Rechtbank Noord-Nederland, 12-01-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:106, 190126
Rechtbank Noord-Nederland, 12-01-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:106, 190126
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 12 januari 2024
- Datum publicatie
- 18 januari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2024:106
- Zaaknummer
- 190126
Inhoudsindicatie
De rechtbank laat de stiefkinderen buiten beschouwing en is van oordeel dat de volledige draagkracht van de man (eerst) aangewend moet worden voor de kosten van zijn eigen kind.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/190126 / FA RK 23-1285
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 12 januari 2024
inzake
[voornaam] [achternaam],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen: de man,
advocaat: mr. B.M. Speel-van Dijk, kantoorhoudende te Heerenveen,
tegen
[voornaam] [achternaam],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. B.E. Dijkstra, kantoorhoudende te Drachten.
1 Procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het verzoekschrift met bijlage(n) van de man, ingekomen op 27 juni 2023;
het verweerschrift met bijlage(n) van de vrouw, ingekomen op 7 augustus 2023.
een F9-formulier van de vrouw van 21 november 2023 met bijlage(n);
een brief van de man van 21 november 2023 met bijlage(n), tevens inhoudende wijziging verzoekschrift, ingekomen op 22 november 2023.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft - na aanhouding -plaatsgevonden op 5 december 2023. Partijen en hun advocaten zijn verschenen.
2 De feiten
De man en de vrouw zijn op [datum] te [plaats] met elkaar gehuwd. Zij zijn de ouders van de nog minderjarige [kind 1] [achternaam] (verder: [kind 1] ), geboren op [datum] . Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [kind 1] . [kind 1] woont bij de vrouw.
Bij beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 24 juli 2018 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking, waarvan een convenant en ouderschapsplan deel uitmaken, is geregistreerd in de daartoe bestemde registers op 1 augustus 2018. Ten aanzien van de kinderalimentatie hebben partijen afgesproken dat de man een bijdrage in de kosten van [kind 1] betaalt ter hoogte van in ieder geval het wettelijk minimum van € 100,- per maand of meer indien dat - na onderling overleg - nodig is ten behoeve van [kind 1] .
Bij beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 29 september 2022 heeft de rechtbank bepaald, dat de man met ingang van 28 juni 2022 een bedrag van € 181,- per maand aan de vrouw dient te voldoen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] .
Op 3 maart 2023 is de man gehuwd met [voornaam] [A] (verder: [A] ).
[A] heeft twee nog minderjarige kinderen uit een eerdere relatie met [voornaam] [C 1] (verder: [C 1] ) :
[kind 2] [naam] [C 1] (verder: [kind 2] ), geboren op [datum] ;
[kind 3] [naam] [C 1] (verder: [kind 3] ), geboren op [datum] .
[kind 2] en [kind 3] hebben hun hoofdverblijf bij de man en [A] .
Bij beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 4 augustus 2022, heeft de rechtbank bepaald, dat [C 1] met ingang van 6 mei 2022 een bedrag van € 375,- per kind per maand aan kinderalimentatie aan [A] dient te voldoen.
3 Verzoeken
De man heeft de rechtbank verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de beschikking van 29 september 2022 van deze rechtbank voor wat betreft de kinderalimentatie wordt gewijzigd en wordt bepaald, dat de man per de datum van indiening van het verzoekschrift een bedrag van € 60,- per maand als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] aan de vrouw dient te voldoen.
De vrouw heeft de rechtbank verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de verzoeken van de man niet-ontvankelijk te verklaren dan wel als ongegrond af te wijzen.
Bij brief van 21 november 2023 heeft de man zijn inleidende verzoekschrift gewijzigd en de rechtbank verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de beschikking van 29 september 2022 van deze rechtbank voor wat betreft de kinderalimentatie wordt gewijzigd en wordt bepaald, dat de man per datum van indiening van het verzoekschrift een bedrag van € 50,- per maand als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1] aan de vrouw dient te voldoen.