Home

Raad van State, 17-09-2008, BF1021, 200708215/1

Raad van State, 17-09-2008, BF1021, 200708215/1

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
17 september 2008
Datum publicatie
17 september 2008
ECLI
ECLI:NL:RVS:2008:BF1021
Zaaknummer
200708215/1

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 17 oktober 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede (hierna: het college) aan [vergunninghouder] bouwvergunning verleend voor een woning op de [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).

Uitspraak

200708215/1.

Datum uitspraak: 17 september 2008

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellanten], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak in zaak nr. 07/357 van de rechtbank Almelo van 16 oktober 2007 in het geding tussen:

[appellanten]

en

het college van burgemeester en wethouders van Enschede.

1. Procesverloop

Bij besluit van 17 oktober 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede (hierna: het college) aan [vergunninghouder] bouwvergunning verleend voor een woning op de [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).

Bij besluit van 21 februari 2007 heeft het college het daartegen door [appellanten] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 oktober 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het daartegen door [appellanten] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 november 2007, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2008, waar [een der appellanten], in persoon en bijgestaan door mr. Th.H.W. Juta, en het college, vertegenwoordigd door W.D. Piek, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghouder], vertegenwoordigd door M.P. Rasker-Krijgsman, als partij gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Op het perceel stond een café dat door [vergunninghouder] werd geëxploiteerd. In 1999 heeft deze de exploitatie beëindigd waarna het café als woonhuis is gebruikt. Dit voormalige café/woonhuis is in mei 2006 gesloopt. Het bouwplan voorziet in de bouw van een geheel nieuwe woning op het perceel, op een andere plaats dan waar het café/woonhuis was gesitueerd.

2.2. In hoger beroep is uitsluitend in geding of artikel 10.1.7 van de voorschriften van het bestemmingsplan "Horstlanden-Veldkamp" van toepassing is. Ingevolge dit artikel, voor zover hier van belang, geldt voor vervangende nieuwbouw een aantal aanvullende bepalingen. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de bouw van de nieuwe woning niet kan worden aangemerkt als vervangende nieuwbouw, maar als het toevoegen van een woning.

2.2.1. De nieuwe woning is voorzien op een andere plaats op het perceel dan waar het café/woonhuis was gesitueerd. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen is op grond van de planvoorschriften voor het toevoegen van een woning, het slopen van een reeds bestaande woning/hoofdgebouw niet vereist. De planvoorschriften geven niet aan wat het maximum aantal toegestane hoofdgebouwen op het perceel is. De bebouwde oppervlakte van het perceel vindt slechts zijn begrenzing in het in artikel 10.1.3, aanhef en onder b, opgenomen bebouwingspercentage. De omstandigheid dat het voormalige café/woonhuis is gesloopt is derhalve niet van belang voor de vraag of sprake is van vervangende nieuwbouw in de zin van artikel 10.1.7. Nieuwbouw had ook kunnen plaatsvinden zonder sloop van het voormalige café/woonhuis, zodat artikel 10.1.7 in dit geval toepassing mist. Dat het bouwplan voor [appellanten] persoonlijk vervanging van het voormalige café/woonhuis betekent, maakt dat niet anders. De planologische situatie is bepalend bij toetsing van het bouwplan.

Het betoog faalt.

2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.

w.g. Bijloos w.g. Van der Maesen de Sombreff

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2008

190-567.