Home

Rechtbank Overijssel, 04-02-2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:488, Awb 13/622

Rechtbank Overijssel, 04-02-2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:488, Awb 13/622

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
4 februari 2014
Datum publicatie
4 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2014:488
Zaaknummer
Awb 13/622
Relevante informatie
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen [Tekst geldig vanaf 01-01-2025 tot 01-01-2032] art. 72

Inhoudsindicatie

Gelet op de tekst van artikel 72, eerste en tweede lid van de WIA en de wetsgeschiedenis, is het de bedoeling van de wetgever om, indien sprake is van twee dienstverbanden waarbij een werknemer in beide dienstverbanden uitvalt, de lasten van de uitkering naar rato toe te rekenen aan beide werkgevers. Doorslaggevend is dat sprake is van uitval bij beide werkgevers. Dat is niet enkel aan de orde in geval van gelijktijdige uitval, maar ook als uitval opeenvolgend optreedt. Dat de werknemer zich tijdens de wachttijd – die aanvangt bij de eerste uitval – voor één van die dienstverbanden hersteld meldt, doet daaraan niet af, aangezien de uitval bij beide dienstverbanden de maatstaf is. De uitzonderingssituatie, zoals bedoeld in het derde lid van de WIA, heeft uitsluitend betrekking op de situatie waarin een werknemer met twee dienstverbanden slechts in één dienstverband uitvalt en in het andere dienstverband, zonder uitval, volledig is blijven werken. Naar het oordeel van de rechtbank biedt de wettekst onvoldoende ruimte om aan te nemen dat de uitzonderingssituatie ook geldt bij uitval gevolgd door (al dan niet volledige) werkhervatting.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Bestuursrecht

Zittingsplaats Zwolle

Registratienummer: Awb 13/622

uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen

[eiser],

wonende te Heino, eiser,

gemachtigde: J. ter Welle AA/FB, werkzaam bij Countus accountants + adviseurs,

en

de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV),

gevestigd te Amsterdam, locatie te Zwolle, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 23 november 2012 heeft verweerder aan eiser meegedeeld dat de uitkering in verband met werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) die betrokkene vanaf 12 maart 2007 ontvangt vanaf 1 januari 2012 op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) voor zijn rekening komt, omdat hij eigenrisicodrager is.

Het daartegen gemaakte bezwaar is bij het besluit van 8 maart 2013 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het beroep is ter zitting van de meervoudige kamer van 3 december 2013 behandeld.

Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, terwijl verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door J. van Dalfsen.

Overwegingen

Beslissing

Rechtsmiddel