Rechtbank Rotterdam, 15-08-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:7424, ROT 22/2188
Rechtbank Rotterdam, 15-08-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:7424, ROT 22/2188
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 15 augustus 2024
- Datum publicatie
- 10 september 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2024:7424
- Zaaknummer
- ROT 22/2188
Inhoudsindicatie
Beroep NTB is n-o, want er ligt inmiddels een besluit. Beroep tegen het bestreden besluit is n-o, want het werkplan is niet gericht op een rechtsgevolg en daarom geen besluit in de zin van de Awb. Geen pkv, want geen derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. geen griffierecht, want bobog. Geen verletkosten, ECLI:NL:RVS:2023:1374. Geen schadevergoeding overschrijding redelijk termijn gelet op procedeergedrag. Constatering volstaat.
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/2188
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV)
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).
Inleiding
Op 18 augustus 2021 heeft het UWV een werkplan voor de re-integratie van eiser opgesteld.
Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Eiser heeft tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar beroep ingesteld.
Met een besluit van 23 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar ongegrond verklaard.
Met een besluit van 13 juli 2023 heeft het UWV een dwangsom toegekend van € 1.442,- vanwege het te laat beslissen op het bezwaar.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 op zitting behandeld.
Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het UWV.