Home

Rechtbank Oost-Brabant, 16-09-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4086, C/01/383791 / KG ZA 22-377

Rechtbank Oost-Brabant, 16-09-2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4086, C/01/383791 / KG ZA 22-377

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
16 september 2022
Datum publicatie
28 september 2022
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2022:4086
Zaaknummer
C/01/383791 / KG ZA 22-377

Inhoudsindicatie

Vordering strekt tot inzage in bewaring genomen foto/videomateriaal/Artikel 843a Rv/inbreuk auteursrechten in kort geding niet aannemelijk geworden/wel sprake van slaafse nabootsing: inzage op die grond toegestaan

Uitspraak

vonnis

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/383791 / KG ZA 22-377

Vonnis in kort geding van 16 september 2022

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LUXURY BEDDING COMPANY B.V.,

gevestigd te Zwolle,

2. de vennootschap naar Turks recht

[eiser sub 2] ,

gevestigd te [plaats] ( [land] ),

eiseressen,

advocaat mr. J. Smit te Zwolle,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

G&G SALES INTERNATIONAL B.V.,

gevestigd te Helmond,

gedaagde,

advocaat mr. K.J. Zomer te Oosterhout.

Eiseressen zullen hierna gezamenlijk LBC c.s. worden genoemd en afzonderlijk worden aangeduid met LBC en [eiser sub 2] . Gedaagde zal G&G genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

De procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 11 augustus 2022 met 18 producties;

-

de akte deponering stukken inclusief USB-stick van 17 augustus 2022 van LBC c.s.;

-

de akte overleggen producties van 29 augustus 2022 met de producties 19 en 20 van LBC c.s.;

-

de conclusie van antwoord van 30 augustus 2022 met 4 producties van G&G;

-

de akte overleggen producties van 30 augustus 2022, te 16.06 uur met de producties 21 tot en met 23 van LBC c.s.;

-

de mondelinge behandeling op 31 augustus 2022;

-

de pleitnota van LBC c.s..

1.2.

Mr. Zomer heeft ter zitting bezwaar gemaakt tegen de producties 21 tot en met 23 van LBC c.s., stellende dat deze stukken niet binnen 24 uur voorafgaand aan de zitting en daarmee, gelet op het bepaalde in het procesreglement, te laat in het geding zijn gebracht. Volgens mr. Zomer behoren deze producties daarom buiten beschouwing te worden gelaten. Hoewel de ingediende producties 21 tot en met 23 strikt genomen te laat zijn ingediend (niet binnen 24 uur voor aanvang van de zitting zoals is bepaald in artikel 6.2. van het procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familie), acht de voorzieningenrechter G&G met de indiening daarvan op 30 augustus 2022 te 16.06 uur niet onevenredig in haar (proces)belangen geschaad. Ter zitting is gebleken dat mr. Zomer blijkens het verhandelde ter zitting op behoorlijke wijze op deze stukken, die een reactie vormen op de conclusie van antwoord van G&G, heeft kunnen reageren. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten de producties 21 tot en met 23 te accepteren.

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

LBC exploiteert een groothandel in bedden en aanverwante producten. LBC verkoopt (onder andere) matrassen, boxsprings en nachtkastjes onder de merknaam Serta. Deze producten verkoopt LBC aan wederverkopers (beddenspeciaalzaken).

2.2.

De (indirect) bestuurder, tevens (indirect) aandeelhouder van LBC is de heer [A] (hierna te noemen: [A] ).

2.3.

De merkhouder van het merk Serta is Serta, Inc. Delaware Corporation, gevestigd in de Verenigde Staten. [eiser sub 2] is licentiehouder van het merk Serta. LBC verzorgt (exclusief) de verkoop van de Serta-producten op de Nederlandse markt.

2.4.

[A] heeft (blijkens een akte van overdracht en levering van auteursrecht, prod. 10 bij dagvaarding) al zijn bestaande en toekomstige auteursrechten op de Serta-collectie aan LBC overgedragen.

2.5.

G&G exploiteert net als LBC een groothandel in bedden (boxsprings) en aanverwante producten. G&G verkoopt boxsprings van diverse merken zoals Caresse, Diamant Slaapcomfort en Norma. Deze producten verkoopt G&G aan wederverkopers (beddenspeciaalzaken).

G&G verkoopt geen producten onder de merknaam Serta.

2.6.

Medio februari 2022 kwamen LBC c.s. er achter dat G&G bezig was om onder de collectienaam 'Norma hotel chique' een collectie boxsprings met accessoires te laten produceren en op de markt te brengen die een 1-op-1 kopie zouden zijn van de Serta collectie van LBC c.s.. Omdat de Norma-collectie, nog niet in productie was genomen heeft [A] contact opgenomen met G&G om in gesprek te gaan teneinde G&G te gelegenheid te bieden (ter voorkoming van een gerechtelijke procedure) de ‘Norma hotel chique’ collectie zodanig aan te passen dat er geen sprake meer zou zijn van identieke kopieën.

2.7.

Het gesprek heeft plaatsgevonden op 11 maart 2022 en tijdens het gesprek zijn door G&G aan LBC foto's getoond van een aantal van de boxsprings uit de ‘Norma hotel chique’ collectie. De foto’s bevestigde het vermoeden van [A] dat er sprake was van kopieën. G&G heeft in het gesprek toegezegd dat zij zich nader zou laten adviseren over de vraag of de nieuwe Norma- collectie inbreuk maakt op de gestelde auteursrechten van LBC.

2.8.

Op 28 maart 2022 heeft G&G LBC c.s. bericht – voorzover hier van belang - dat zij na vergelijking van de collecties heeft geconcludeerd dat de collectie ‘Norma hotel chique’ niet inbreukmakend is op de de Serta-collectie van LBC en dat er geen gevaar voor verwarring kan ontstaan bij het publiek van wie de producten afkomstig zijn.

2.9.

Op 16 juni 2022 hebben partijen een vervolggesprek gevoerd in de showroom in het bedrijfspand van G&G. Tijdens dit gesprek was de ‘Norma hotel chique’ collectie in het bedrijfspand uitgestald en deze werd door G&G aan onder andere [A] getoond.

2.10.

De ‘Norma hotel chique’ collectie van G&G wordt door één van haar wederverkopers (Sleepworld Helmond B.V.) in Helmond verkocht. In opdracht van LBC is door recherchebureau [B] onderzoek gedaan naar de wijze waarop de

‘Norma hotel chique’ collectie door Sleepworld Helmond B.V. wordt aangeprezen. Dit heeft [B] onderzocht, doordat twee van haar medewerkers (‘mysterie shoppers’) zich hebben voorgedaan als consumenten die in een boxspring uit de ‘Norma hotel chique’ collectie geïnteresseerd waren.

2.11.

Van dit gesprek zijn beeld- en geluidopnamen gemaakt die door LBC c.s. als productie in het geding zijn gebracht en waarvan een uitgeschreven transcript als productie 14 is overgelegd. Voor zover hier relevant is uit de beeld- en geluidsopnamen gebleken dat de verkoopster heeft gezegd dat de collectie van ‘Norma hotel chique’ een beetje is geënt op het Serta-verhaal, maar vele malen goedkoper is (minuut 6.00 van movie 2, prod.14). Voorts heeft de verkoopster medegedeeld dat de boxsprings van LBC c.s. eerst zijn gekocht om ze zo goed mogelijk na te maken (rond minuut 03.17 en 3.50 movie 5, prod 14).

2.12.

Op 28 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank op verzoek van LBC c.s. verlof verleend om ten laste van G&G bewijsbeslag te leggen bestaande uit het maken van een gedetailleerde beschrijving zoals bedoeld in artikel 1019b jo. 1019d lid 1 Rv, door middel van het maken van foto's en video-opnamen (door de deurwaarder) van alle zaken die (mogelijk) behoren tot de ‘Norma hotel chique’ collectie, zoals omschreven

in het verzoekschrift en die aanwezig zijn in de showroom van G&G.

2.13.

De deurwaarder heeft vervolgens op 7 juli 2022 foto- en videobeelden gemaakt van de in de showroom van G&G uitgestalde zaken behorende tot de ‘Norma Hotel Chique’ collectie, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

2.14.

Desgevraagd heeft G&G geen toestemming gegeven om een afschrift te verstrekken van de door de deurwaarder gemaakte beschrijving aan LBC c.s..

3 Het geschil

3.1.

LBC c.s. vorderen samengevat – uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van G&G in de kosten als bedoeld in artikel 1019h Rv en in de nakosten:

Primair

I. te bepalen dat LBC c.s. recht hebben op afschrift van het door de deurwaarder opgemaakte proces-verbaal en alle foto's en video-opnamen;

Subsidiair

II. veroordeling van G&G toe te staan en te gedogen dat de deurwaarder het opgemaakte proces-verbaal en alle foto's en video-opnamen aan LBC c.s. ter beschikking stelt, één en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag met een maximum van € 400.000,- voor iedere dag dat G&G aan deze veroordeling in het geheel of gedeeltelijk geen gevolg geeft;

Meer subsidiair

III. te bepalen dat LBC c.s. afschrift krijgen van het door de deurwaarder opgemaakte proces-verbaal en alle foto's en video-opnamen volgens een door de voorzieningenrechter vast te stellen procedure;

Meest subsidiair

IV. veroordeling van G&G om toe te staan en te gedogen dat de deurwaarder, het opgemaakte proces-verbaal inclusief alle foto's en video-opnamen volgens een door de voorzieningenrechter vast te stellen procedure, aan LBC c.s. ter beschikking stelt, op straffe van een dwangsom.

3.2.

LBC c.s. legt hieraan het volgende ten grondslag. De boxsprings uit de Serta collectie worden beschermd door het auteursrecht (artikel 10 Auteurswet). De Serta collectie bestaat immers uit nieuwe werken met een eigen oorspronkelijk karakter, met een eigen intellectuele schepping van de maker ( [A] ) die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelen, wat tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van de werken. Deze werken (de boxsprings) kunnen voldoende nauwkeurig en objectief worden geïdentificeerd. [A] vliegt ten behoeve van LBC meermaals per jaar naar [land] /de fabriek van [eiser sub 2] om nieuwe bedden te laten ontwikkelen voor de Nederlandse markt. [A] geeft dan aan hoe de bedden

eruit moeten komen te zien, zoals de kleur stof, de stiksels, de bies, de dikte van de matrassen, motieven, de poten, maatvoering, etc. Soms wordt gebruik gemaakt van een door [eiser sub 2] ontwikkeld basismodel, dat conform de wensen van [A] wordt aangepast. [A] is dus de maker van deze bedden (artikel 6 auteurswet). LBC heeft zelf kunnen zien op 16 juni 2022 hoe de gehele ‘Norma hotel chique’ collectie eruit zag en hoe de collectie door haar wederverkopers zou worden gepresenteerd aan consumenten.

De ‘point of sale’ systeem voor de ‘Norma hotel chique’ collectie was nagenoeg identiek aan het point of sale systeem dat LBC gebruikt voor de Serta collectie. G&G heeft dus niet alleen de keuze gemaakt om de volledige Serta collectie na te maken, maar ook de

keuze om die collectie op een (nagenoeg) identieke wijze te presenteren. Voorts blijkt uit het gesprek van de mysterie shoppers dat de vragen over de gelijkenis met de Serta collectie niet nieuw zijn voor de verkoopster van de bezochte beddenwinkel en dat veel klanten daarover vragen stellen. Voorts heeft de verkoopster in het gesprek beaamd dat consumenten vervolgens wegens het verschil in prijs (goedkoper dan Serta) kiezen voor de boxsprings van G&G. In een bodemprocedure dan wel een kort geding willen LBC c.s. bewijs leveren van de auteursrechtinbreuk door G&G alsmede dat, indien LBC c.s. geen beroep toekomt op auteursrechten, er alsnog sprake is van slaafse nabootsing. Tijdens deze nog op te starten gerechtelijke procedure, wensen LBC c.s. duidelijke foto's en video-opnamen van de gehele ‘Norma hotel chique’ collectie van G&G in te brengen en ook de wijze waarop deze collectie wordt gepresenteerd middels het point of sale systeem.

LBC c.s. hebben er spoedeisend belang bij dat zij zo snel mogelijk de beschikking krijgen over de door de deurwaarder gemaakte beschrijving. Van LBC c.s. kan niet worden verlangd dat zij een bodemprocedure afwacht.

3.3.

G&G voert verweer. In de kern komt het verweer op het volgende neer.

3.3.1.

LBC komt geen auteursrecht toe op de Serta-boxsprings, zodat zij ook geen beroep kan doen op hetgeen in artikel 1019a Rv is bepaald. De keuze voor een collectie wordt door G&G gemaakt uit boxsprings, matrassen en accessoires zoals opgenomen in een bestaande catalogus van een Turkse fabrikant. De bedden worden evenals de bedden van LBC c.s. en veel andere concurrenten en merken van boxsprings in [land] geproduceerd.

3.3.2.

Boxsprings en toebehoren zijn bij uitstek marketingproducten, waarbij met name de presentatie voor het onderscheid zorgt. De presentatie van het merk Norma en de Normacollectie ‘Hotel Chique’ wijkt meer dan voldoende af van Serta om bij een redelijk oordelend publiek verwarringsgevaar te voorkomen zodat ook van slaafse nabootsing geen sprake is. G&G heeft benadrukt dat zij net zoals andere producenten van bedden dezelfde slaapkamer- en lifestyletrends van het moment volgt en op basis daarvan zelfstandig een collectie heeft samengesteld.

3.3.3.

Vanwege het ontbreken van auteursrecht en de afwezigheid van slaafse nabootsing, hebben LBC c.s. geen recht op inzage in het bewijsmateriaal en daarom dienen de vorderingen van LBC c.s. in kort geding te worden afgewezen.

3.3.4.

Partijen zijn directe concurrenten van elkaar en G&G wil niet dat LBC c.s., nog voordat de gehele collectie in de verkoop wordt aangeboden, al beschikking heeft

over presentatie en de prijsstelling van de diverse slaapkamerartikelen die G&G wil

aanbieden. Bij toewijzing van de vorderingen is de bescherming van vertrouwelijke informatie niet gewaarborgd, in de zin van artikel 1019a Rv. Dit maakt dat er ook sprake is van een gewichtige reden in de zin van artikel 843a lid 4 Rv, aldus G&G.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing