Home

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 09-09-2010, ECLI:NL:RBSHE:2010:365 BN6313, AWB 10/2868

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 09-09-2010, ECLI:NL:RBSHE:2010:365 BN6313, AWB 10/2868

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 september 2010
Datum publicatie
9 september 2010
ECLI
ECLI:NL:RBSHE:2010:BN6313
Zaaknummer
AWB 10/2868

Inhoudsindicatie

Onmiddellijk tijdelijke sluiting door burgemeester van Oss van horecabedrijf (café 't Kruugske) voor de resterende dagen van de kermis en aansluitend tot en met 20 september 2010.

Verzoekster heeft tijdens de kermis in 2010 een aantal aan haar exploitatievergunning verbonden voorschriften overtreden. Ook heeft zij op 21 augustus 2010 een evenement georganiseerd, zonder dat daarvoor een evenementenvergunning was verleend.

Gelet op de voortdurende overtredingen van de geluidsnormen in de afgelopen jaren, waarvoor reeds negen dwangsommen zijn verbeurd die nog steeds niet zijn voldaan, was de vrees gerechtvaardigd dat gedurende de resterende dagen van de kermis en de weken erna verdere ernstige verstoring van het woon- en leefklimaat zou plaatsvinden. Verweerder was dan ook bevoegd om het café onmiddellijk, voor de in het besluit vervatte periode, tijdelijk te sluiten. Die periode komt de voorzieningenrechter met name niet onredelijk voor omdat verzoekster zich, blijkens het de gedingstukken en het verhandelde ter zitting, weinig gelegen laat liggen aan haar opgelegde financiële sancties en met name in het zomerseizoen sprake is van geluidsoverlast voor omwonenden, doordat ramen en deuren van het café dan geopend blijven. Belangenafweging valt ten nadele van verzoekster uit.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 10/2868 PROCES-VERBAAL

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

9 september 2010

inzake

[Verzoekster] h.o.d.n. Café 't Kruugske,

te [woonplaats],

verzoekster,

gemachtigde mr. A. de Visser,

tegen

de burgemeester van de gemeente Oss,

verweerder,

gemachtigden mr. P.W.B. Verhoeven en E.C.J. van der Heijden.

Zitting hebben:

- mr. D.J. de Lange, voorzieningenrechter;

- mr. H.J. van der Meiden, griffier.

Bij besluit van 23 augustus 2010 heeft verweerder verzoekster, op grond van artikel 2.3.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Oss 2007 (APV), gelast om haar horecabedrijf aan de Klaphekkenstraat 14 te Oss - café 't Kruugske - per direct voor het publiek gesloten te hebben en te houden tot en met 20 september 2010.

Verzoekster heeft tegen dit besluit bij brief van 31 augustus 2010 bezwaar gemaakt bij verweerder.

Op gelijke datum heeft verzoekster de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De zaak is behandeld op de zitting van 7 september 2010, waar verzoekster is vertgenwoordigd door door haar gemachtigde, die werd vergezeld door verzoeksters echtgenoot. Verweerder is verschenen bij gemachtigden.

De voorzieningenrechter heeft, gezien de gedingstukken en gehoord het verhandelde ter zitting, als volgt besloten:

- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.

Ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet wordt de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang uitgeoefend door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

Ingevolge artikel 174, eerste lid, van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.

Ingevolge artikel 174, derde lid, van de Gemeentewet is de burgemeester belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het in het eerste lid bedoelde toezicht.

Op grond van artikel 2.3.1.5, eerste lid, van de APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden te zijner beoordeling, tijdelijk sluiting van een horecabedrijf bevelen.

Op grond van artikel 1.4, eerste lid, van de APV is degene aan wie krachtens de APV een vergunning of ontheffing is verleend, verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Op grond van artikel 2.2.2 eerste lid, van de APV is het verboden zonder vergunning een evenement te organiseren.

In de door verweerder gehanteerde Sanctiestrategie Horeca Gemeente Oss 2008 is bepaald dat categorie 0-overtreding onmiddellijk optreden rechtvaardigt, waarbij kan worden afgezien van het sturen van een vooraankondiging dat handhavend zal worden opgetreden. Van een categorie-0-overtreding is blijkens het beleid onder meer sprake wanneer onmiddellijk optreden is geboden, zoals bijvoorbeeld bij onaanvaardbare hinder en ernstige schending van de openbare orde en veiligheid.

Verweerder heeft aan zijn besluit ten grondslag gelegd dat er, gelet op de voortdurende overtredingen van de geluidsnormen de afgelopen jaren, sprake is van een nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving. Verweerder heeft er dit verband op gewezen dat reeds negen dwangsommen zijn verbeurd in verband met geconstateerde overtreding van de geluidsnormen. Deze dwangsommen zijn, ondanks aanmaningen door verweerder, niet door verzoekster voldaan. Er is volgens verweerder dan ook sprake van stelselmatige overlast gedurende lange tijd.

Verweerder heeft besloten om onmiddellijk op te treden, omdat tijdens de kermis van 21 tot en met 25 augustus 2010 bij een controle ter plaatse op 21 augustus 2010 bleek dat verzoekster op 21 augustus 2010, ondanks een voorafgaande schriftelijke waarschuwing van 17 augustus 2010 om zich daarvan te onthouden, zonder een daarvoor verleende vergunning 's avonds een evenement in de buitenlucht had georganiseerd en op 22 augustus 2010 's avonds een muziekinstallatie in het café zeer hard stond, de deuren en ramen openstonden en een grote groep bezoekers op de openbare weg voor het café stond. Uit een tweetal verrichte geluidsmetingen tussen 23.50 uur op 21 augustus 2010 en 00.20 uur op 22 augustus 2010 is bovendien komen vast te staan dat het voor het café toegestane geluidsniveau aanzienlijk werd overschreden.

Volgens verweerder was er derhalve sprake van ernstige overlast voor omwonenden en van hinder voor het verkeer op de openbare weg en moest, gelet op de geconstateerde feiten, worden gevreesd voor ernstige verstoring van het woon- en leefklimaat gedurende de resterende dagen van de kermis en de weken erna.

De voorzieningenrechter deelt niet verzoeksters opvatting dat op 21 augustus 2010 geen sprake was van een evenement. Niet valt in te zien dat het spontane zangoptreden van verzoeksters echtgenoot niet voldoet aan de definitie van evenement in artikel 2.2.1 van de APV, te weten: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Uit controle door een medewerker van de afdeling Publiekszaken Handhaving is gebleken dat er voor het café op de openbare weg een podium is geplaatst waarop, met een geluidsinstallatie versterkte, levende muziek ten gehore werd gebracht.

Hoewel door verzoeker is bestreden dat er een overschrijding van de geluidsnormen heeft plaatsgehad, ziet de voorzieningenrechter geen reden om te twijfelen aan de resultaten van de metingen op 21 en 22 augustus 2010, waarbij voor de gevel van de tegenoverliggende appartementen equivalente geluidsniveaus zijn gemeten van 86 dB(A) en eenmaal 88 dB(A), waardoor optredens op het podium van café Pallee (waarvoor een vergunning was verleend met toestemming tot het produceren van geluid tot maximaal 80 dB(A)) werden overstemd.

Verder is niet gebleken dat verzoekster met vrucht rechtsmiddelen heeft aangewend tegen de door verweerder eerder opgelegde dwangsomaanschrijvingen, zodat er vooralsnog van kan worden uitgegaan dat deze onherroepelijk zijn geworden. Verweerder heeft de geconstateerde overtredingen die aan die besluiten ten grondslag liggen mede mogen betrekken in de besluitvorming.

Verweerder heeft voldoende onderbouwd dat verzoekster tijdens de kermis van 2010 de voorschriften 4, 5, 6 en 10 van de haar op 12 juli 2007 verleende exploitatievergunning niet heeft nageleefd en daarmee artikel 1.4, tweede lid, van de APV heeft overtreden.

Gelet op de door verweerder aan het besluit ten grondslag gelegde omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vrees dat gedurende de resterende dagen van de kermis van 2010 en de weken erna verdere ernstige verstoring van het woon- en leefklimaat zou plaatsvinden, alleszins gerechtvaardigd was.

Verweerder was, gelet op het voorafgaande, bevoegd om, met toepassing van artikel 2.3.1.5, eerste lid, van de APV en overeenkomstig de beleidsregels in de sanctiestrategie voor de horeca, café 't Kruugske zonder vooraankondiging onmiddellijk, voor de in het besluit vervatte periode, tijdelijk te sluiten. Die periode komt de voorzieningenrechter met name niet onredelijk voor, omdat verzoekster zich, blijkens de gedingstukken en het verhandelde ter zitting, weinig gelegen laat liggen aan haar opgelegde financiële sancties en met name in het zomerseizoen sprake is van geluidsoverlast voor omwonenden, doordat ramen en deuren van het café dan geopend blijven.

Verweerder heeft aan het belang van handhaving van de openbare orde in dit geval een zwaarder gewicht mogen toekennen dan aan het belang van verzoekster tot ongestoorde voortzetting van de exploitatie van het café. Van bijzondere omstandigheden die verweerder zouden moeten noodzaken tot het afzien van sluiting van het café is de voorzieningenrechter niet gebleken. De voorzieningenrechter betrekt hierbij dat verzoekster weliswaar heeft gesteld dat sluiting gedurende vier weken tot haar financiële ondergang op korte termijn leidt, maar die stelling onvoldoende heeft onderbouwd.

De voorzieningenrechter heeft er melding van gemaakt dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.

Waarvan is opgemaakt proces-verbaal.

Griffier                    Voorzieningenrechter

Afschriften verzonden: