Rechtbank Rotterdam, 16-03-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1866, ROT 21/6087
Rechtbank Rotterdam, 16-03-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1866, ROT 21/6087
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 16 maart 2022
- Datum publicatie
- 17 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2022:1866
- Zaaknummer
- ROT 21/6087
Inhoudsindicatie
Veelprocedeerder. Vereenvoudigde afdoening. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op eerdere uitspraken in procedures tussen partijen (bijv. ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ECLI:NL:RVS:2019:1655). De rechtbank veroordeelt eiser in de proceskosten van verweerder, zoals door verweerder is verzocht, omdat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door eiser.
Uitspraak
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/6087
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2022 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen
en
Procesverloop
Eiser heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een openbaarmakingsverzoek.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht. De griffier heeft vooralsnog afgezien van het heffen van griffierecht.
Overwegingen
1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
2. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op eerdere uitspraken in procedures tussen partijen (bijv. ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ECLI:NL:RVS:2019:1655).
3. De rechtbank veroordeelt eiser in de proceskosten van verweerder, zoals door verweerder is verzocht, omdat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door eiser. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het verweerschrift met een waarde per punt van € 759 en wegingsfactor 0,5).
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- -
-
veroordeelt eiser in de proceskosten van verweerder tot een bedrag van € 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 16 maart 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: