De adspirant-registerloods, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Loodsenwet:
is gedurende de periode dat de leerovereenkomst, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de Loodsenwet, van kracht is, in het bezit van de geneeskundige verklaring, genoemd in artikel 104, eerste lid, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart en de verklaring, genoemd in artikel 104, tweede lid, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart;
[vervallen;]
beschikt bij het aangaan van de leerovereenkomst ten minste over:
- 1°.
een geldig vaarbevoegdheidsbewijs, afgegeven ingevolge artikel 20, 22 of 22a van de Zeevaartbemanningswet, als:
– kapitein alle schepen,
– eerste maritiem officier, of
– eerste stuurman alle schepen; of
- 2°.
– het bewijs van vaardigheid dat de nautische opleiding voor officier bij de Koninklijke marine met goed gevolg is afgelegd,
– het bewijs dat zeewachtstandaard B is toegekend,
– het bewijs dat de opleiding tot commandocentrale-officier met goed gevolg is afgelegd, en
– het algemeen certificaat voor de maritieme radiocommunicatie.
- 1°.