Home

Rechtbank Noord-Nederland, 16-12-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6304, KL-2513092 - CV EXPL 13-9523 E

Rechtbank Noord-Nederland, 16-12-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6304, KL-2513092 - CV EXPL 13-9523 E

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
16 december 2014
Datum publicatie
2 april 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2014:6304
Zaaknummer
KL-2513092 - CV EXPL 13-9523 E

Inhoudsindicatie

Aegon.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaak-/rolnummer: 2513092 \ CV EXPL 13-9523

inzake

wonende te [woonplaats],

eiser,

gemachtigde: mr. G. van Dijk,

tegen

de besloten vennootschap

AEGON FINANCIËLE DIENSTEN B.V.,

gevestigd te Leeuwarden,

gedaagde,

gemachtigde: mr. B.W.G. van der Velden.

Partijen zullen hierna [A] en Aegon worden genoemd.

Procesverloop

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de conclusie van antwoord

- de conclusie van repliek

- de conclusie van dupliek

- een akte uitlating tevens vermeerdering van eis aan de zijde van [A]

- een antwoordakte aan de zijde van Aegon.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

Motivering

De feiten

2. In deze procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.

2.1.

[A] heeft op 13 augustus 2001, via Thuisadvies, met Aegon een drie effectenleaseovereenkomsten, genaamd Vermogens Vliegwiel-extra met contractnummers [nummer], [nummer] en [nummer], alle met een looptijd van 240 maanden, (hierna te noemen de overeenkomsten) gesloten.

2.2.

Artikel 4 van deze overeenkomsten luidt:

Cliënt kan deze Vliegwiel-overeenkomst door schriftelijke opgave na 90 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder dat boeterente verschuldigd is beëindigen, onder betaling of verrekening van het nog niet terugbetaalde deel van de hoofdsom.

Bij eerdere beëindiging is cliënt daarenboven een boeterente verschuldigd ter grootte van drie tiende deel van de nog niet vervallen maandtermijnen verschuldigd tot en met de negentigste maandtermijn.

Bij voortijdige beëindiging vindt verkoop van de aandelen plaats en wordt de verkoopopbrengst aan cliënt uitbetaald onder verrekening van al hetgeen de cliënt aan AEGON is verschuldigd. Bij een negatieve uitkomst van deze verrekening dient cliënt het gebleken tekort aan AEGON te voldoen.

2.3.

De overeengekomen leasesom bedroeg € 74.157,60 per overeenkomst, waarvan [A] een bedrag van € 14.831,40 per overeenkomst bij vooruitbetaling heeft voldaan.

[A] heeft om de vooruitbetaling van de inleg van de drie overeenkomsten te kunnen voldoen de hypotheek op de eigen woning verhoogd.

2.4.

[A] was ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten 54 jaar oud, gehuwd en had twee thuiswonende meerderjarige kinderen. Hij was gedeeltelijk afgekeurd en ontving een WAO-uitkering. De echtgenote van [A] was werkzaam als schoonmaakster. Het netto gezinsinkomen bedroeg in 2001 € 1.632,29 per maand.

2.5.

Onder de overeenkomsten is in totaal een bedrag van € 7.755,81 aan dividend uitgekeerd aan [A].

2.6.

Leaseproces heeft namens [A] bij brief van 1 augustus 2006 een beroep gedaan op vernietiging c.q. ontbinding van de overeenkomst. Tevens is de overeenkomst daarbij, voor zover nodig, opgezegd.

2.7.

De overeenkomst is door Aegon beëindigd op 23 september 2008 in verband met een betalingsachterstand. De overeenkomst is geëindigd met een restschuld van € 14.416,43 per overeenkomst, inclusief een betalingsachterstand van € 5.180,02 per overeenkomst en een boeterente (30%) van € 463,49 per overeenkomst. [A] heeft deze restschuld niet aan Aegon voldaan.

Het geschil

3.1.

[A] vordert - voor zover rechtens toelaatbaar uitvoerbaar bij voorraad -:

- te verklaren voor recht dat Aegon jegens [A] toerekenbaar onrechtmatig gehandeld heeft door hem de litigieuze effectenleaseovereenkomsten te doen aangaan zonder voldoende informatie te verstrekken over de aan die overeenkomsten inherente beleggingstechnische tekortkomingen, en door de waarschuwings- en de informatieplicht met betrekking tot de inleg en de restschuld en de financiële positie niet te respecteren, en door artikel 41 NR te schenden;

- Aegon te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te voldoen al hetgeen [A] aan Aegon heeft betaald onder de litigieuze overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover telkens vanaf de dag van elk van de betalingen door [A] aan Aegon tot aan die der uiteindelijke algehele voldoening;

- Aegon te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [A] te vergoeden al hetgeen [A] aan schade heeft geleden in verband met de hypothecaire lening aangewend voor betaling van de litigieuze overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover telkens vanaf de dag van elk van de betalingen door [A] aan Aegon tot aan die der uiteindelijke algehele voldoening;

- Aegon te veroordelen om aan [A] de door hem gemaakte buitengerechtelijke kosten te vergoeden, forfaitair vast te stellen op 2 punten van het toepasselijke liquidatietarief in eerste aanleg met een maximum van 15% van de hoofdsom, te vermeerderen met de btw, of althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;

- Aegon te veroordelen in de kosten van het geding.

Bij akte heeft [A] zijn vordering vermeerderd met een verklaring voor recht dat [A] niets meer aan Aegon verschuldigd is uit hoofde van de litigieuze overeenkomsten.

3.2.

Aegon heeft verweer gevoerd.

4. De standpunten van partijen zullen hierna, voor zover van belang, kort worden weergegeven. Voor de uitvoerige standpunten van partijen verwijst de kantonrechter naar de processtukken.

De beoordeling van het geschil

schending van de zorgplicht

5.1.

De aandelenleaseovereenkomst zoals [A] die met Aegon heeft gesloten is onderwerp geweest van een langdurige juridische strijd. De Hoge Raad heeft op 5 juni 2009 een drietal arresten gewezen met het oog op een praktische, efficiënte en zo mogelijk uniforme beoordeling van de grote aantallen geschillen omtrent andere effectenleaseovereenkomsten. Daarbij heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er op de aanbieder van een aandelenleaseproduct een dubbele zorgplicht rustte, namelijk (i) om indringend te waarschuwen voor het risico dat een aandelenleaseovereenkomst in een restschuld zou kunnen resulteren en (ii) om onderzoek te doen naar de financiële positie van de afnemer en het afnemen van het product te ontraden indien uit dat onderzoek zou volgen dat de afnemer blootgesteld zou worden aan een risico op een onaanvaardbare zware financiële last.

De waarschuwingsplicht (i) houdt in dat de aanbieder van effectenleaseproducten de afnemer bij het aangaan van de overeenkomst indringend moet waarschuwen voor het restschuldrisico en strekt ertoe de potentieel particuliere wederpartij te informeren over en te waarschuwen tegen het lichtvaardig op zich nemen van onnodige risico's of van risico's die hij redelijkerwijze niet kan dragen. Dat een dergelijke waarschuwing door Aegon niet is gegeven, staat tussen partijen vast. Voorts staat vast dat Aegon de financiële situatie van [A] in het geheel niet in kaart heeft gebracht, zodat zij haar onderzoeksplicht (ii) niet is nagekomen. Deze plicht strekt ertoe dat aanbieders als Aegon afnemers als [A] het aangaan van de effectenleaseovereenkomst moeten ontraden als deze overeenkomst een potentieel te zware last voor hen zou opleveren.

5.2.

Met het schenden van de waarschuwings- en/of onderzoeksplicht is in beginsel voldaan aan het conditio sine qua non verband als bedoeld in artikel 6:162 BW. Omdat de verplichtingen waarin Aegon is tekortgeschoten ertoe strekken te voorkomen dat een potentiële particuliere wederpartij lichtvaardig en met ontoereikend inzicht de effectenleaseovereenkomst sluit, kan behoudens bijzondere feiten of omstandigheden - die zich hier niet voordoen - het aangaan van de overeenkomst aan Aegon worden toegerekend in de zin van artikel 6:98 BW, zodat Aegon naar het oordeel van de kantonrechter in beginsel als schade dient te vergoeden de nadelige financiële gevolgen voor [A] van het aangaan van de overeenkomst. (Zie het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 april 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1135).

tussenpersoon

eigen schuld

artikel 41 NR 1999

omvang van de schade en de schadeverdeling

Beslissing