Rechtbank Rotterdam, 17-12-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10043, 10/661036/19
Rechtbank Rotterdam, 17-12-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10043, 10/661036/19
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 17 december 2019
- Datum publicatie
- 18 december 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2019:10043
- Zaaknummer
- 10/661036/19
Inhoudsindicatie
De minderjarige verdachte is medeplichtig aan de overval op een juwelierszaak in Schiedam. De verdachte heeft voorbereidende handelingen verricht door eerst meermaals langs de juwelierszaak te lopen en vervolgens te bellen met (een van) de medeverdachten - naar moet worden aangenomen - om hen op de hoogte te stellen van de situatie ter plaatse en voor het maken van een aanvalsplan. De verdachte, die zich voordeed als een gewone klant, heeft vervolgens op de toegangsdeur van de juwelierswinkel geklopt, waarna de nietsvermoedende eigenaar van de zaak de deur opende. Dit gaf een van de gemaskerde medeverdachten de gelegenheid de winkel binnen te dringen. Bij deze overval is geweld gebruikt en is de juwelier met een mes in bedwang gehouden. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zeer berekenend, schaamteloos en doortrapt te werk is gegaan door voorbereidingshandelingen te verrichten die naadloos overgingen in de overval en door zich na afloop aan de politie te presenteren als een onschuldige getuige. De verdachte heeft op geen enkel moment enige verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Hij heeft ook geen enkele blijk gegeven van inzicht in de ernst van het feit, zijn rol daarin en de gevolgen voor het slachtoffer en omstanders. Deze omstandigheden werken strafverzwarend. Dit alles betekent dat de rechtbank een onvoorwaardelijke taakstraf (in de vorm van een werkstraf) en een geheel voorwaardelijke jeugddetentie, zoals de officier van jusitie heeft geëist, niet passend vindt. De verdachte is daarom veroordeeld tot een jeugddetentie van zes maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk.
Uitspraak
Team Jeugd
Parketnummer: 10/661036/19
Datum uitspraak: 17 december 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Portugal) op [geboortedatum verdachte] 2001,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. D.C.D. Newoor, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 3 december 2019.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
- -
-
bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- -
-
veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich gedurende een door de gecertificeerde instelling te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht, dat de verdachte onderwijs volgt volgens het rooster en dat de verdachte meewerkt aan begeleiding vanuit het Wijkteam en/of Fivoor, en andere hulp wanneer de jeugdreclassering dit nodig acht;
- -
-
veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 150 uur, subsidiair 75 dagen vervangende jeugddetentie;
- -
-
met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.