Home

Raad van State, 04-11-2020, ECLI:NL:RVS:2020:2587, 202001923/2/R3

Raad van State, 04-11-2020, ECLI:NL:RVS:2020:2587, 202001923/2/R3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
4 november 2020
Datum publicatie
11 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2587
Zaaknummer
202001923/2/R3

Inhoudsindicatie

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Rijswijk van 4 februari 2020, waarbij het bestemmingsplan "Herontwikkeling HBG-locatie" is vastgesteld.

Uitspraak

202001923/2/R3.

Datum uitspraak: 4 november 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[appellante], wonend te Rijswijk,

en

de raad van de gemeente Rijswijk,

verweerder.

Openbare zitting gehouden op 29 oktober 2020 om 10:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. R. Uylenburg    voorzitter

Staatsraad mr. G.T.J.M. Jurgens    rapporteur

Staatsraad mr. J. Gundelach    lid

griffier: mr. A.J. Soede

Verschenen:

[appellante], in persoon en bijgestaan door mr. D. Quakernaat, rechtsbijstandverlener te Leusden;

De raad, vertegenwoordigd door M.C. de Hoog en M.J. de Ligt, bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen;

Syntrus Achmea Real Estate & Finance, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], [gemachtigde B] en [gemachtigde C].

====================================

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 4 februari 2020, waarbij het bestemmingsplan "Herontwikkeling HBG-locatie" is vastgesteld.

De Afdeling verklaart het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk.

Gronden:

Dit bestemmingsplan maakt de bouw van 550 woningen mogelijk, verdeeld over vijf woontorens met een maximale hoogte variërend van 29,5 m tot 107 m en grondgebonden woningen met een parkeergarage.

    Uitgangspunt is dat degene die feitelijke gevolgen ondervindt van de activiteiten die het bestemmingsplan mogelijk maakt belanghebbende is tenzij gevolgen van enige betekenis ontbreken.

    [appellante] woont aan de Thomas Jeffersonlaan op 410 m afstand van het plangebied en op een afstand van 460 m van de dichtstbij voorziene woontoren. Tussen haar woning en de voorziene bebouwing bevinden zich bomen, infrastructuur en hoogbouw. Zij heeft geen zicht op het plangebied. Er treedt geen beperking van bezonning op bij de woning van [appellante]. De woning van [appellante] ligt in een andere wijk aan de andere kant van de Generaal Spoorlaan. Dat sluipverkeer optreedt ter plaatse van de woning van [appellante] is niet te verwachten. Ook indien verkeerscongestie op de Generaal Spoorlaan optreedt zal [appellante] daarvan bij haar woning geen gevolgen ondervinden, zodat zij daaraan geen persoonlijk belang kan ontlenen.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.   

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

270-944.