Rechtbank Rotterdam, 10-07-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:6301, C/10/572532 / JE RK 19-1249 en C/10/577268 / JE RK 19-2076
Rechtbank Rotterdam, 10-07-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:6301, C/10/572532 / JE RK 19-1249 en C/10/577268 / JE RK 19-2076
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 10 juli 2019
- Datum publicatie
- 2 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2019:6301
- Zaaknummer
- C/10/572532 / JE RK 19-1249 en C/10/577268 / JE RK 19-2076
Inhoudsindicatie
De gecertificeerde instelling heeft tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling, ondanks de noodzaak daartoe, geen hulpverlening ingezet en is zonder bericht niet ter zitting verschenen. De kinderrechter vindt dit een kwalijke zaak, mede omdat de tijd rijp lijkt om aan terugplaatsing van de minderjarige te werken. Uithuisplaatsing wordt daarom slechts voor zeer korte duur verlengd en voor het overige aangehouden. De kinderrechter overweegt dat voldoende aanleiding bestaat om een omgangsregeling te bepalen tussen de minderjarige en zijn ouders.
Uitspraak
beschikking
Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/572532 / JE RK 19-1249 en C/10/577268 / JE RK 19-2076
datum uitspraak: 10 juli 2019
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 30 april 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de brief van de Raad van 3 juli 2019, ingekomen bij de griffie op 4 juli 2019,
- het wijzigingsverzoek van de Raad van 10 juli 2019, ingekomen bij de griffie op 10 juli 2019.
Op 10 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. R.A.A.H. van Leur,
- de vader,- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna te noemen de GI) is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, zonder bericht niet ter zitting verschenen.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft bij de grootvader en stiefgrootmoeder mz.
Bij beschikking van 22 april 2019 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 22 juli 2019. De kinderrechter heeft bij beschikking van 30 april 2019 een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
Het verzoek
De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht voor de duur van twaalf maanden. De Raad verzoekt de uitvoering van de ondertoezichtstelling bij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering neer te leggen. Daarnaast wordt een machtiging tot uithuisplaatsing verzocht van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van vier maanden.
De Raad heeft per brief van 10 juli 2019 het verzoek gewijzigd in die zin dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling bij de GI zal blijven. De Raad handhaaft dit gewijzigde verzoek en licht het als volgt toe.
Het is zorgelijk dat de GI JBRR gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling geen hulpverlening heeft ingezet en vandaag, zonder bericht, niet ter zitting aanwezig is. De Raad wil dat nu snel actie wordt ondernomen en verzoekt daarom een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van niet meer dan vier maanden. Binnen deze periode moet duidelijkheid komen over het perspectief van [voornaam minderjarige] . Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om de ouders duidelijke gestructureerde hulpverlening te bieden. De ouders houden veel van [voornaam minderjarige] en willen het beste voor hem. [voornaam minderjarige] verblijft bij de grootvader mz.