Home

Rechtbank Overijssel, 02-12-2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5302, 4374102 WM VERZ 15-928

Rechtbank Overijssel, 02-12-2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5302, 4374102 WM VERZ 15-928

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
2 december 2015
Datum publicatie
2 december 2015
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2015:5302
Zaaknummer
4374102 WM VERZ 15-928

Inhoudsindicatie

De kantonrechter stelt vast dat op het stukje A35 rechts tussen hectometerpaaltje 52,3 en 52,6 voor auto’s en motoren uit de richting Almelo een andere maximumsnelheid (120 km/uur) geldt dan voor auto’s en motoren uit de richting Deventer (130 km/uur). Het moet er gelet op een aantal factoren in dit geval voor worden gehouden dat betrokkene uit de richting Deventer kwam en dat hij daarom 20 en niet 30 km/uur te hard reed. Zijn sanctie moet omlaag worden bijgesteld.

Het is de kantonrechter een raadsel waarom de wegbeheerder ondanks alle ongelukken op dit wegvak deze opmerkelijke situatie in stand houdt dat voor auto’s en motoren afhankelijk van hun herkomst op hetzelfde wegvak over ruim driehonderd meter een verschillende maximumsnelheid geldt.

Uitspraak

proces-verbaal

tevens aantekening mondelinge beslissing wahv

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht - zittingsplaats Almelo

zaaknummer : 4374102 WM VERZ 15-928

CJIB-nummer : [CJIB-nummer]

In de Mulder beroepszaak met het hierboven genoemde zaaknummer heeft

[betrokkene]

[adres]

nader te noemen: betrokkene.

een beroepschrift ingediend. Op de openbare zitting van 14 oktober 2015 heeft mr. F.C. Berg, kantonrechter, betrokkene en mr J. Meerdink namens de officier van justitie gehoord.

Het volgende is ter zitting voorgevallen, besproken en door de kantonrechter overwogen:

Aan betrokkene is een sanctie opgelegd van € 271,-- vermeerderd met € 7,-- administratiekosten, ter zake van een bij de WAHV omschreven gedraging die in strijd is met een op het verkeer betrekking hebbend voorschrift, te weten: “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen met 30 km/h”, feitcode VM030, gepleegd op 5 oktober 2014 op de locatie A35, rechts, in Bornerbroek in de gemeente Almelo.

Betrokkene heeft aan het beroep kort gezegd het volgende ten grondslag gelegd.

Hij weerspreekt niet dat hij harder heeft gereden dan is toegestaan maar er is volgens hem geen overschrijding van 30 km/uur geweest. Hij stelt dat op snelheid werd gecontroleerd tussen hectometerpalen 52,2 en 52,7. Tot hectometerpaal 52,6 gold voor hem een maximumsnelheid van 130 km/uur. Verder is er ook nog een overgangsafstand om de snelheid te minderen.

In het zaaksdossier staat dat een snelheid is gemeten van, na correctie, 150 km/uur. Meetafstand 396 meter, ter hoogte van hectometerpaaltje 52,8 en dat de maximumsnelheid 120 km/uur is.

Er is op verzoek van de officier van justitie een aanvullend proces-verbaal opgesteld op 26 november 2014. Daarin geeft de verbalisant aan dat op 5 oktober 2014 omstreeks 19.15 uur een lasersnelheidscontrole werd uitgevoerd op de gecombineerde autosnelweg A35/A1 rechts bij Bornerbroek, gemeente Almelo. Op de A35 is een maximumsnelheid van 120 km/uur toegestaan. Het bord dat dit aangeeft staat komend vanuit Almelo bij hectometerpaaltje 48.4 rechts. Elke 1000 meter wordt de maximumsnelheid herhaald op de hectometerpaaltjes.”Bij de meting houd ik rekening met het verkeer dat uit Almelo komt (120 km/uur) en het verkeer dat vanuit Deventer komt (130 km/uur).”

De officier van justitie heeft dat beroep ongegrond verklaard omdat hij doorslaggevende betekenis toekent aan de ambtsedige verklaring van de verbalisant.

In het beroep tegen die beslissing heeft betrokkene het eerdere standpunt herhaald.

Betrokkene stelt ter zitting dat hij vanuit het Feijenoord stadion in Rotterdam naar huis reed en dus uit de richting van Deventer kwam en niet vanuit de richting van Almelo. Op een gegeven moment mondt de autosnelweg A1 uit in de A35 rechts. Op enig punt is betrokkene vanaf het restant van de A1/de invoegstrook over de blokmarkering een links daarvan gelegen rijstrook opgereden om een auto in te halen. Op het viaduct boven de A35 even verderop zag hij vervolgens de politie staan die bezig was met een snelheidscontrole. Toen hij even later werd staande gehouden, bleek de verbalisant naar zijn zeggen ook een supporter van Feyenoord te zijn.

Ter zitting heeft betrokkene ook om een kostenvergoeding gevraagd voor zijn tijd en reiskosten.

Ter zitting hebben betrokkene, de gemachtigde van de officier van justitie en de kantonrechter gekeken naar de foto’s die bij het aanvullend proces-verbaal zitten en naar die van betrokkene. Ook is de locatie op Google Streetview bekeken.

De kantonrechter, de gemachtigde van de officier van justitie en betrokkene hebben aan de hand van de foto’s en Google Streetview vastgesteld dat de A1 met twee rijstroken schuin toekomt op de A35 die daar zelf ook twee rijstroken heeft. Na een puntvormig verdrijvingsvlak bij hectometerpaaltje 52,3 is een geblokte markering tussen enerzijds de twee rijstroken van de A35 rechts en anderzijds de geleidelijk van twee tot één rijstrook afnemende rijstroken van de A1. Oftewel: de linker rijstrook van de A1 wordt telkens smaller tot er niets meer van over is. Op dat punt, gelegen bij hectometerpaaltje 52,6, stopt de blokmarkering en vanaf dan heeft de A35/A1 rechts drie rijstroken. Aldus is er een geblokte markering van in totaal ongeveer 300 meter lang: van hectometerpaal 52,3 tot hectometerpaal 52,6. Even voorbij dat laatste punt staat een verkeersbord dat de maximumsnelheid van 120 km/uur aanduidt. Het viaduct over de A35 ligt kort voor hectometerpaaltje 52,8.

De kantonrechter en partijen hebben ter zitting ook vastgesteld aan de hand van de verklaring en de foto’s van de verbalisant vast dat vanuit de richting Almelo op de A35 een maximumsnelheid geldt van 120 km/uur. Aan de hand van de foto’s van betrokkene hebben zij ook vastgesteld dat op de kilometers voor het opgaan van de A1 in de A35 rechts op die A1 rechts een maximumsnelheid geldt van 130 km/uur. Voor bestuurders van gewone personenauto’s en motoren geldt tussen hectometerpaaltjes 52,3 en even voorbij 52,6 dus afhankelijk van waar zij vandaan komen een verschillende maximumsnelheid.

De officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat die ervan uitgaat dat betrokkene uit de richting van Deventer kwam. Dan mocht hij tot even na hectometerpaaltje 52,6 maximaal 130 km/uur rijden. De afstand tussen het bord voorbij paal 52,6 tot het meetpunt voor hectometerpaal 52,8 is korter dan de meetafstand van 396 meter en ook korter dan de afstand genoemd in artikel 2.2 van de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers zoals die toentertijd gold. Ter voorkoming van discussie moet volgens dat artikel pas gemeten worden op een punt dat 280 meter na het bord ligt dat een verlaging van de maximumsnelheid bepaalt. Het is daarom niet terecht dat bij betrokkene is uitgegaan van een maximumsnelheid van 120 km/uur. Uitgegaan moet worden van een maximumsnelheid van 130 km/uur, ook voor zover de meting na het bord na hectometerpaal 52,6 plaatsvond. Het is passend om dan dus een overschrijding van 20 km/u vast te stellen in plaats van 30 km/uur. Daarbij behoort feitcode VM 020 en een sanctiebedrag van € 162 in plaats van € 271. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter de sanctie in overeenstemming daarmee moet aanpassen.

De kantonrechter overweegt het volgende.

Het beroep is tijdig ingesteld en de wettelijk voorgeschreven zekerheid is gesteld, zodat het beroep ontvankelijk is.

Het is de kantonrechter een raadsel waarom de wegbeheerder ondanks alle ongelukken op dit wegvak deze opmerkelijke situatie in stand houdt dat voor auto’s en motoren afhankelijk van hun herkomst op hetzelfde wegvak over ruim driehonderd meter een verschillende maximumsnelheid geldt. Met een bord “120 km/uur” op de A1 rechts kort voor knooppunt Azelo zou dat eenvoudig zijn te veranderen. Juridisch heeft deze opmerkelijke situatie echter slechts tot consequentie dat de op dit wegvak op snelheid controlerende politieambtenaren zich bij hun controle bewust moeten zijn van deze situatie en dat zij extra oplettend moeten zijn op de herkomst van de auto waarvan hij de snelheid controleert.

Uit de aantekeningen in het zaaksdossier blijkt niet dat de controlerende verbalisant zich ervan bewust was dat op het wegvak waar hij controleerde voor personenauto’s zonder aanhanger en voor motoren verschillende maximumsnelheden gelden. Zo benoemt hij niet waarvandaan de auto van betrokkene kwam. In het aanvullend proces-verbaal stelt de verbalisant dat hij daarmee rekening houdt maar de kantonrechter leest ook in het aanvullend proces-verbaal niets specifieks over zijn opmerkzaamheid tijdens deze specifieke snelheidsmeting. De kantonrechter stelt vast dat er bij een meting over ongeveer 396 meter tussen hectometerpaal 52,3 en het meetpunt op 52,8 ruimte kan zijn geweest voor betrokkene om voor de gecontroleerde afstand reeds over de blokmarkering op de rijstroken van de A35 terecht te komen, en waardoor de verbalisant zich wellicht heeft vergist in de herkomst van betrokkene als zijn aanvullend proces-verbaal zo zou moeten worden gelezen dat hij meent dat betrokkene uit de richting Almelo kwam. Met de specifieke verklaring van betrokkene erbij over het gesprek over Feijenoord met de verbalisant is de kantonrechter in elk geval van oordeel dat er voldoende reden is om te twijfelen over de richting van herkomst van betrokkene en moet bij die twijfel aan betrokkene het voordeel daarvan gegeven worden.

De kantonrechter zal het er daarom net als de officier van justitie voor houden dat betrokkene inderdaad zoals hij zegt uit de richting van Deventer kwam en maximaal 130 km/uur mocht rijden tot aan het meetpunt dat inderdaad ook te dicht bij het bord stond voor verkeer uit de richting van Deventer.

Met de officier van justitie is de kantonrechter van oordeel dat de beslissing van de officier van justitie vernietigd moet worden en dat ook het beroep tegen de inleidende sanctie gegrond is, in die zin dat de feitcode en het sanctiebedrag in overeenstemming moeten worden gebracht met een overschrijding van 20 km/uur.

Voor wat betreft de gevraagde proceskostenveroordeling ziet de kantonrechter overeenkomstig artikel 2 van het Besluit proceskosten bestuursrecht aanleiding om de officier van justitie te veroordelen tot vergoeding van reiskosten tussen het adres van betrokkene en het gerechtsgebouw en terug, € 6,40 en tot vergoeding van verletkosten gedurende twee uur à € 7, dus € 14, totaal € 20,40.

Beslissing:

Verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt deze.

Verklaart het beroep tegen de inleidende sanctie gegrond en wijzigt deze aldus dat als feitcode wordt vastgesteld VM020, bij een overschrijding de maximumsnelheid van 20 km/uur en dat het bedrag van de sanctie wordt gesteld op € 162,-- (exclusief administratiekosten).

Bepaalt dat hetgeen door betrokkene boven dit bedrag aan zekerheid is gesteld aan betrokkene wordt terugbetaald.

Veroordeelt de officier van justitie tot vergoeding van € 20,40 aan proceskosten aan betrokkene.

Aldus gegeven te Almelo door F.C. Berg, kantonrechter, en in tegenwoordigheid van J.G.M. Wolbers, griffier, uitgesproken ter openbare zitting van 14 oktober 2015.