas: het uitgebloede gehele slachtdier dat is ontdaan van de ingewanden, waarvan de poten zijn afgesneden ter hoogte van het voorkniegewricht respectievelijk het spronggewricht, en waarvan de kop, de staart en de uier zijn verwijderd; voor runderen, schapen, geiten en eenhoevigen betreft het karkassen als hierboven bedoeld na het onthuiden. Bij varkens hoeven de poten niet ter hoogte van het voorkniegewricht, respectievelijk het spronggewricht te worden afgesneden en hoeft de kop niet te worden verwijderd wanneer het vlees bestemd is om te worden behandeld overeenkomstig de regelen, gesteld krachtens richtlijn nr. 77/99/EEG;
- j.
slachtafval: vers vlees dat geen deel uitmaakt van het karkas als omschreven onder i, ook indien het op natuurlijke wijze met het karkas verbonden blijft;
- k.
ingewanden: het slachtafval in de borst-, buik- en de bekkenholte, met inbegrip van de luchtpijp en de slokdarm;
- l.
land van verzending: de lid-staat van de Europese Gemeenschappen of van de Europese Ruimte van waaruit vers vlees wordt verzonden;
- m.
land van bestemming: de lid-staat van de Europese Gemeenschappen of van de Europese Ruimte waarnaar vers vlees uit een andere lid-staat wordt verzonden;
- n.
land van produktie: de lid-staat van de Europese Gemeenschappen of van de Europese Ruimte op het grondgebied waarvan de inrichting zich bevindt;
- o.
vervoermiddelen: voor belading bestemde gedeelten van motorvoetuigen, van spoorvoertuigen en van luchtvaartuigen, alsmede scheepsruimen of containers voor het vervoer over land, over zee of door de lucht;
- p.
inrichting: slachthuis, uitsnijderij, koelhuis of vrieshuis, herverpakkingscentrum of een complex bestaande uit verscheidene van deze inrichtingen;
- q.
herverpakkingscentrum: een werkplaats of een opslagplaats waar vlees met een onmiddellijke verpakking dat bestemd is om in de handel te worden gebracht opnieuw bijeengebracht of herverpakt wordt;
- r.
GVE: Groot Vee Eenheden;
- s.
onmiddellijke verpakking: het beschermen van vers vlees door middel van een eerste omhulsel of een eerste bergingsmiddel dat rechtstreeks in contact komt met het betrokken verse vlees, alsmede het eerste omhulsel of het eerste bergingsmiddel zelf;
- t.
eindverpakking: het plaatsen van vers vlees in onmiddellijke verpakking in een tweede bergingsmiddel, alsmede het bergingsmiddel zelf;
- u.
speciale noodslachting: het doden, op last van een dierenarts, wegens een ongeval of ernstige lichamelijke en functionele stoornissen. De speciale noodslachting wordt buiten een slachthuis uitgevoerd indien de dierenarts meent dat vervoer onmogelijk is of onnodig lijden van het dier zou meebrengen;
- v.
vlees van gekweekt wild: alle voor menselijke consumptie geschikte delen van niet-gedomesticeerde landzoogdieren, niet zijnde lagomorfen, die niet worden vermeld onder f, die in gevangenschap zijn gekweekt, gehouden en geslacht;
- w.
gekweekt wild: niet als huisdier beschouwde landzoogdieren,niet zijnde lagomorfen, die niet worden vermeld onder f, en die worden gehouden als huisdieren. Niet-gedomesticeerde zoogdieren die leven op een afgesloten gebied onder soortgelijke omstandigheden ten aanzien van vrijheid als wild worden evenwel niet als gekweekt wild beschouwd;
- x.
richtlijn 90/675/EEG: de richtlijn nr. 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 373);
- ij.
richtlijn 93/119/EG: richtlijn nr. 93/119/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden (PbEG L 340);
- z.
richtlijn 91/495/EEG: de richtlijn nr. 91/495/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtlijke voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268);
- aa.
richtlijn 74/557/EEG: de richtlijn nr. 74/557/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1974 betreffende de verdoving van dieren voor het slachten (PbEG L 316);
- bb.
richtlijn 77/99/EEG: richtlijn nr. 77/99/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten en bepaalde andere produkten van dierlijke oorsprong (PbEG L 26);
- cc.
richtlijn 90/667/EEG: de richtlijn nr. 90/667/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen) en tot wijziging van richtlijn nr. 90/425/EEG ( PbEG L 363);
- dd.
richtlijn 86/363/EEG: de richtlijn nr. 86/363/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEG L 221);
- ee.
richtlijn 91/498/EEG: de richtlijn nr. 91/498/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG L 268);
- ff.
richtlijn 77/96/EEG: de richtlijn nr. 77/96/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake het opsporen van trichinen bij de invoer van vers vlees van varkens en huisdieren uit derde landen (PbEG L 26);
- gg.
richtlijn 92/120/EEG: de richtlijn nr. 92/120/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van bepaalde produkten van dierlijke oorsprong (PbEG L 62);
- hh.
richtlijn 86/469/EEG: de richtlijn nr. 86/469/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 september 1986 inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen (PbEG L 275);
- ii.
beschikking 84/371/EEG: de beschikking nr. 84/371/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juli 1984 tot vaststelling van het speciale merk voor vers vlees als bedoeld in artikel 5, sub a), van richtlijn nr. 64/433/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen (PbEG L 196);
- jj.
richtlijn 80/778/EEG: de richtlijn nr. 80/778/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 229);
- kk.
verordening (EEG) 2377/90: de verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEG L 224);
- ll.
in de handel brengen: het verkopen, te koop aanbieden of uitstallen met het oog op verkoop, het afleveren, het ten geschenke geven of op enige andere wijze afstaan, het tot vervoer of aflevering voorhanden hebben, het in voorraad hebben, het vervoeren of doen vervoeren, anders dan ter naleving van enig wettelijk voorschrift.