Rechtbank Rotterdam, 24-07-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6697, 10542975
Rechtbank Rotterdam, 24-07-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6697, 10542975
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 24 juli 2023
- Datum publicatie
- 8 augustus 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2023:6697
- Zaaknummer
- 10542975
Inhoudsindicatie
Toewijzing achterstallig loon tijdens ziekte, waarvan hoogte vaststaat; wettelijke verhoging van 50% toegewezen.
Uitspraak
locatie Rotterdam
zaaknummer: 10542975 VV EXPL 23-269
datum uitspraak: 24 juli 2023
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. N. van Ham,
tegen
1 Fàilte B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde sub 1,
gemachtigde: mr. A.J.C. van Bemmel,
2. Kil B.V. ,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde sub 2,
gemachtigde: mr. A.J.C. van Bemmel.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’, ‘Fàilte’ en ‘Kil’ genoemd.
1 De procedure
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- -
-
de dagvaardingen van 23 en 27 juni 2023, met bijlagen;
- -
-
de akte van [eiser01] ten behoeve van de mondelinge behandeling, met een bijlage;
- -
-
de brief van Fàilte en Kil van 11 juli 2023, met bijlagen;
- -
-
de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Fàilte en Kil;
- -
-
de akte houdende wijziging/vermeerdering van de eis van [eiser01] .
Op 12 juli 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. Daarbij waren aanwezig [eiser01] met zijn echtgenote, zijn gemachtigde en mr. R. van Heusden en namens Fàilte en Kil de heer [naam01] met de gemachtigde van Fàilte en Kil.
2 De feiten
Fàilte drijft een horecaonderneming bestaande uit een restaurant onder de handelsnaam ‘ [restauarant01] ’ in Vlaardingen.
Met ingang van 1 juli 2018 is [eiser01] bij Fàilte in dienst getreden in de functie van kok.
Op de arbeidsovereenkomst tussen Fàilte en [eiser01] werd de horeca-cao 2018-2019 van toepassing verklaard.
Fàilte en [eiser01] hebben bij de verlenging van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2019 afgesproken dat het loon van [eiser01] per die datum € 2.200,00 netto per maand zou bedragen op basis van een 38-urige werkweek.
Op een gegeven moment is [eiser01] werkzaamheden gaan verrichten in een nieuw filiaal in Ridderkerk als chef-kok. Dit filiaal werd uitgebaat door Kil.
Vanaf maart 2020 heeft Fàilte het loon van [eiser01] in meerdere maanden niet volledig aan hem uitbetaald.
[eiser01] heeft zich in september 2021 afgemeld voor zijn werkzaamheden in verband met heupklachten. Sindsdien heeft hij geen werkzaamheden meer verricht voor Fàilte of Kil.
[eiser01] ontving op 24 mei 2022 een bedrag van € 500,00 en op 21 juni 2022 een bedrag van € 11.270,00 als achterstallig salaris.
Vanaf januari 2022 is [eiser01] aan loon € 2.090,00 netto per maand gaan ontvangen en vanaf oktober 2022 € 1.650,00 netto per maand.
Sinds 13 februari 2023 heeft [eiser01] geen loon meer ontvangen.
In de horeca-cao van 2020-2021 en 2022-2023 is de volgende bepaling opgenomen:
“7.2 Doorbetalen van loon bij ziekte
1. Als je ziek bent ontvang je:
De wettelijke loondoorbetaling gedurende ten hoogste 104 weken van 70%, (over de eerste 52 weken ten minste het voor jou geldende wettelijk minimum (jeugd)loon) (artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek).
En daarbovenop, onder voorwaarden aanvulling (...):
Tot 95% van het maandloon gedurende de eerste 52 weken.
Tot 75% van het maandloon gedurende de daaropvolgende 52 weken.”
Op 5 maart 2023 heeft [eiser01] een deskundigenoordeel van het UWV aangevraagd. In het deskundigenoordeel van het UWV dat naar aanleiding daarvan is gegeven is het volgende opgenomen:
“ 4. Beoordeling re-integratie inspanningen
In de mij toegezonden stukken waaronder de Probleemanalyse en Plan van aanpak staat vermeld dat de 1e arbeidsongeschiktheidsdag 14 juni 2022 is. Uit mijn gesprek met de werknemer en onderzoek van de Verzekeringsarts blijkt dat de 1e arbeidsongeschiktheidsdag 15 november 2021 moet zijn.
(werkgever zelf spreekt over september 2021)
Vanaf de 1e arbeidsongeschiktheidsdag dienen de regels van de Wet Verbetering Poortwachter te worden gevolgd met als verantwoordelijke en leidend in dit proces de werkgever. Ook dient er adequate sociaal medische begeleiding van de Bedrijfsarts plaats te vinden.
Na een jaar arbeidsongeschiktheid wordt er een Eerstejaarsevaluatie opgesteld, of bij tussentijdse ontwikkelingen een Bijstelling Plan van Aanpak. Bij vastgestelde re-integratiemogelijkheden worden de mogelijkheden in het 1e spoor onderzocht en indien aan de orde een 2e spoortraject opgestart.
Indien er sprake is van een conflict of zoals de werkgever aangeeft grensoverschrijdend gedrag van de werknemer is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om hierover met de werknemer in gesprek te gaan.
Als dit samen niet lukt kan dit gesprek gevoerd worden met een mediator of een andere deskundige. (De STECR richtlijnen kunnen hierin worden gevolgd).
Oktober 2022 geeft de Bedrijfsarts een herhalend advies om met elkaar in gesprek te gaan. Dit is niet opgepakt. Sterker nog er is geen contact meer tussen werkgever en werknemer.
Alles overziend beschouw ik de re-integratieinspanningen van de werkgever daarom als onvoldoende.”