Home

Wet politieregisters

Geldig van 1 april 2004 tot 1 mei 2004
Geldig van 1 april 2004 tot 1 mei 2004

Wet politieregisters

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2004 tot 01-05-2004]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2008]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot politieregisters uitvoering dient te worden gegeven aan artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. a.

    Onze Ministers: Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezamenlijk;

  2. b.

    politietaak: de taak van de politie, omschreven in artikel 2 van de Politiewet 1993;

  3. c.

    politieregister of register: een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende persoonsgegevens

    • die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd of met het oog op een doeltreffende raadpleging van die gegevens systematisch is aangelegd, en

    • die is aangelegd ten dienste van de uitvoering van de politietaak;

  4. d.

    koppeling: het treffen van technische of organisatorische voorzieningen, waardoor verschillende verzamelingen van persoonsgegevens systematisch met elkaar kunnen worden vergeleken;

  5. e.

    antecedenten: bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven persoonsgegevens betreffende de toepassing van het strafrecht of de strafvordering;

  6. f.

    beheerder met betrekking tot een register:

    1. 1°.

      bij een regionaal politiekorps: de ingevolge de Politiewet als korpsbeheerder aangewezen burgemeester;

    2. 2°.

      bij het Korps landelijke politiediensten: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    3. 3°.

      bij de bijzondere ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 43 van de Politiewet 1993: Onze Minister van Justitie;

    4. 4°.

      bij de Koninklijke marechaussee: Onze Minister van Defensie;

    5. 5°.

      gemeenschappelijk aan twee of meer politiekorpsen: de beheerder van het politiekorps die is belast met de feitelijke zorg voor het goed functioneren van dat register;

    6. 6°.

      mede gemeenschappelijk aan de Koninklijke marechaussee: het door Onze Ministers in overeenstemming met Onze Minister van Defensie aan te wijzen gezag;

  7. g.

    reglement: het reglement, bedoeld in artikel 9;

  8. h.

    verstrekken van gegevens uit een politieregister: het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens, voor zover zulks geheel of grotendeels steunt op gegevens die in dat politieregister zijn opgenomen, of die door verwerking daarvan, al dan niet in verband met andere gegevens, zijn verkregen;

  9. i.

    persoonsgegevens: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens;

  10. j.

    tijdelijk register: een politieregister dat is aangelegd met het oog op de uitvoering van de politietaak in een bepaald geval of in het kader van een verkennend onderzoek als bedoeld in artikel 126gg van het Wetboek van Strafvordering;

  11. j.

    het College bescherming persoonsgegevens of het College: het College als bedoeld in artikel 51 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

  12. k.

    register zware criminaliteit: een politieregister dat is aangelegd met het oog op de uitvoering van de politietaak, voor zover het betreft:

    1. 1°.

      misdrijven als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, die in georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd en gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven die in het georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren of

    2. 2°.

      misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld;

    3. 3°.

      bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven misdrijven als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, die gezien hun aard of de samenhang met andere door betrokkene begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren;

  13. l.

    voorlopig register: een politieregister dat is aangelegd met het oog op de uitvoering van de politietaak, voor zover het betreft de vaststelling of de geregistreerde in samenhang met andere gegevens opgenomen kan worden in een register zware criminaliteit;

  14. m.

    bijzondere politieregisters: registers als bedoeld in § 3a.

2.

De voordracht voor een krachtens het eerste lid, onder k, onderdeel 3°, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 2

Deze wet is niet van toepassing op verzamelingen van persoonsgegevens

  1. die zijn aangelegd voor de uitvoering van de taken ten dienste van de justitie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdelen 1 en 2, van de Politiewet 1993;

  2. die naar hun aard voor persoonlijk gebruik zijn bestemd.

Artikel 3

§ 2. Algemene bepalingen

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 3. Het reglement

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Paragraaf 3a. Bepalingen met betrekking tot bijzondere politieregisters

Artikel 13

Artikel 13a

Artikel 13b

Artikel 13c

Artikel 13d

§ 4. Het verstrekken van gegevens uit een politieregister

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

§ 5. Rechten van de belanghebbende op kennisneming en verbetering

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

§ 6. Bepalingen betreffende het toezicht

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28 [Vervallen per 01-09-2001]

§ 7. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33