Nederlandse dienstbetrekking leidt tot premieplicht Wlz en Anw

Nederlandse dienstbetrekking leidt tot premieplicht Wlz en Anw

Gegevens

Nummer
2023/54
Publicatiedatum
22 maart 2023
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 januari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:504

Belanghebbende woont in het buitenland. Hij is met ingang van 1 juni 2018 in Nederland komen werken voor een Nederlandse werkgever. Hij heeft hiervoor een salaris ontvangen. Daarnaast heeft hij in 2018 een AOW-uitkering ontvangen. In geschil is of hij premieplichtig is voor de premies Wlz en Anw. De rechtbank oordeelt van wel. Op het moment dat belanghebbende in Nederland is gaan werken is art. 11 lid 3 Vo. 883/2004 van toepassing. Dit artikellid bepaalt dat de wetgeving van de lidstaat, in dit geval Nederland, van toepassing is. Op grond van de Nederlandse wetgeving is belanghebbende premieplichtig voor de Wlz en Anw en daarom is Nederland gerechtigd die premies te heffen. De door belanghebbende opgeworpen uitzondering van art. 12 lid 2 Vo. 883/2004 is hier niet van toepassing omdat de in dat artikellid genoemde uitkeringen niet dezelfde uitkeringen zijn als die belanghebbende ontvangt. Ook de stelling dat belanghebbende niet de premies hoeft te betalen, maar zijn werkgever, faalt. De werkgever dient premies in te houden, maar dat is slechts een voorheffing. De premies komen uiteindelijk ten laste van de werknemer en niet van de werkgever. (Beroep ongegrond.)

Bron: NDFR Dagelijks 13 maart 2023