het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
Wet op het voortgezet onderwijs
Wet op het voortgezet onderwijs
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter verkrijging van een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen het voortgezet onderwijs in een wet te regelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Titel I. Algemene bepalingen
Artikel 1
Deze wet verstaat onder:
«Onze Minister»: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
«de inspectie»: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;
«voortgezet onderwijs»: het voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 2
«school»: een school voor voortgezet onderwijs, tenzij het tegendeel blijkt;
«openbare school»:
een school in stand gehouden door een gemeente, dan wel door een openbaar lichaam, ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin deelnemen een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid;
een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 42a in stand gehouden school;
een door een stichting als bedoeld in artikel 42b of artikel 53c in stand gehouden school;
«bijzondere school»: een door een natuurlijke persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde een stichting als bedoeld in artikel 42b, in stand gehouden school;
«openbare rechtspersoon»: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 42a;
«het bevoegd gezag» : voor wat betreft:
een openbare school:
- 1°.
- 2°.
het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
- 3°.
de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 42a; dan wel
- 4°.
de stichting, bedoeld in artikel 42b of artikel 53c;
- 1°.
een bijzondere school: het schoolbestuur;
«Informatie Beheer Groep»: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;
«persoonsgebonden nummer»: het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer, bedoeld in artikel 27b, vierde lid;
«contractactiviteiten»: activiteiten als bedoeld in artikel 20, tweede lid;
«de basisvorming in het voortgezet onderwijs»: het onderwijs, bedoeld in de artikelen 11a tot en met 11e;
«personeel»:
de benoemde rector, directeur, conrector, adjunct-directeur of leraar, en overig personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs;
het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 38a tot en met 39a, 40, 40a, 43a, eerste en tweede lid, 51, eerste tot en met derde lid, 52, 52a, 53, 53b en 96o, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende wettelijke bepalingen;
«nascholing»: een vorm van scholing, gegeven aan leden van het personeel om hun kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshoudingen direct verband houdend met de uitoefening van hun beroep, voortbouwend op de in de initiële opleiding verworven aanvangsbekwaamheid te verdiepen en uit te breiden;
«leerlinggebonden budget»: een leerlinggebonden budget voor een leerling als bedoeld in artikel 77a.
Artikel 2
Het voortgezet onderwijs, bedoeld in deze wet, omvat het onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs en na het speciaal onderwijs. Het omvat niet het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en het hoger onderwijs.