Grondslag | Gelet op artikel 89 van de Grondwet, artikel 74, zesde lid, van de Participatiewet, artikel 4:2b, vijfde lid, van de Wet arbeid en zorg, artikelen 10a, 54, twaalfde lid, 64, vijfde lid, en 73, vijfde, zesde en zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikelen 668, zesde lid, en 673, tiende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 27, tiende lid, van de Werkloosheidswet, artikel 45, zesde lid van de Ziektewet, artikel 29, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 90 derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 47, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikelen 2:68, derde lid en 3:39, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 14, zesde lid, van de Toeslagenwet, artikel 17b, zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 38, zesde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikelen 7, vijfde, zesde en achtste lid, 7a, vierde lid, 14, tweede lid, 17b, zesde lid, en 18, zevende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, artikelen 27, eerste lid, 38, eerste, derde en zevende lid, en 38a, vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 18pa, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, artikel 19g, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, artikel 29b, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 8:8, derde lid, van de Arbeidstijdenwet en 15b, derde lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs |
---|