Rechtbank Rotterdam, 18-09-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:8526, 8508509
Rechtbank Rotterdam, 18-09-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:8526, 8508509
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 18 september 2020
- Datum publicatie
- 30 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2020:8526
- Zaaknummer
- 8508509
Inhoudsindicatie
Huurachterstand afgewezen, aangezien deze inmiddels is betaald. BIK toegewezen. Proceskostenveroordeling voor gedaagde, verhuurder heeft niet onterecht een procedure aangespannen, omdat zij niet verplicht is een regeling te treffen met huurder.
Uitspraak
zaaknummer: 8508509 \ CV EXPL 20-14095
uitspraak: 18 september 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Maasdelta Groep,
gevestigd te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders te Rotterdam,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. ir. H.H. Veurtjes te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Maasdelta’ en ‘ [gedaagde] ’.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
- -
-
het exploot van dagvaarding met producties van 11 mei 2020;
- -
-
de conclusie van antwoord met producties;
- -
-
de conclusie van repliek tevens houdende vermindering van eis;
- -
-
de conclusie van dupliek met producties.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
[gedaagde] huurt van Maasdelta de woning gelegen te [adres] (hierna: het gehuurde).
De huurprijs van het gehuurde bedroeg tot en met juni 2020 € 605,76 per maand en sindsdien € 617,92 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
3. Het geschil
Maasdelta heeft na vermindering van eis gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan haar van € 550,16 aan huurachterstand berekend tot en met juli 2020 en € 147,33 aan buitengerechtelijke incassokosten (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente over de openstaande hoofdsom, gerekend vanaf de dag van dagvaarding tot er is betaald, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft niet betwist dat tot 22 juli 2020 sprake was van een betalingsachterstand van € 550,16, maar hij voert aan dat deze inmiddels is voldaan. De buitengerechtelijke kosten dienen te worden afgewezen. Maasdelta heeft namelijk verschillende bedragen aan hem voorgehouden en niet is gebleken dat een kosteloze aanmaning in de zin van artikel 6:96 lid 6 BW is verzonden. [gedaagde] voert verder aan dat de kosten van deze procedure voor rekening van Maasdelta dienen te komen. Gemeente Nissewaard betaalt de huur van het gehuurde rechtstreeks aan Maasdelta en houdt deze in op de PW-uitkering die [gedaagde] ontvangt. Medio 2019 is die uitkering ingetrokken, omdat geoordeeld werd dat gedaagde niet op het adres van het gehuurde zijn hoofdverblijf had. In november 2019 is de uitkering van [gedaagde] hersteld. [gedaagde] heeft een betalingsregeling van € 50,- en € 100,- per maand aangeboden aan Maasdelta, maar dit voorstel is niet aanvaard. [gedaagde] betaalt nu uit eigen beweging naast de lopende huur € 80,- per maand. Maasdelta heeft daarom onterecht deze procedure aangespannen.
Op hetgeen partijen verder hebben aangevoerd zal de kantonrechter voor zover van belang hierna ingaan.