Home

Rechtbank Noord-Holland, 17-04-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5606, 10350819

Rechtbank Noord-Holland, 17-04-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5606, 10350819

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
17 april 2023
Datum publicatie
26 juni 2023
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:5606
Zaaknummer
10350819

Inhoudsindicatie

In deze zaak heeft een werknemer een verzoek gedaan om een ontslag te vernietigen. De kantonrechter wijst dat verzoek af, omdat uit de stukken blijkt dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Zaanstad

Repnr.: 10350819 AO VERZ 23-5

Uitspraakdatum: 17 april 2023

Beschikking in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats]

verzoekende partij

verder te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: geen

tegen

de besloten vennootschappen Flexcraft Aldiver B.V. en Vomar Voordeelmarkt B.V.,

[vestigingsplaats]

verwerende partijen

verder te noemen: Flexcraft en Vomar

gemachtigden: C. te Pas (Flexcraft) en mr. D.C.J. Bogerd (Vomar).

De zaak in het kort

In deze zaak heeft een werknemer een verzoek gedaan om een ontslag te vernietigen. De kantonrechter wijst dat verzoek af, omdat uit de stukken blijkt dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is.

1 Het procesverloop

1.1.

[verzoeker] heeft op 14 en 20 februari 2023 een verzoek ingediend. Flexcraft en Vomar hebben een verweerschrift en een reactie ingediend.

1.2.

De kantonrechter heeft bepaald dat een zitting plaatsvindt op 3 april 2023. Alle partijen hebben de kantonrechter laten weten dat zij niet zullen verschijnen op de zitting.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] , geboren [geboortedatum] , is als uitzendkracht in dienst geweest bij Flexcraft. [verzoeker] is op 14 januari 2023 via Flexcraft bij Vomar gaan werken.

2.2.

Op 14 februari 2023 heeft Vomar aan Flexcraft meegedeeld dat Vomar [verzoeker] niet meer aan het werk wilde hebben.

2.3.

Met een brief van 22 februari 2023 heeft Flexcraft aan [verzoeker] laten weten dat de uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd en dat de uitzendovereenkomst eindigt per 26 februari 2023.

3. Het verzoek en het verweer

3.1.

[verzoeker] heeft in e-mails gericht aan de rechtbank geprotesteerd tegen een ontslag door Flexcraft en Vomar. Volgens [verzoeker] is dat ontslag onrechtmatig.

3.2.

Flexcraft heeft verweer gevoerd en stelt dat de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] rechtsgeldig is geëindigd. Vomar verweert zich ook en stelt dat zij geen werkgever is van [verzoeker] .

4 De beoordeling

4.1.

[verzoeker] heeft verschillende e-mails aan de rechtbank gestuurd. Daaruit kan worden afgeleid dat [verzoeker] protesteert tegen een ontslag door Flexcraft en Vomar op 14 februari 2023 en 22 februari 2023. De kantonrechter heeft de e-mails van [verzoeker] daarom opgevat als een verzoek tot vernietiging van dat ontslag.

4.2.

De kantonrechter ziet in de e-mails van [verzoeker] geen andere duidelijke verzoeken. [verzoeker] krijgt nogmaals het dringende advies om juridische hulp in te schakelen als hij andere verzoeken wil indienen. [verzoeker] kan daarvoor terecht bij het Juridisch Loket (0800-8020).

4.4.

De kantonrechter zal in deze zaak dus alleen beoordelen of het ontslag door Flexcraft en Vomar van 14 februari 2023 en 22 februari 2023 moet worden vernietigd.

4.5.

Uit de stukken blijkt dat uitzendovereenkomst tussen [verzoeker] en Flexcraft is geëindigd per 26 februari 2023 door het aflopen van de bepaalde tijd. Flexcraft heeft dat ook voldoende gemotiveerd en onderbouwd. Zo’n overeenkomst is niet in strijd met de wet of een cao. De uitzendovereenkomst is dus van rechtswege (automatisch) en rechtsgeldig geëindigd per 26 februari 2023. Er is dan ook geen sprake van een ontslag dat kan worden vernietigd.

4.8.

Het verzoek van [verzoeker] gericht tegen Flexcraft wordt daarom afgewezen.

4.9.

Het verzoek van [verzoeker] gericht tegen Vomar wordt ook afgewezen. Vomar wijst er terecht op dat zij geen werkgever is van [verzoeker] . Flexcraft is de werkgever van [verzoeker] en Vomar heeft [verzoeker] alleen ingeleend. Er is dus ook geen ontslag door Vomar.

4.7.

De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder de eigen kosten moeten dragen, ook al wordt het verzoek van [verzoeker] afgewezen. Uit de stukken blijkt namelijk van bijzondere omstandigheden van [verzoeker] en niet van (ernstig) verwijtbaar handelen van [verzoeker] .

5 De beslissing