Home

Rechtbank Utrecht, 07-12-2010, BO6463, 719401 UE VERZ 10-1296 PK

Rechtbank Utrecht, 07-12-2010, BO6463, 719401 UE VERZ 10-1296 PK

Gegevens

Instantie
Rechtbank Utrecht
Datum uitspraak
7 december 2010
Datum publicatie
8 december 2010
ECLI
ECLI:NL:RBUTR:2010:BO6463
Zaaknummer
719401 UE VERZ 10-1296 PK

Inhoudsindicatie

Ontbindingsverzoek werknemer na intrekking door werkgever van eerder toegewezen ontbindingsverzoek waarbij een vergoeding is toegekend. Aanbod werkgever van nieuwe functie. In de gegeven omstandigheden had de werknemer daar niet op behoeven in te gaan. Toekenning van dezelfde vergoeding als in de eerdere beschikking onder aftrek van sindsdien ontvangen salaris tijdens vrijstelling van werkzaamheden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT

Sector kanton

Locatie Utrecht

zaaknummer: 719401 UE VERZ 10-1296 PK

beschikking d.d. 7 december 2010

inzake

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],

verder ook te noemen [verzoeker],

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. E.L. Zondervan,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

G4S Cash Solutions B.V.,

gevestigd te Utrecht,

verder ook te noemen G4S,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. M. de Jong.

1. Het verloop van de procedure

[verzoeker] heeft op 18 oktober 2010 een verzoekschrift ingediend.

G4S heeft een verweerschrift ingediend.

Het verzoek is ter zitting van 29 november 2010 behandeld. Daarvan is aantekening gehouden.

Hierna is uitspraak bepaald.

2. De feiten

2.1. [verzoeker], geboren op [1965], is op 1 mei 1985 in dienst van (de rechtsvoorganger van) G4S getreden. Het dienstverband is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Het laatstgenoten brutoloon bedraagt € 4.340,26 per vier weken, excl. emolumenten.

G4S heeft op 2 juli 2010 een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] ingediend bij de rechtbank te Dordrecht. Dit verzoek was gegrond op disfunctioneren van [verzoeker]. G4S heeft de kantonrechter verzocht geen vergoeding toe te kennen. [verzoeker] heeft tegen dit verzoek verweer gevoerd.

2.2. Bij beschikking van 13 september 2010 heeft de kantonrechter te Dordrecht partijen in kennis gesteld van het voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 oktober 2010 onder toekenning van een vergoeding van € 135.000, bruto. De kantonrechter heeft daarbij onder meer overwogen dat G4S [verzoeker] geen redelijke gelegenheid heeft geboden om zijn functioneren te verbeteren. G4S heeft daarop het verzoek ingetrokken. Tegelijkertijd heeft zij aan [verzoeker] een salesfunctie aangeboden. [verzoeker] heeft deze functie niet aanvaard en is evenmin ingegaan op het verzoek van G4S om een gesprek.

3. Het verzoek en het verweer

3.1. [verzoeker] legt aan zijn verzoek het volgende ten grondslag.

Tot oktober 2008 was G4S tevreden over zijn functioneren. De mindere beoordeling van november 2008 werd alleen veroorzaakt door klachten van slechts enkele van de 75 medewerkers aan wie hij leiding gaf. Hij heeft onvoldoende de gelegenheid gekregen zijn functioneren niettemin te verbeteren. Vervolgens is hij ten onrechte uit zijn functie ontheven. Zelf wilde hij meewerken aan een verdere toekomst met G4S, maar zij heeft hem daarin onvoldoende bijgestaan. Zij heeft hem meegedeeld dat hij zelf maar op zoek moest gaan naar een project binnen G4S. In de vorige ontbindingsprocedure heeft G4S gesteld dat er langer kritiek was op zijn functioneren. Zij heeft daartoe voorbeelden van de afgelopen 10 jaar aangehaald. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling kwam G4S met allerlei nieuwe verwijten, waaronder verwijten met betrekking tot het veiligheidsbeleid. [verzoeker] vindt het onbegrijpelijk dat G4S denkt dat het nog mogelijk is verder samen te werken. Zij heeft immers gesteld dat sprake is van reputatieschade bij [verzoeker]. Het intrekken van het vorige ontbindingsverzoek is volgens [verzoeker] slechts gedaan om onder de vergoeding uit te komen. [verzoeker] vindt het niet geloofwaardig dat G4S "toevallig" net een functie heeft gevonden precies in de week tussen de uitspraak en de dag waarop het verzoek tot ontbinding nog kon worden ingetrokken. De betreffende functie moet al enige tijd beschikbaar zijn geweest, maar G4S heeft deze eerder niet aangeboden en heeft daarvan tijdens de ontbindingsprocedure ook geen melding gemaakt. Bovendien is de aangeboden functie niet passend, omdat zij compleet verschilt van de andere functies die [verzoeker] de laatste 15 jaar heeft uitgeoefend. Hij heeft slechts twee jaar een commerciële functie uitgeoefend, en is voor het overige steeds werkzaam geweest in een operationele functie. Er is sprake van een onherstelbare vertrouwensbreuk. Dit is aan G4S te verwijten. Hij verzoekt daarom een vergoeding vast te stellen van € 200.000, bruto. Vanwege de opstelling van G4S verzoekt hij G4S te veroordelen tot betaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand ad € 9.067,26 exclusief BTW.

3.2. G4S verzoekt de arbeidsovereenkomst niet te ontbinden, en voor het geval de arbeidsovereenkomst wel wordt ontbonden slechts een zeer beperkte vergoeding toe te kennen. Zij voert daartoe aan dat [verzoeker] ten onrechte ieder gesprek over de nieuwe functie heeft geweigerd. Zij heeft hem nadere uitleg gegeven over de achtergrond en inhoud van die functie, in het bijzonder over het product Safe Express en Cash 360. Verder wijst zij erop dat per 15 augustus 2010 een nieuwe directeur België/Nederland is aangesteld, waardoor [verzoeker] met een schone lei zou kunnen beginnen. G4S heeft bemiddeld met betrekking tot een functie op Manilla. Helaas is voor die functie een andere kandidaat aangenomen. Wellicht hebben de door [verzoeker] gestelde voorwaarden om die functie te accepteren daarbij een rol gespeeld. Van een "vervelende" negatieve toon van de zijde van G4S op de vorige zitting was geen sprake. Na deze zitting manifesteerde zich een aantal ontwikkelingen binnen G4S, waardoor er een reële mogelijkheid ontstond om [verzoeker] een passende functie aan te bieden. G4S verzet zich tegen toewijzing van de werkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.

4. De beoordeling

4.1. Met betrekking tot de voorgeschiedenis sluit de kantonrechter aan bij de beoordeling van zijn collega te Dordrecht in de beschikking van 13 september 2010. Beoordeeld zal daarom worden of hetgeen daarna is voorgevallen reden is om tot een ander oordeel te komen. Daartoe wordt het volgende overwogen.

G4S heeft geen afstand genomen van hetgeen zij in de vorige ontbindingsprocedure naar voren heeft gebracht. Ter zitting heeft zij verklaard nog steeds achter de kritiek te staan. De kantonrechter neemt daarom de conclusie van zijn collega te Dordrecht over, dat een vruchtbare samenwerking tussen partijen niet langer mogelijk is. Hieraan doet niet af dat er inmiddels een nieuwe directeur is benoemd en dat de nieuwe functie onder een andere leidinggevende valt. G4S is ook niet teruggekomen op haar eerdere standpunt dat de reputatie van [verzoeker] binnen het bedrijf beschadigd is. Gelet op al deze omstandigheden had [verzoeker] niet behoeven in te gaan op het aanbod van G4S met betrekking tot een salesfunctie. Hier komt nog bij dat G4S geen functiebeschrijving van de aangeboden functie heeft overgelegd en dat zij niet (voldoende gemotiveerd) heeft weersproken dat [verzoeker] slechts kort in een commerciële functie werkzaam is geweest. Ook ter zitting is over de inhoud van de nieuwe functie nauwelijks duidelijkheid verschaft.

Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbinden per 19 december 2010. Wat betreft de hoogte van de toe te kennen vergoeding zal de kantonrechter aansluiten bij hetgeen zijn collega te Dordrecht heeft beslist, met dien verstande dat daarop in mindering zal worden gebracht twee perioden salaris, nu de arbeidsovereenkomst ongeveer twee salarisperioden later dan aanvankelijk is beslist zal eindigen, en [verzoeker] in die periode salaris heeft ontvangen zonder dat hij daarvoor heeft hoeven werken. Toegekend zal daarom worden (afgerond) € 125.600, bruto.

4.2. De fictieve opzegtermijn leidt tot een verschuiving van het recht op WW in de tijd, maar niet tot een verlies van recht op WW. Er is daarom geen reden om met de fictieve opzegtermijn rekening te houden.

4.3. De kantonrechter ziet geen aanleiding de kosten van rechtsbijstand integraal te vergoeden, nu [verzoeker] in de vorige procedure ervoor had kunnen kiezen een tegenverzoek te doen.

4.4. G4S zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, tenzij [verzoeker] het verzoek intrekt.

De beslissing

De kantonrechter:

stelt [verzoeker] in de gelegenheid uiterlijk 18 december 2010 het verzoek in te trekken;

en indien hij het verzoek intrekt:

veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten aan de zijde van G4S, tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 500, aan salaris gemachtigde;

en voor het geval het verzoek niet tijdig wordt ingetrokken:

ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 19 december 2010;

kent aan [verzoeker] ten laste van G4S een vergoeding toe van € 125.600, bruto en veroordeelt G4S tot betaling van deze vergoeding aan [verzoeker];

veroordeelt G4S in de proceskosten aan de zijde van [verzoeker], tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 500, aan salaris gemachtigde.

Deze beschikking is gegeven door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 december 2010.