Home

Rechtbank Overijssel, 22-02-2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:600, C/08/181318 / KG ZA 16-14

Rechtbank Overijssel, 22-02-2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:600, C/08/181318 / KG ZA 16-14

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
22 februari 2016
Datum publicatie
1 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2016:600
Zaaknummer
C/08/181318 / KG ZA 16-14

Inhoudsindicatie

Geen inbreuk op model- c.q. auteursrecht.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

zaaknummer / rolnummer: C/08/181318 / KG ZA 16-14

Vonnis in kort geding van 22 februari 2016

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiseres,

advocaat mr. R.J. Leijssen te Enschede,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde,

advocaten mr. dr. M.H. Elferink en mr. M.J.M. Kortier te Enschede.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties

-

de producties 1 tot en met 18 van [gedaagde]

-

de producties 11 tot en met 17 van [eiseres]

-

de mondelinge behandeling

-

de pleitnota van [eiseres]

-

de pleitnota van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] heeft bij het Benelux Bureau voor intellectuele eigendom (BBIE) blijkens het certificaat van registratie met registratienummer 40090-00 van 4 februari 2015 laten registreren een model inhoudende “Decorations for clog” met als omschrijving “Decoration of shining (gem)stones forming an ornament on the surface of a clog”. Aan het certificaat is een tekening van het model gevoegd. Deze registratie is aangevraagd op 24 juli 2014. Een kennelijk eerder verzoek tot registratie aan het BBIE betreffende een - kort gezegd – blauwe klomp met steentjes is op 13 februari 2014 onder nummer 85181-00 ontvangen.

2.2.

[gedaagde] is een importeur van en groothandel in onder andere sier- en gebruiksvoorwerpen en decoratie-artikelen, mede omvattende souvenirartikelen. Productie van die artikelen vindt plaats met behulp van een eigen ontwerpafdeling in fabrieken van [gedaagde] in India.

2.3.

Door tussenkomst van een medewerkster van [eiseres] , [X] , zijnde een vriendin van schoondochter [Y] van de directeur van [gedaagde] , [A] , heeft [eiseres] de directeur benaderd met de vraag of [gedaagde] in India een klomp met decoratie, zoals door haar bedacht, zou kunnen produceren. [gedaagde] heeft in India enkele prototypes van kunststof laten maken en die ter beoordeling aan [eiseres] voorgelegd.

2.4.

De reactie van [eiseres] naar aanleiding van de prototypes is vervat in een e-mailbericht van [X] aan [Y] van 2 januari 2015 luidende:

“(…) I talked tot [B] en [C] about the sample clogs made from synthetic material fiber. We are yet not convinced this is the way we want tot proceed working, since the prefered material was wood and the paint looks very different on the fiber surface, giving the product a different look & feel (rather souvenir than artsy). But since we do like the way the people have decorated clogs with rhistones (handwork was good for a first sample!) as an alternative, could you please ask [A] what would be the price for only the handwork and handling logistics if we supplied you:

1) the mini clogs made from wood

2) acrylic markers and paint for coloring

3) the rhinestones (…)”.

2.5.

Bij e-mailbericht van 3 januari 2015 van [A] aan [Y] , doorgezonden door [Y] op 7 januari 2015 aan [X] , heeft [A] een nadere reactie gegeven op voornoemd verzoek, kort gezegd inhoudende dat zodanige werkwijze alleen op hele grote schaal, ofwel reguliere massaproductie mogelijk zou zijn.

2.6.

De beoogde samenwerking tussen [eiseres] en [gedaagde] is niet tot stand gekomen.

2.7.

Op de website c.q. in de webshop van [gedaagde] heeft [eiseres] in november 2015 vastgesteld dat [gedaagde] het door haar ontworpen model van de klomp met decoratie dan wel de van sierstenen voorziene klomp, waarop zij stelt modelbescherming te hebben gekregen, te koop aanbiedt althans verhandelt.

2.8.

De raadsman van [eiseres] heeft [gedaagde] bij brief van 3 december 2015 medegedeeld:

“(…) Aldus maakt u inbreuk op het modelrecht alsook het auteursrecht van cliënte op deze klompen met sierstenen. Een dergelijke inbreuk is onrechtmatig. Cliënte wens dan ook, dat u onmiddellijk de gepleegde modelinbreuk/auteursrechtinbreuk staakt en gestaakt houdt.

U bent niet gerechtigd de door cliënte ontworpen klompen op uw website aan te bieden, te verkopen of anderszins in het verkeer te brengen.

Ik sommeer u dan ook tot het navolgende:

1. De inbreuk op het aan cliënte toegekende modelrecht en haar auteursrechten voor wat betreft de klomp met sierstenen te staken en gestaakt te houden. Een en ander met onmiddellijke ingang. Door onmiddellijk de inbreukmakende artikelen (de klomp met sierstenen) niet meer aan te bieden, niet meer te verkopen of te leveren.

(…).

Ik verzoek u de bijgaande verklaring (productie 3) (een onthoudingsverklaring, vzr) te tekenen uiterlijk op 7 december aan mij te retourneren.”

2.9.

Bij e-mailbericht van 8 december 2015 heeft [gedaagde] gereageerd op de brief van [eiseres] van 3 december 2015 en daarbij onder meer medegedeeld:

“(…) Our collection of shoe key chains and shoe magnets are machine made polyester

for 2016-17 and keeping in view our business relations with your client we have removed these articles from our website for the time being which does not mean that we are in any violation of intellectual property rights. (…)”.

2.10.

Bij brief van 13 januari 2016 heeft [gedaagde] aan [eiseres] medegedeeld:

“(…) Zoals ook aangegeven in mijn eerdere E-mail aan u hebben wij dit bewuste artikel (uit de collectie voor 2016) direct van onze webshop gehaald. Tevens is dit artikel niet alleen van onze webshop gehaald, maar ook verwijderd uit de complete collectie voor 2016.

Dit artikel is dus nooit geïmporteerd geweest en er is niet 1 stuk verkocht aan welke klant dan ook. In onze ogen zijn wij dan ook niet in overtreding geweest. (…)”

2.11.

Op 10, 11 en 12 januari 2016 heeft te Amsterdam “De Souvenirbeurs” plaatsgehad. [gedaagde] is op deze beurs met een stand aanwezig geweest. In deze stand heeft [gedaagde] een folder met fotowerk van de souvenircollectie van [gedaagde] beschikbaar gesteld aan beursbezoekers.

2.12.

Van deze brochure hebben twee versies bestaan, zoals ter zitting getoond en als producties overgelegd.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert samengevat – om [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis en onder veroordeling van [gedaagde] in de buitengerechtelijke- en proceskosten te veroordelen :

I. om geen inbreuk meer te maken op het modelrecht en auteursrecht van [eiseres] , bestaande uit de klomp voorzien met decoratie van glimmende stenen die een ornament vormen op de oppervlakte van de klomp, zoals omschreven in de aangehechte modelregistratie met afbeeldingen, door soortgelijke klompen aan te bieden of te verhandelen;

II om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de klompen met sierstenen waarop [eiseres] modelrecht heeft gekregen niet meer aan te bieden, te verkopen of in de handel te brengen middels haar website, schriftelijk of middels andere communicatiemiddelen;

III om elke afbeelding van de klompen met sierstenen binnen twee dagen na betekening van het vonnis te verwijderen en verwijderd te houden van website, brochure of andere reclame;

VII om [eiseres] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis een opgave te verschaffen van elk inbreuk makend artikel (klomp met glimmende sierstenen) die [gedaagde] in voorraad heeft of laat produceren.

[eiseres] vordert bij overtreding van één de sub I - III en VII vermelde veroordelingen een dwangsom, zoals met bedragen, tijdseenheid, handeling of eenheid nader aangegeven in de dagvaarding.

Voorts vordert [eiseres] [gedaagde] te gebieden om wat betreft de vorderingen sub IV en V binnen zeven dagen en wat betreft de vordering sub VI binnen veertien dagen na betekening van het vonnis :

IV een schriftelijke opgave (met een accountantsverklaring) aan [eiseres] te verstrekken omtrent het aantal inbreuk makende producten dat gedaagde heeft verkocht dan wel geleverd;

V opgave te doen van degenen aan wie de brochure is toegezonden;

VI een brief te schrijven met als inhoud: “de klompen met sierstenen is geen product van ons en kan niet meer door ons worden aangeboden” aan al degenen aan wie [gedaagde] een brochure heeft verzonden of ter hand heeft gesteld, met kopie aan [eiseres] .

Ook wat betreft de laatstgenoemde drie vorderingen vordert [eiseres] bij niet-nakoming verbeurte van dwangsommen zoals met bedragen, tijdseenheid of handeling nader aangegeven in de dagvaarding.

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing