Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:2297, 18.750068-15
Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:2297, 18.750068-15
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 2 februari 2016
- Datum publicatie
- 22 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2016:2297
- Zaaknummer
- 18.750068-15
- Relevante informatie
- Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 56, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 57, Opiumwet [Tekst geldig vanaf 01-01-2023] art. 2, Opiumwet [Tekst geldig vanaf 01-01-2023] art. 10, Opiumwet [Tekst geldig vanaf 01-01-2023] art. 13a
Inhoudsindicatie
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 2 februari 2016 een man veroordeeld voor het medeplegen van dealen in cocaïne en heroïne voor een periode van acht maanden en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en heroïne. De rechtbank acht heeft de landelijke oriëntatiepunten als uitgangspunt genomen bij het opleggen van de straf. De rechtbank heeft de man een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren opgelegd.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/750068-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 februari 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Libanon),
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 januari 2016.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van maart 2015 tot en met 13 oktober 2015 in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een
middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in woningen aan [adres 1] en/of [adres 2] en/of [adres 3] ) bolletjes en/of brokken/poeder van materialen bevattende heroïne en/of cocaïne, in ieder geval van middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.