Rechtbank Rotterdam, 22-12-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:10834, KTN-5407106 - KTN-5762644_22122017
Rechtbank Rotterdam, 22-12-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:10834, KTN-5407106 - KTN-5762644_22122017
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 22 december 2017
- Datum publicatie
- 21 maart 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2017:10834
- Zaaknummer
- KTN-5407106 - KTN-5762644_22122017
Inhoudsindicatie
door werknemer niet nagekomen schikking door het toch aanvragen van een ww uitkering.
Uitspraak
Zaaknummers: 5407106 \ CV EXPL 16-40238 en 5762644 \ CV EXPL 17-6967
uitspraak: 22 december 2017
vonnissen van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de hoofdzaak van
de stichting STICHTING VOOR INCONFESSIONEEL BEROEPS- EN ALGEMEEN VORMEND ONDERWIJS EN VOLWASSENEN-EDUCATIE VOOR ROTTERDAM EN OMSTREKEN,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 27 september 2016,
verweerster in het incident,
gemachtigde: mr. L. van Luipen,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [plaatsnaam] ,
gedaagde,
eiser in het incident,
gemachtigde: mr. L. Hennink,
en in de vrijwaringszaak van
[gedaagde] ,
wonende te [plaatsnaam] ,
eiser,
gemachtigde: mr. L. Hennink,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheidFEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Ridderkerk,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L. Hennink.
Partijen worden hierna aangeduid als “Albeda College”, “ [gedaagde] ” respectievelijk “FNV”.
1 Het verloop van de procedures
Het verloop van de procedure in de hoofdzaak volgt uit de volgende processtukken:
- -
-
het exploot van dagvaarding, met producties;
- -
-
de incidentele conclusie houdende oproeping in vrijwaring;
- -
-
de conclusie van antwoord in het incident;
- -
-
het vonnis in het incident van 3 februari 2017;
- -
-
de conclusie van antwoord met producties;
- -
-
de conclusie van repliek met producties;
- -
-
de conclusie van dupliek met producties;
- -
-
de akte uitlating producties van Albeda College;
Het verloop van de vrijwaringsprocedure volgt uit de volgende processtukken:
- -
-
het exploot van dagvaarding met producties;
- -
-
de conclusie van antwoord met producties;
- -
-
de conclusie van repliek;
- -
-
de conclusie van dupliek.
De uitspraken van de vonnissen zijn nader bepaald op heden.
2 De vaststaande feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaakUitgegaan wordt van de volgende feiten, nu deze door de ene partij zijn gesteld dan wel uit de overgelegde stukken blijken en door de andere partij niet zijn bestreden.
-
[gedaagde] is in de periode van 1 augustus 2000 tot 31 juli 2015 op basis van een arbeidsovereenkomst fulltime bij Albeda College in dienst geweest in de functie van docent.
-
Albeda College heeft [gedaagde] medio 2014 geconfronteerd met de beschuldiging van het begaan van examenfraude.
-
Bij brief van 14 november 2014 heeft Albeda College [gedaagde] het volgende bericht:“Zoals ik u inmiddels diverse keren mondeling en schriftelijk heb meegedeeld acht ik [...] geen gronden aanwezig [...] om het dienstverband nog langer voort te zetten. Ik dat licht heb ik aangegeven dat er kortweg twee mogelijkheden zijn: een vaststellingsovereenkomst gericht op vervroegd pensioen of het Albeda College start een ontbindingsprocedure vanwege een dringende reden.
Voordat de hiervoor geschetste procedure zal worden gestart zou ik u eerst een aanbod doen die bij akkoord zou kunnen worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Hierbij het aanbod namens Albeda College:
- -
-
De beëindiging van het dienstverband zal worden gesteld op 01 april 2015. Tot die datum zal [gedaagde] worden vrijgesteld van werkzaamheden, onder betaling van loon;
- -
-
[gedaagde] wordt in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van zijn maximale fiscale ruimte 2014. Het Albeda College zal hiertoe een storting verrichten van EUR 10.270,= in zijn ABP pensioenfonds;
- -
-
Het Albeda College zal na beëindiging van het dienstverband drie jaar lang het pensioen van [gedaagde] aanvullen ad EUR 4.000,= (per jaar), tot aan diens Aow-gerechtigde leeftijd (17 oktober 2017);
- -
-
[gedaagde] zal na de beëindiging van het dienstverband d.d. 01 april 2015 geen aanspraak maken op WW/BWW/WIA-rechten.”
4. Op 6 maart 2015 heeft Albeda College een verzoek ingediend tot ontbinding van voornoemde arbeidsovereenkomst.
5. In het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 7 april 2015, is onder meer het volgende opgenomen:
“Na de schorsing hebben partijen medegedeeld dat zij overeenstemming hebben bereikt. Partijen hebben een regeling getroffen, voor de inhoud verwezen zij naar het aanbod, zoals dat is gedaan bij brief van 14 november 2014, met uitzondering van: - de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt 31 juli 2015;
- En het bedrag van storting wordt € 30.000,-; - AOW leeftijd moet AOW datum zijn; Alle overige voorwaarden blijven hetzelfde. Verder moet als voorwaarde voor betaling een RVU verklaring komen. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen om de gemaakte afspraken nader uit te werken en hen verzocht om binnen 14 dagen de kantonrechter te berichten over de uitwerking daarvan, zodat deze in een beschikking kunnen worden opgenomen.”
6. Op 26 mei 2015 heeft de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, in de procedure met zaaknummer 3941355 \ VZ 15-4867 een beschikking gegeven waarin de arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 augustus 2015 en aan [gedaagde] ten laste van Albeda College een vergoeding ex artikel 7:685 lid 8 BW (oud) is toegekend van € 42.0000,-.
7. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst bij beschikking van 27 mei 2015 pro forma ontbonden per 1 augustus 2015.
8. Op 14 juli 2015 heeft Albeda College [gedaagde] verzocht de door haar toegezonden vaststellingsovereenkomst te ondertekenen.
9. Bij beslissing van 23 oktober 2015 heeft het UWV [gedaagde] een WW-uitkering toegekend. Albeda College heeft als belanghebbende bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit bezwaar is door het UWV bij beslissing van 14 april 2016 ongegrond verklaard.
3 De stellingen van partijenDe stellingen in de hoofdzaak
Albeda College heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
-
binnen 5 werkdagen na de datum van dit vonnis, het UWV schriftelijk te berichten dat de uitkering krachtens de werkloosheidswet per de eerst mogelijk datum dient te worden beëindigd en Albeda College hiervan direct een kopie te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 200,00, althans een in goede justitie te bepalen ander bedrag, per dag dat [gedaagde] hieraan niet voldoet;
-
voor nu en in de toekomst af te zien van een hernieuwde aanvraag voor een uitkering krachtens de sociale verzekeringswetten voor zover het Albeda College daarvan nadelige financiële consequenties kan ondervinden;
-
binnen 5 werkdagen na de datum van dit vonnis aan Albeda College een kopie van de uitkeringsspecificaties te verstrekken met betrekking tot de betalingen die [gedaagde] van het UWV heeft ontvangen over de periode vanaf 2 augustus 2015 tot aan de dag van dit vonnis, en zolang de uitkering krachtens de Werkloosheidswet nog niet is geëindigd, iedere maand voor 1 eerste dag van de maand de specificatie over de voorgaande maand; een en ander op straffe van een dwangsom van € 200,00, althans een in goede justitie te bepalen ander bedrag, per dag dat [gedaagde] hieraan niet voldoet;
-
tot betaling van een bedrag aan schadevergoeding aan Albeda College ter grootte van het bedrag dat [gedaagde] op enig moment heeft ontvangen van het UWV uit hoofde van een uitkering krachtens de sociale zekerheidswetten en welke (deels) ten laste van het Albeda College is gekomen of komt;Dit te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum dat [gedaagde] dit van het UWV had ontvangen, en
-
tot betaling van de buitengerechtelijke kosten die het Albeda College heeft moeten maken, conform de toepasselijke staffel;
-
in de kosten van dit geding.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Albeda College aan haar eis ten grondslag gelegd dat [gedaagde] tekort geschoten is in de nakoming van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. Partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] na de beëindiging geen aanspraak meer zal maken op een uitkering krachtens de WW, BWW of WIA. Na verloop van tijd is gebleken dat [gedaagde] toch een uitkering krachtens de WW en BWW heeft aangevraagd en toegekend heeft gekregen. Nu Albeda College eigenrisicodrager is, en derhalve de uitkeringen ten laste van haar komen, heeft zij als gevolg van deze toerekenbare tekortkoming van [gedaagde] schade geleden, welke [gedaagde] dient te vergoeden.
[gedaagde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Hierop zal – voor zover van belang – bij de beoordeling van het geschil worden ingegaan.De stellingen in de vrijwaringszaak
[gedaagde] heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
voor recht te verklaren dat sprake is van een beroepsfout van FNV
-
FNV te veroordelen om de door [gedaagde] geleden en te lijden schade van € 78.056,39 te vergoeden;
met veroordeling van FNV in de kosten van dit geding.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [gedaagde] aan zijn eis het volgende ten grondslag gelegd. Voor zover in de hoofdzaak zal worden geoordeeld dat [gedaagde] met Albeda College is overeengekomen dat hij geen aanspraak zal maken op een WW/BWW-uitkering (en de reeds ontvangen gelden zal moeten vergoeden aan Albeda College), is aan de zijde van FNV sprake van een beroepsfout. De afspraak is in dat geval gemaakt zonder [gedaagde] daarin te kennen. Voor zover hij daarin wel zou zijn gekend, heeft FNV hem niet deugdelijk geïnformeerd over alle voorts en tegens van een dergelijke regeling.
FNV heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering waarop – voor zover van belang – bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.